Opvang illegalen: tijdelijk, landelijk of tóch lokaal?
DEN HAAG. „Het is complex”, zei vicepremier Asscher donderdag over de bed-, bad- en broodcontroverse. Waarom? En over welke opties breken VVD en PvdA zich vrijdag het hoofd?
Rond de noodopvang voor illegalen bestaat al jaren een ietwat schimmige situatie. De tussen het Rijk en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) overeengekomen, formele lijn luidt dat noodopvang niet is toegestaan, omdat het afbreuk doet aan het asielbeleid.
De IND beoordeelt wie de asielprocedure in mag en wie eenmaal is uitgeprocedeerd hoort te vertrekken, is de papieren werkelijkheid. (Nood)opvang krijgt de uitgeprocedeerde alleen als hij wil meewerken aan zijn vertrek.
Allemaal mooi en aardig, roepen burgemeesters van grote steden al jaren. Maar moeten wij dan lijdzaam toezien hoe tientallen illegalen bij nacht en ontij over onze straten zwerven? Toevallig gaan wij wel over de openbare orde en veiligheid! Tegen die achtergrond onstonden de laatste maanden in meerdere steden toch noodvoorzieningen. Op zich vrijblijvend, totdat de Centrale Raad van Beroep in december in een uitspraak in kort geding opeens bepaalde dat deze noodopvang tijdelijk een taak van gemeenten is. Tijdelijk houdt in, tot en met twee maanden na de resolutie van het Comité van Ministers, die woensdag verscheen.
Tijdelijk
Een optie die tegen die achtergrond ongetwijfeld door het hoofd van de VVD-onderhandelaars is geflitst is: het treffen van een tijdelijke, financiële regeling voor die gemeenten die gehoor geven aan de uitspraak van de rechter. Zeg maar, de absolute bodemvariant. Of de PvdA daarmee kan leven, is echter twijfelachtig. De PvdA’ers zullen verwijzen naar de speciale VN-mensenrechtenrapporteur Philip Alston. Deze noemde het stoppen met noodopvang donderdag „immoreel en illegaal.”
Landelijk
Als de VVD al wil meewerken aan een structurele opvang, dan aan een zo sober mogelijke. De inmiddels afgetreden staatssecretaris Teeven had daar al plannen voor: twee of drie grote noodopvangcentra in bijvoorbeeld Ter Apel en Gilze-Rijen. Het is creatief, maar als het niet werkt, zullen de grote stadsburgemeesters gewoon door willen met hun lokale opvang. Den Haag heeft de keus daarvoor al gemaakt, verzekerde VVD-burgemeester Van Aartsen donderdag.
Toch lokaal
Toch maar gaan onderhandelen over een structurele, lokale noodopvang lijkt zodoende toch het meeste perspectief te bieden. Ook dat roept echter tal van vragen op. Hoe verdelen Rijk en gemeenten de kosten, wie voorkomt dat de opvang uit de hand loopt en in kwaliteit niet te veel van plaats tot plaats verschilt? Eén verzuchting zullen de onderhandelaars vrijdagavond nog menig keer slaken: „Het is complex.”