Opinie

Commentaar: Vliegtuigen doorzoeken geen huizen

De Iraakse minister-president Haider al-Abadi weet het zeker. Er kan „geen sprake van zijn” dat buitenlandse troepen op het grondgebied van zijn land zullen vechten tegen strijders van de extremistische Islamitische Staat (IS).

Hoofdredactioneel commentaar
18 September 2014 13:19Gewijzigd op 15 November 2020 12:59
DHULUIYA. De Iraakse premier Al-Abadi wil geen buitenlandse troepen op zijn gerondgebied. beeld AFP
DHULUIYA. De Iraakse premier Al-Abadi wil geen buitenlandse troepen op zijn gerondgebied. beeld AFP

„Het is niet alleen niet noodzakelijk. We willen ze niet hebben. We hebben ze niet nodig. Punt uit”, sprak Abadi woensdag gedecideerd tegenover persbureau Associated Press.

Heldhaftige woorden voor een premier die nog maar net komt kijken. Kennelijk is hij vergeten dat het Iraakse leger tot nu toe weinig heeft klaargemaakt tegen de strijders van IS. Sterker nog: in veel gevallen wisten Iraakse regeringsmilitairen niet hoe snel ze moesten vluchten toen ze oog in oog met de inmiddels geharde jihadisten kwamen te staan.

Dat is wel een beetje jammer. Want je kunt nog zo veel harde woorden spreken over de invasie in Irak in 2003. En over de vermeende dreiging van Iraakse massavernietigingswapens. En over Saddam Hussein – als de slechtste man van de hele wereld die zo snel mogelijk van het toneel moest verdwijnen.

Allemaal zaken waarover we ons elf jaar na dato op zijn minst nog eens flink achter de oren mogen krabben.

Maar niemand kan ontkennen dat de internationale gemeenschap –Nederland incluis– kosten noch moeite heeft gespaard om de Iraakse strijdkrachten voor te bereiden op het tijdperk na de westerse aanwezigheid – om het maar vriendelijk aan te duiden. Talloze trainingsmissies en miljoenen euro’s aan materieel zijn aan het Arabische land ten koste gelegd.

Regelrechte politieke crises werden door de discussie over voortgaande militaire aanwezigheid in Irak veroorzaakt. Zelfs de toenmalige presidentskandidaat Barack Obama verbond zijn politieke lot aan de terugtrekking van het Amerikaanse leger uit Irak.

Het Westen hééft zich uit Irak teruggetrokken. Is het land daarmee veiliger geworden? Tja, de berichten over aanslagen en andersoortig geweld halen doorgaans niet eens de media meer. Maar of de Iraakse veiligheidsdiensten effectief de orde in het land kunnen bewaren –al dan niet met westers materieel– is intussen maar zeer de vraag.

Juist nu Irak met misschien wel de grootste bedreiging ooit wordt geconfronteerd, sluit de Iraakse premier inzet van buitenlandse grondtroepen tegen de Islamitische Staat uit. Fijn, laat Haider al-Abadi deze klus dan zelf opknappen, zal menigeen wellicht denken.

Maar nee, dat kan niet. Want daarvoor vormt de Islamitische Staat een te grote bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid. Zeker omdat IS gek genoeg allerhande vreemd volk uit het buitenland aantrekt om aan zijn uiterst wrede praktijken deel te nemen.

Luchtaanvallen zijn vooralsnog het eerste antwoord van Amerika en de rest van de inmiddels gevormde coalitie. Lekker makkelijk. Een minimale kans op slachtoffers – en dus weinig politiek risico. Feit blijft intussen –zoals een van de kranten deze week kopte– dat vliegtuigen nog altijd geen huizen kunnen doorzoeken.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer