Kerk & religie

Welvaartsevangelie als moderne aflaat

GRONINGEN. De beloften van het welvaartsevangelie tonen verwantschap met de aflaathandel uit de late middeleeuwen. Doel is nu niet meer uit het vagevuur te komen, maar om in dit aardse leven welvarend en voorspoedig te worden, stelt de Afrikaanse pinkstertheoloog dr. Viateur Habarurema uit Rwanda.

Klaas van der Zwaag
30 October 2015 13:35Gewijzigd op 15 November 2020 22:58
Beeld RD
Beeld RD

Habarurema promoveerde deze maand aan de Protestantse Theo­logische Universiteit (PThU) in Groningen op de problematiek van het welvaartsevangelie in Afrika. Dit type evangelie houdt in dat een christen die veel geld geeft aan de kerk of voorganger, door God wordt gezegend met overvloedige materiële welstand. Hoe meer geld iemand weggeeft, hoe meer materiële zegeningen hij mag verwachten.

Er wordt gesproken van ”bankieren in het geloof” (”banking in faith”) of ook het zaaien van geloofszaad (”seed-faith”). Gevers die in geloof hun gaven schenken, mogen verwachten te kunnen oogsten in de vorm van geld, succes en andere vormen van geluk. Armoede of ongeluk wordt daarentegen dikwijls gezien als logisch gevolg van een gebrek aan oprechtheid in het geven aan God.

Het welvaartsgeloof wordt onder meer gefundeerd op 2 Korinthe 8 en 9, zo zet de promovendus uiteen in zijn proefschrift ”Christian Generosity according to 2 Cor. 8-9. Its Exegesis, Reception, and Interpretation Today in Dialogue with the Prosperity Gospel in Sub-Saharan Africa”. In dat tekstgedeelte roept Paulus op tot een collecte in de Griekse gemeenten voor de verarmde christelijke gemeente in Jeruzalem. Hij schrijft dan, in 
2 Kor. 9:6: „wie karig zaait, zal karig oogsten; wie overvloedig zaait, zal overvloedig oogsten.”

Habarurema toont in een exegetische discussie over deze hoofdstukken aan dat hierin vaak het begrip ”genade” voorkomt, waaraan de predikers van het welvaartsevangelie zijns inziens veelal voorbijgaan. Op grond van commentaren uit de kerkgeschiedenis toont hij aan dat Paulus de collecte ziet als een uiting van Gods genade. Een christen die geeft, doet dit vrijwillig en niet onder druk, en hoeft ook niet meer te geven dan hij kan missen. Daarnaast verklaren de commentaren dat het geven van aalmoezen door God beloond zal worden, hetzij in dit leven, hetzij na dit leven.

Lijden

Habarurema wil niet de indruk wekken dat er alleen negatieve dingen over het welvaartsevangelie aangevoerd kunnen worden, zegt hij desgevraagd. „Er zijn ook positieve aspecten te noemen. Er is bijvoorbeeld een oprecht zoeken naar een volheid van leven die door de Schriften wordt beloofd, een gezegend leven in zowel aards als geestelijk opzicht. Gelovigen moeten hun talenten gebruiken en kunnen daarin zegen verwachten. Het welvaartsevangelie durft ook reële levensvragen aan de orde te stellen. Veel wat in de Bijbel staat, gaat immers over dit leven.”

Dat neemt niet weg dat de bezwaren overheersen. Habarurema: „Het grootste bezwaar is dat God wordt gezien als een instrument ter wille van de eigen behoeften en verlangens. Men dwingt God als het ware om Zich naar de mens te richten. Gods beloften in de Bijbel worden voorgesteld als een onomkeerbare wet van oorzaak en gevolg. Ik mis het vermogen om menselijk lijden en falen een plaats te geven. Geloof in Christus leidt niet per se tot materiële welstand, maar kan ook pijn en lijden met zich meebrengen. Daar weten de predikers van het welvaartsevangelie geen raad mee.”

Afrika

Viateur Habarurema (1971) studeerde theologie in Rwanda (Butare), Brussel, Amsterdam en Kampen/Groningen. Hij is docent Nieuwe Testament en Grieks aan de Faculty of Theology and Religious Studies van het Protestant Institute of Arts and Social Sciences (PIASS) te Butare en als predikant verbonden aan de Pinksterkerk in Rwanda (ADEPR).

Het welvaartsevangelie is een van de belangrijkste trends in het Afrikaanse pinksterchristendom. Het wint vooral terrein in Afrika ten zuiden van de Sahara, waar de pinksterbeweging een snelle groei doormaakt. Het welvaartsevangelie knoopt aan bij Afrikaanse tradities. Habarurema: „Een Afrikaan gelooft in kwade geesten en demonen. Het gebed in de pinksterkerken heeft een oproepende kracht en beoogt de ontmanteling van de kwade machten. De visie op het gebed is verder gekleurd door het Afrikaanse traditionele geloof dat niets bij toeval gebeurt en dat kwade machten mensen kunnen onderdrukken. Hoewel Afrikaanse pinksterkerken in het algemeen vijandig staan tegenover Afrikaanse traditionele religies, hangen zij feitelijk dezelfde wereldbeschouwing aan. Ook worden armoede en honger vaak teruggebracht tot invloeden van kwade geesten en hekserij, waarop het welvaartsevangelie het verlossende antwoord wil geven.”

Loze beloften

Dr. Habarurema voelt zich een eenling onder zijn pinkstercollega’s in zijn kritische evaluatie van het welvaartsevangelie. „Onder academische collega’s roep ik herkenning op. Het probleem ligt echter bij de voorgangers in het veld en evangelisten tijdens massale bijeenkomsten, mensen die over het algemeen weinig opleiding hebben gehad. Veel gelovigen laten zich meeslepen door allerlei loze beloften. Zij geven soms hun laatste geld aan de kerk en merken dan dat hun hooggespannen verwachtingen totaal niet uitkomen. Deze gebeurtenissen zijn erg schadelijk voor de kerk en de zaak van het Evangelie.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer