Palestijnse verkiezingen brengen onrust
De Europese Unie wil dat er een Palestijnse staat komt. Dat de EU ook voor verkiezingen is, is veel media ontgaan. Toch is dat het ingrijpendste deel van de EU-plannen, vindt Miriam Levy. Eventuele verkiezingen voor en door de Palestijnen zullen tot veel onrust leiden. Radicale moslimgroeperingen zullen een stevige vinger in de pap krijgen.

De Europese Unie presenteerde de moslimwereld gisteren en vandaag in Istanbul een nieuw voorstel om de impasse in de Israëlisch-Palestijnse onderhandelingen te doorbreken. Eind vorige week werd al bekend waartoe Europese leiders in het Spaanse Caceras hadden besloten: Palestijnse verkiezingen en oprichting plus erkenning van een soevereine staat. Opmerkelijk genoeg haalde slechts het tweede deel van het idee de westerse media. Deel één -verkiezingen- werd niet of in een bijzin genoemd.
Ook de Europese leiders zelf hechten duidelijk ondergeschikt belang aan die eerste stap op weg naar Palestijnse onafhankelijkheid. Het draaide vooral om de oprichting en erkenning van die staat, zo meldden de Fransen die met het voorstel kwamen, wat een schokeffect teweeg zou brengen en de geweldsspiraal moest doorbreken.
Toch is vooral het eerste deel van het voorstel een belangrijke nieuwe ontwikkeling in de internationale bemoeienis met het Palestijns-Israëlische conflict. De eerste en laatste verkiezingen in de Palestijnse Autonomie vonden plaats in januari 1996. Sinds die winterdag, inmiddels ruim zes jaar geleden, is er nooit meer gesproken over verkiezingen voor de Palestijnse wetgevende raad of het voorzitterschap ervan, dat momenteel wordt bekleed door Yasser Arafat. Ministers in de Palestijnse Autoriteit worden naar believen van deze voorzitter benoemd dan wel ontslagen. De westerse wereld, die zegt te willen strijden voor erkenning van de gelijke burgerrechten van de Palestijnen, heeft hier nog nooit iets over gezegd. Ook toen Yasser Arafat vorige week impliciet te kennen gaf wie zijn mogelijke opvolgers waren, vroegen politici noch journalisten zich af of Arafat dit wel mocht bepalen, of dat alleen de Palestijnse kiezer hiertoe het recht had.
Veroordeeld
Dat Yasser Arafat weinig democratisch is, is inmiddels duidelijk. Amnesty International geeft al jaren in rapporten aan dat Arafat met een schrikbewind zijn burgers wil ontmoedigen kritiek te leveren op zijn beleid. Velen zijn inmiddels ter dood veroordeeld in rechtbanken die onder zijn verantwoordelijkheid vallen; jaarlijks worden enkelen van hen op pleinen in Nablus en Ramallah, onder het toeziend oog van juichende menigten, door ophanging of fusillering terechtgesteld. Hun aantal valt echter in het niet bij hen die ’s nachts door ’sluipschutters’ worden vermoord. Een Arabisch-Israëlisch dichter en vermaard vredesactivist werd ruim anderhalf jaar geleden door de Palestijnse Autoriteiten ontvoerd; sindsdien is nooit meer iets van hem vernomen.
Vanaf het begin van de onderhandelingen met de Palestijnen heeft Israël bijna iedere twee jaar een andere premier gehad. Een impasse of juist een belangrijke stap vooruit achtte men voldoende aanleiding om nieuwe verkiezingen uit te schrijven. Naar goed democratisch principe was de idee hierachter dat een regering de verantwoordelijkheid hoorde te nemen voor mislukte onderhandelingen, of, in het tweede geval, een ’vers’ mandaat hoorde te krijgen om revolutionaire beslissingen te nemen.
En toch: steeds wanneer Arafat zichzelf een pluim geeft dat hij zowel met een rechtse als een linkse Israëlische regering wil onderhandelen, ondanks de „vele moeilijkheden die dit oplevert”, haast men zich te erkennen dat Israël het hem hiermee inderdaad wel erg moeilijk maakt. Dat dit een fundamenteel democratisch principe is, dat Arafat in eigen huis misschien ook eens zou moeten toepassen, wordt niet gezegd. Zelfs niet na zeven jaar regeren en onderhandelen, waarbij Arafat in de zomer van 2000 een Israëlisch aanbod afwees voor volledige deling van het bestreden territorium en oprichting van een Palestijnse staat - waarna de intifada uitbrak.
Stilzwijgen
Israël en de Verenigde Staten hullen zich eveneens in stilzwijgen als het om Palestijnse verkiezingen gaat. Dit is niet vreemd: peilingen onder de Palestijnen wijzen op een belangrijke radicalisering. Verkiezingen zouden niet alleen de Jihad en de Hamas in het zadel kunnen helpen; Arafats eigen partij. Fatah, is in de afgelopen jaren ook sterk geradicaliseerd. De samenwerking tussen Fatah met Jihad en Hamas bij het plannen van terreurdaden jegens Israëlische doelen zal onvermijdelijk doorklinken in verkiezingen. Openlijk antisemitisme is hierbij het sleutelwoord. Zolang expliciete Arabische Jodenhaat beperkt blijft tot de Arabische media, zoals momenteel het geval is, kunnen de Verenigde Staten de schade die dit het Palestijnse imago toebrengt in het Westen, nog beheersen.
Maar wat gebeurt er wanneer een meerderheid van de Palestijnse partijen een verkiezingsprogramma presenteert waarin antisemitisme en het ontkennen van het bestaansrecht van een Joodse staat Israël een belangrijk agendapunt is? Hoe reageren de leiders van de Europese Unie wanneer westerse journalisten deze Palestijnse ideeën als legitieme verkiezingsprogramma’s in de dagbladen publiceren?
Inderdaad: het Europese plan zal een schokeffect teweegbrengen. Niet zozeer deel twee - de oprichting van de Palestijnse staat. Dat idee kenden we al, daar staat iedereen achter, zelfs de Israëlische premier Ariel Sharon bevestigde dit vorige week opnieuw tegenover de Amerikaanse president Bush.
Beroering
Het zijn de verkiezingen van de Palestijnen die voor een grote beroering zullen zorgen. Niet zozeer onder Palestijnen en Israëli’s die, naast elkaar levend, heel goed weten hoe de situatie ervoor staat. Evenmin onder de regering van de Verenigde Staten, die zwijgt over Palestijnse verkiezingen en heeft erkend dat Arafat in grote mate verantwoordelijkheid draagt voor de negatieve geweldsspiraal. Maar wel in Europa, dat zijn beeld van zowel de Palestijnse Autoriteit alsook de gewone man daar in de straat drastisch zal moeten bijstellen.
De auteur is publicist en woont in Tel Aviv.