Commentaar: Voor verzoening in Oekraïne is man als Mandela nodig
Als men de overgangsregering in Oekraïne één ding kan toewensen is het wel de wijsheid om de rust weer terug te brengen. Voor een land is niets zo funest als dat de scholen zijn gesloten, de bedrijven hun goederen niet kunnen afleveren en burgers bang zijn om de straat op te gaan. In sommige streken van Oekraïne –voornamelijk in de hoofdstad Kiev– is dat nu wel het geval.
De interim-regering heeft als belangrijkste opdracht om voor eind mei presidentsverkiezingen voor te bereiden. Dat is al vrij snel. Er is nu dus geen tijd meer te verliezen.
Heel belangrijk is dat er kandidaten van grote kwaliteit zijn. De presidenten die Oekraïne na zijn onafhankelijkheid begin jaren negentig heeft gekend, waren voornamelijk leiders van bepaalde groepen in de Oekraïense samenleving. Echte staatsmannen die boven hun partijen uitstegen, heeft het land nog niet gehad. Dat is een van de redenen waarom het steeds weer fout gaat.
Het is niet uitgesloten dat de nu gevluchte president Janoekovitsj als de beste Oekraïense president uit de bus komt. Niet dat hij geen Russisch-autoritaire stijl had, evenmin dat hij niet corrupt was, maar als bestuurder leek hij de zaak beter in de hand te hebben dan veel van zijn voorgangers.
De twee oppositieleiders die momenteel in het Westen bekendheid genieten, zijn de oud-bokser Vitali Klitsjko en voormalig premier Joelia Timosjenko, die zaterdag uit de gevangenis werd vrijgelaten.
Van Klitsjko is duidelijk dat hij in eigen gelederen al een deel van zijn krediet is kwijtgeraakt, alleen omdat hij bereid was te onderhandelen met president Janoekovitsj. Zulke ervaringen kunnen Klitsjko helpen boven zijn achterban uit te groeien, maar de kiezer zal hem daar eerst een kans voor moeten geven.
Timosjenko kan met schone handen de verkiezingsstrijd in. In haar rolstoel vestigt zij het beeld van kwetsbaar slachtoffer van Janoekovitsj. Uit het verleden weten we echter dat zij een ster is in opportunisme en machtspolitiek. Of zij de ideale staatsvrouw is, valt dus te betwijfelen.
De tegenstelling in Oekraïne is zo groot dat er eerst en vooral nationale verzoening nodig is. Een figuur als Nelson Mandela kan daarbij helpen. Maar iemand met die gaven, lijkt zich nog niet te hebben gemeld.
De macht ligt nu bij het parlement, mede door de grondwetswijziging van eind vorige week. Theoretisch is dat een vooruitgang. Wereldwijd gezien functioneren parlementaire stelsels doorgaans beter dan presidentiële (met de Verenigde Staten als enige uitzondering).
Maar in Oekraïne is het de vraag of het parlement meer vertrouwen verdient dan de president. Bekend zijn de beelden van vechtpartijen in de volksvertegenwoordiging. Ook vorige week gingen politici er weer op de vuist.
Een parlement is een plaats om te praten. Het doel daarvan is vechten te voorkomen. De politiek in Oekraïne vertoont te vaak het beeld van bloeddorstige groepen in een strijd op leven en dood. Dat biedt weinig ruimte voor optimisme.