Opinie

Commentaar: Hoopgevend dat prostituant eindelijk wordt aangesproken

Het politieke debat over de aanpak van illegale prostitutie en mensenhandel wordt in Nederland al jaren geteisterd door de felle polarisatie tussen uiterst liberale en minder of niet-liberale partijen. De laatste jaren nam die tweespalt ernstige vormen aan. Zelfs in die mate dat een wetsvoorstel tegen misstanden in de seksbranche van de bewindslieden Hirsch Ballin (CDA) en Ter Horst (PvdA) uit het kabinet-Balkenende IV, ingediend in 2009, anno 2016 nog niet volledig door de Tweede Kamer is geloodst.

Hoofdredactioneel commentaar
21 April 2016 17:05Gewijzigd op 16 November 2020 03:03
beeld ANP, Koen van Weel
beeld ANP, Koen van Weel

Oud-justitieminister Opstelten die na zijn aantreden verantwoordelijk werd voor de wet moest onder druk van zijn eigen VVD keer op keer terug naar de tekentafel. Daarbij werd hij gedwongen de zogeheten vergewisplicht uit de wettekst te schrappen: de plicht van de prostituant om na te gaan of de prostituee die hij wenste te bezoeken niet door een of andere louche pooier of gewetenloze mensenhandelaar gedwongen achter een raam was gezet. Onuitvoerbaar en niet te handhaven, hoonden partijen zoals D66 en VVD.

Het wekte dan ook geen verbazing dat over de door ChristenUnievoorman Segers aanhangig gemaakte initiatiefwet over gedwongen prostitutie in de Kamer een vergelijkbaar debat ontbrandde. Segers, gesteund door PvdA en SP, wilde onder meer prostituanten strafbaar stellen bij wie sprake is van een redelijk vermoeden van misstanden, zoals dwang of uitbuiting.

Gezaghebbende adviesorganen zoals de Raad van State plaatsten bij die strafbaarstelling dezelfde juridische kanttekening als bij de vergewisplicht. Dat gewone onachtzaamheid of onoplettendheid al leidt tot een veroordeling wordt in de Nederlandse rechtscultuur als onwenselijk gezien.

Na te hebben onderhandeld met diverse partijen blijkt GroenLinks bereid de initiatiefwet te steunen, zo werd gisteren bekend. Daaraan hangt wel een prijskaartje: niet het „redelijk” maar het „ernstig” vermoeden van misstanden moet strafbaar worden. Dat betekent een hogere bewijslast en voor de prostituant die voordeel wil trekken uit een uitbuitingssituatie meer kans om vrijuit te gaan.

De door GroenLinks afgedwongen aanpassing is dan ook zeker een afzwakking, al maakt deze de wet nog niet betekenisloos. Integendeel, als deze variant van het voorstel het inderdaad haalt, is dat toch een memorabel gebeuren. Want hoe men het ook wendt of keert, de Haagse wetgevingsmachine beweegt zich altijd een bepaalde kant uit. Met betrekking tot de seksbranche was legalisering, wat in de praktijk vaak neerkomt op normalisering en liberalisering, de afgelopen jaren onmiskenbaar de trend. Dat sloot strafrechtelijk optreden tegen grove vormen van (georganiseerde) uitbuiting niet uit, maar zorgde er wel voor dat van de prostituant nimmer een in het strafrecht verankerde verantwoordelijkheid en oplettendheid werd vereist.

Segers wet brengt daarin verandering. Ook in afgezwakte vorm kan deze bijdragen aan de overtuiging dat het abnormaal is om seksualiteit op een vulgaire, losbandige manier en in een context van commercie en genot te willen beleven. Als de wet het haalt, is een felicitatie, gepaard met enig voorzichtig optimisme, daarom toch op zijn plaats.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer