De CU-voorman zei dat zaterdag tijdens een afsluitende speech op het congres van zijn partij in Ede. Slob doelde concreet het gekissebis van de twee in de media over de toekomstige inrichting van het belastingstelsel. De PvdA wil graag vermogens meer belasten, de VVD is daartegen. Als de twee doorgaan elkaar te bevechten, krijgt het kabinet „een zwart randje. Dat is in het verleden wel vaker gebeurd.”

Slob riep in herinnering dat Zijlstra en Samsom vorig jaar een beroep deden op de oppositiepartijen om in een tijd van crisis niet het partijpolitieke belang maar het landsbelang voorop te stellen.

Volgens Slob is deze oproep nog onverminderd van kracht. „Zijn we dat ook niet verplicht aan de bijna 700.000 werkzoekenden in dit land?” aldus Slob. De kwartaalcijfers van het CPB hebben volgens hem duidelijk gemaakt dat de crisis nog lang niet voorbij is. Er staan nog teveel werkzoekenden langs de kant.

Slob riep de coalitie op bij de begrotingsbesprekingen de lasten op arbeid in het komende jaar zo laag mogelijk te houden: „Daarmee kunnen werkgevers personeel vasthouden en mogelijk zelfs weer nieuw personeel aannemen.” Verder zal er volgend jaar ook extra geld moet komen voor „mensen die het minder breed hebben, dichtbij of ver weg.”

Verder riep Slob het kabinet op de komende tijd meer ambitie te tonen: “De schappen van de winkel van het kabinet beginnen wel wat leeg te raken.”

Een van de dingen die het kabinet moet oppakken, is herziening van het belastingstelsel.

Slob wil dat in het nieuwe stelsel de kleine spaarder ontzien wordt: „Dat hogere inkomens en vermogens meer kunnen bijdragen is evident. Maar laten we kleine spaarders nu eens met rust laten.”’

Ook de giftenaftrek moet van Slob in stand blijven: „En zeg ik met nadruk: geen aantasting van de giftenaftrek.”

Tot slot riep Slob het kabinet op zich intensiever bezig te houden met het onderwerp participatiesamenleving. De brief die kabinet hierover stuurde, had volgens hem „de diepgang van een kinderbadje. Dat was een flutbrief. Dat kan echt stukken beter. Ik daag het kabinet uit om juist met dit onderwerp de komende tijd aan de slag te gaan.”