Opinie

Laat eenieder een steentje bijdragen

Wie de vruchten van een goed functionerende samenleving wil plukken, moet naar vermogen participeren en een bijdrage leveren aan deze samenleving, stellen Jan Schippers en Johan van de Worp.

Jan Schippers en Johan van de Worp
22 October 2014 08:28Gewijzigd op 15 November 2020 13:46
„Burgerschap is niet vrijblijvend, maar een morele plicht. Vertrouwen vraagt erom de vrijheid op een verantwoorde manier in te vullen.” beeld RD, Henk Visscher
„Burgerschap is niet vrijblijvend, maar een morele plicht. Vertrouwen vraagt erom de vrijheid op een verantwoorde manier in te vullen.” beeld RD, Henk Visscher

Afgaande op eenmalige opiniepeilingen is het slecht gesteld met het vertrouwen van Nederlanders in politieke instellingen. Langjarige metingen laten gelukkig een wat genuanceerder beeld zien. Op de lange termijn bezien is er namelijk geen sprake van een duidelijke daling in het vertrouwen, wel van fluctuaties. Deze fluctuaties lopen verrassend parallel met de politieke ontwikkelingen van het moment. De val van het eerste kabinet-Rutte in april 2012 leidde bijvoorbeeld tot een daling van het vertrouwen. Na de vliegramp met de MH17 in Oekraïne was deze zomer juist weer een stijging van het vertrouwen in regering en Tweede Kamer waarneembaar.

Burgers geven de laatste jaren wel aan dat zij minder vertrouwen hebben in politici zelf. De bekende Duitse filosofe Hannah Arendt (1906-1975) stelde eens dat politici per definitie niet te vertrouwen zijn. Betrouwbaarheid is volgens haar dan ook allesbehalve een politieke deugd.

Zonder afbreuk te willen doen aan het feit dat politici morele voorbeelden zouden moeten zijn, is deze visie op de (publieke) daden van politici ons te eenzijdig. In het vandaag verschenen boek ”Bouwen aan vertrouwen” pleiten wij er daarom voor dat de overheid, de maatschappij en de markt hun juiste verantwoordelijkheden leren verstaan. Alleen via die weg is herstel van vertrouwen in politiek en samenleving mogelijk.

Driehoeksverhouding

Vertrouwen en betrouwbaarheid zijn geen inwisselbare begrippen. Van Dale omschrijft vertrouwen als het „geloof in iemands goede trouw en eerlijkheid.” Betrouwbaarheid daarentegen is een deugd of eigenschap die wordt toegekend aan degene die te vertrouwen is. Wil een overheid daadwerkelijk betrouwbaar zijn, dan veronderstelt dit allereerst dat zij te vertrouwen is.

Daarbij komt dat vertrouwen altijd gebaseerd is op wederkerigheid. Om die reden zien wij graag dat iedereen in de samenleving zijn of haar steentje bijdraagt. Burgers ten opzichte van elkaar, door onderling elkaar te helpen en bij te staan. Ook de overheid kan haar steentje bijdragen door los te laten, ruimte te geven en aan te moedigen. Uiteraard staat daarbij voorop dat de overheid een schild der zwakken is. Zeker met het oog op de naderende decentralisaties in het sociale domein vraagt dat om een heldere afbakening van verantwoordelijkheden.

Vertrouwen vereist kortom burgerparticipatie én overheidsparticipatie. Modelmatig gezegd: verantwoordelijkheid, vrijheid en vertrouwen staan tot elkaar in een driehoeksverhouding. Deze drie moeten in evenwicht zijn, met het principe gerechtigheid als de spil waar alles om draait.

Wanneer vertrouwen, verantwoordelijkheid en vrijheid in de juiste verhouding staan –dat wil zeggen: in evenwicht zijn– is er sprake van een positieve spiraal. Hoe meer vertrouwen u immers heeft in een bepaald persoon, hoe meer verantwoordelijkheid er bij die persoon berust om dat vertrouwen niet te beschamen. Omgekeerd geldt dat bij een disbalans een negatieve spiraal dreigt: hoe minder u iemand vertrouwt, des te kleiner worden zijn verantwoordelijkheid en vrijheid om het vertrouwen waar te maken.

Rechten en plichten

Vrijheid is nooit los verkrijgbaar, maar gaat altijd samen op met verantwoordelijkheid. Vrijheid berust op gedeelde waarden en normen en maatschappelijke instituties. Zij is tevens gebaseerd op rechten én plichten. Te veel vrijheid kan al snel tot individualisering leiden, te weinig vrijheid tot dwang.

Focussen wij op de relatie tussen individu en samenleving, dan zal een sterk accent op individuele rechten het persoonlijke verantwoordelijkheidsbesef ondermijnen. Een overvloed aan wet- en regelgeving helpt evenmin: mensen houden zich aan de regels om een eventuele straf te ontlopen, maar intrinsiek hechten zij er niet aan. Regels zijn pas effectief als de onderliggende waarden en normen door burgers worden geïnternaliseerd.

Burgerschap is niet vrijblijvend, maar een morele plicht. Vertrouwen vraagt erom de vrijheid op een verantwoorde manier in te vullen.

Deze drie principes hebben alles te maken met gerechtigheid. Als de overheid waarden en normen centraal stelt, schept zij de randvoorwaarden die vertrouwen vereisen. De overheid moet met andere woorden haar kerntaken uitvoeren: veiligheid waarborgen, optreden bij overtreding en zorgen voor de sociaal kwetsbaren. Omgekeerd dienen burgers zo veel mogelijk zelf initiatieven te ontplooien, zodat afhankelijkheid van de overheid wordt vermeden.

Burgerparticipatie

Kortom, wie de vruchten van een goed functionerende samenleving wil plukken, moet naar vermogen participeren en een bijdrage leveren aan deze samenleving. Het voorstel van CDA-leider Buma om de maatschappelijke dienstplicht in te voeren is daarom zo gek nog niet. In de vorm van een maatschappelijke stage leren leerlingen hun verantwoordelijkheid ten opzichte van de naaste te verstaan, dragen zij bij aan de sociale cohesie en worden zij persoonlijk gevormd. Maar ook hier geldt: liever vrijwilligerswerk gedaan vanuit het hart en met oog voor de naaste, dan enkel voor de bühne.

De auteurs zijn respectievelijk directeur en wetenschappelijk medewerker (ad interim) van de Guido de Brès-Stichting, het wetenschappelijk instituut voor de SGP.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer