„Veiligheid is kerntaak nummer één van de overheid”, zei SGP-Kamerlid Dijkgraaf dinsdagavond tijdens het Kamerdebat over de kritiek van de NAVO op de Nederlandse uitgaven voor defensie.

De NAVO vindt dat Nederland onvoldoende geld besteedt aan defensie. De leden van het Noord-Atlantische bondgenootschap hebben met elkaar afgesproken 2 procent van het bruto binnenlands product (bnp) uit te geven aan het leger.

Nederland voldoet bij lange na niet aan die norm. In 2014 gaf ons land 1,06 procent van het bnp uit aan de krijgsmacht, schreef minister Dijsselbloem (Financiën) in januari jongstleden aan de Kamer. Ons land zit al sinds 1993 onder de NAVO-norm.

In zijn Kamerbrief somt Dijsselbloem cijfers op die het Centraal Planbureau heeft bijgehouden. Die reeks gaat terug tot en met 1814. In dat jaar gaf ons land 4,68 procent van het bnp uit aan defensie.

Het huidige kabinet heeft extra geld beschikbaar gesteld voor Defensie met de begrotingsakkoorden van 2013 en 2014 en in 2015, vooral op aandringen van ChristenUnie, SGP en D66.

Minister Hennis (Defensie) heeft aangegeven dat zij zich richt op 1,43 procent van het bruto binnenlands product, het Europese NAVO-gemiddelde. Volstrekt onvoldoende, meent Dijkgraaf. „Wij moeten gewoon die afgesproken 2 procent leveren. Dáár moeten we zo snel mogelijk naar toe.”

Hij concludeerde dat dit ook kan. „Iedereen pleit tijdens dit debat voor extra geld voor defensie.”

ChristenUnie-Kamerlid Voordewind zei tijdens het Kamerdebat ook dat de defensiebegroting verder moet worden opgehoogd. „Wat is er nodig om aan de grondwettelijke taak van de krijgsmacht te voldoen om het eigen en het bondgenootschappelijke grondgebied te kunnen verdedigen”, vroeg hij aan minster Hennis.