Binnenland

Vier uur was het vlot een speelbal van de golven

NIEUWERKERK. Moeder Dorst bezweek aan de kou. Buurman verdronk. Maar de twee anderen op het vlot kwamen behouden aan land. „Mijn broer en ik”, zegt M. Dorst.

L. Vogelaar
2 February 2015 11:13Gewijzigd op 15 November 2020 16:21
Belangstellenden van alle leeftijden tijdens de jaarlijkse herdenking van de watersnood van 1953 in het zwaargetroffen Nieuwerkerk. Onder toeziend oog van de dorpsraadvoorzitter plaatsten schoolkinderen zaterdagmorgen een krans bij het watersnoodmonument
Belangstellenden van alle leeftijden tijdens de jaarlijkse herdenking van de watersnood van 1953 in het zwaargetroffen Nieuwerkerk. Onder toeziend oog van de dorpsraadvoorzitter plaatsten schoolkinderen zaterdagmorgen een krans bij het watersnoodmonument

En daarom stond de 86-jarige Nieuwerkerker zaterdagmorgen op de begraafplaats van zijn dorp. Zijn dorp, dat grotendeels onderging, en waar 290 van de 1860 inwoners omkwamen.

Dorst woonde aan de Ooststraat. „Er kwamen mensen onze kant op drijven. Die haalden we door het raam naar binnen, de zolder op. Daar lagen ze op bed. Ze wilden niet mee het dak op.”

Toen het huis instortte, dreef Dorst met zijn moeder, broer en buurman weg. Buurvrouw was al verdronken.

Zaterdag was het kil tijdens de herdenking. Winterse buien joegen over Duiveland. Maar destijds… „Koud dat het was!”

Vier uur waren ze een speelbal van de golven. Moeder overleed op het vlot voordat het tegen het wrakhout stootte dat bij de dijk lag aangespoeld. Balancerend over de rommel probeerden de beide jonge mannen aan de kant te komen. „Ik greep naar een jong boompje, maar miste. Toen ben ik nog erg nat geworden. Mijn broer en ik riepen allebei: Help, help! Uiteindelijk wisten we op de dijk te komen. We zaten met zeventig of tachtig man in een boerderij.”

Dinsdags hield Dorst het niet langer uit. „Gelukkig had ik vanaf het vlot gezien dat de boerderij waar mijn vriendin woonde, nog overeind stond. Maar leefde ze nog? Dat wist ik niet. We zijn over de dijk naar Oosterland gelopen. Daar stapten we met z’n drieën op een vlot toen het laagwater was. Met stukken hout zetten we ons af op de rijksweg.

Bij de melkfabriek lag een boot uit Yerseke die vanwege het laagwater niet verder kon. Die mensen stonden te kijken wat daar opeens aan kwam drijven. Ze hebben ons met een roeiboot naar het hoger gelegen centrum van Nieuwerkerk gebracht. Daar vond ik mijn vriendin terug. En mijn vader.” Ontroerd: „Toen moest ik hem vertellen dat moeder de ramp niet overleefd had.”

Nu staat Dorst op de begraafplaats, samen met honderden andere Nieuwerkerkers, tussen lange rijen grafstenen. Identieke vierkante stenen, met namen en geboortedata. Soms een rijtje met dezelfde achternaam; meerdere slachtoffers uit één familie.

Er klinkt muziek, twee kinderen plaatsen een krans, vijf kinderen lezen een gedicht voor. Over het geroep: „Het water komt eraan. Laten we snel naar zolder gaan.” Het is alsof de woorden tegen al die kille stenen echoën. „Bij veel mensen is het verdriet groot.”

Ds. P. Verhaar, die na ruim vier jaar uit het dorp vertrekt, hoorde veel verhalen. „Over het water dat steeds hoger kwam, de meubels die tegen het plafond bonkten. De generatie die dat vertelt, valt steeds meer weg; ik heb er meerderen van begraven.

Een ouderling van mijn gemeente was op 30 januari geboren, ruim een dag voor de ramp. De broodmand waarin hij werd geëvacueerd, staat nu in het Watersnoodmuseum.”

Ds. Verhaars hersteld hervormde gemeente –officieel in Sirjansland– houdt diensten in de vroegere gereformeerde kerk in Nieuwerkerk. Een gebouw dat diep in het water kwam te staan. „Een steentje geeft de waterhoogte aan. Zo worden de kerkgangers er iedere week aan herinnerd. Maar dan moeten ze wel omhoogkijken; zo hoog kwam het water toen.”

„Ouderen vrezen soms dat de ramp in de toekomst niet meer herdacht zal worden”, merkt wethouder C. H. van den Bos. Maar daar ziet het niet echt naar uit: alle leeftijden zijn aanwezig tijdens de herdenking, inclusief enkele schoolklassen.

In tegenstelling tot zeven andere plaatsen werd de watersnood in Nieuwerkerk niet op zondag herdacht. In Sirjansland was er vanmorgen een plechtigheid. In andere plaatsen heeft de herdenking om de vijf jaar plaats; de eerstvolgende keer in 2018.

Petten gaan af als tijdens de minuut stilte wordt teruggedacht. „Nieuwerkerk door het dal der schaduwen des doods”, zegt dorpsraadvoorzitter R. J. Dekker. „Het is belangrijk dat we jaarlijks herdenken; dat de jeugd erbij betrokken is. De Deltawerken hebben hun werk gedaan. Laten we de Heere vragen of Hij ons wil bewaren voor zoiets ergs.”

Meer over
Watersnood 1953

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer