Handzaam én leerzaam
Titel:
”De handzame Calvijn” (serie Denkers over religie)
Auteur: Rinse Reeling Brouwer, uitg. Van Gennep, Amsterdam, 2004
ISBN 90 5515406 7
Pagina’s: 340
Prijs: € 22,50. Even dacht ik dat ik het niet goed verstaan had toen iemand mij de titel van dit boek noemde. ”De handzame Calvijn”. Dat ik dit nog mag meemaken, dat iemand Calvijn handzaam noemt! De titel van het boek van dr. Rinse Reeling Brouwer, universitair docent dogmageschiedenis aan de Theologische Universiteit Kampen (Oudestraat), is geheel in strijd met het beeld dat tegenstanders al bij Calvijns leven van hem schetsten.
Calvijn is in de loop van de eeuwen beschuldigd van alle eigenschappen die enige handzaamheid weerspreken. Een kwaadwillende lezer zou mogelijk stellen dat Reeling Brouwer gewoon bedoeld heeft dat er nu een handig boek is met Calvijnteksten. Niet Calvijn, maar het boek van Reeling Brouwer is handzaam. Echter, beide invullingen zijn bedoeld. Dit is een boek waarin je handig inzicht krijgt in het werk van Calvijn. Maar ook een Calvijn waar je vandaag wat mee kunt.
Wat dat laatste betreft, mag er allereerst lof en waardering zijn voor de vertalers van de door Reeling Brouwer uitgekozen teksten. Hannie Vermeer-Pardoen en Hein van Dolen hebben het aantrekkelijke van Calvijns manier van schrijven heel goed in het Nederlands weten weer te geven. Hun werk brengt mij en wellicht menig andere lezer bij de vraag of deze beide mensen niet nog meer van Calvijn zouden kunnen vertalen.
Selectie
Reeling Brouwer komt de eer toe goede keuzes te hebben gemaakt uit het immense werk van Calvijn. Stukken uit de commentaren, uit de Institutie, uit brieven, gebeden en het kleine traktaat over het Avondmaal vormen in tien hoofdstukken een goede ingang tot het denken van de reformator. In zijn ”Woord vooraf” merkt Reeling Brouwer op dat er natuurlijk over de selectie gediscussieerd kan worden. Dat zal ik dus ook maar niet doen, ook al niet omdat iemand die zo veel werk steekt in het toegankelijk maken van Calvijn wat anders verdient dan discussie.
Reeling Brouwer geeft ook aan dat hij grote waardering heeft voor Calvijn. Beter dan hij kan ik het niet zeggen en daarom even deze zin: „Het is mijn overtuiging dat een geloofstraditie die haar voortrekkers minacht niet alleen voor ruggengraatloos, maar ook voor ergerniswekkend lui moet worden gehouden en dat ik mij met Calvijn als een van die voortrekkers verbonden voel.”
In de inleidingen is deze verbondenheid goed merkbaar. Reeling Brouwer heeft kritiek en waardering. Aan de hand van Calvijn valt er veel te ontdekken in de theologie. Maar tegelijk, aldus Reeling Brouwer, moet men „met Calvijn boven Calvijn uitgaan.”
Bij de hand
Als het gaat om dit „met Calvijn boven Calvijn uitgaan”, rijst de vraag of Reeling Brouwer soms niet wat erg ver gaat in zijn oordeel over Calvijn. In zijn ”Woord vooraf” schrijft hij al dat professor Balke hem voor enkele historische blunders heeft bewaard, maar dat deze met Reeling Brouwer van mening verschilde over sommige passages in diens inleiding. Bij dat meningsverschil kan ik me wel iets voorstellen. Ik denk dat dit het geval was toen Reeling Brouwer stelde dat Calvijn er ten aanzien van de Bijbel veronderstellingen op nahield die vandaag „door geen serieuze onderzoeker meer worden onderschreven.” Hij doelt dan op „een paradijs dat ooit in de hof van Eden zou hebben bestaan” en op de zondeval als een historisch gebeuren. Is dit nog wel een inleiding op een tekst van Calvijn? En geeft Reeling Brouwer hier niet alleen een oordeel over Calvijn, maar ook over bijvoorbeeld huidige exegeten die nog wel geloven dat hof en val historische feiten zijn?
Zeker, Calvijn komt in zijn uitleg soms wat „bij de hand” over, maar geldt dat niet ook van het historisch-kritisch onderzoek waarnaar Reeling Brouwer verwijst? Evenwichtig is het oordeel over de gedachte dat Genève ten tijde van Calvijn veel op een politiestaat leek. Reeling Brouwer kan zich bij die kwalificatie iets voorstellen, maar zegt tegelijk dat we de situatie van toen niet vanuit onze kennis nu moeten beoordelen. Had op zijn minst deze benadering niet ook bij de beoordeling van Calvijns bijbeluitleg gepast?
Correctie
Ondanks deze moeite, overweegt de waardering. De handzame Calvijn moet ter hand genomen worden en dan moeten wij vandaag zeker niet zo alles van hem aan- of overnemen. Maar dat gevaar is niet zo groot als het ongenuanceerd afwijzen of het negeren van de reformator. Ons door Calvijn laten corrigeren in zake de visie op het avondmaal, ons laten stimuleren door zijn zorgvuldig luisteren naar de tekst van de Schrift en ons laten leren door wat hij zegt over zingen en bidden, is wat dit boek ons zeker te bieden heeft.
Calvijn heeft wel degelijk iets te zeggen, vandaag. Bovenal echter is het de inzet voor de zaak van de Heere en Zijn Kerk die treft in deze bundel. De kerk kent bij hem een grote ruimte, maar ook heel duidelijke grenzen. Calvijn strijdt niet voor zijn eigen zaak, maar voor de eer van God en het heil van de mens. Dit alles is te proeven in al deze teksten. En dat proeven smaakt naar meer.