Wijkzuster met kopje koffie teken van solidariteit
De wijkzuster kan wel degelijk worden ingezet om een kopje koffie te drinken, reageert dr. Ruth Seldenrijk.
Volgens Bas Steenbergen is de wijkzuster te duur om een kopje koffie te drinken met de cliënt. Hij reageert op plannen van staatssecretaris Van Rijn, die naar een efficiënte participatiesamenleving toe wil, waarbij de wijkverpleegkundige voor ouderen weer een spilfiguur moet worden. Volgens Steenbergen zijn deze plannen niet efficiënt en zou de staatssecretaris kiezen voor de verzorgingsstaat.
Maar was het model van wijkzorg, zoals het al functioneerde in bijvoorbeeld 1950, inderdaad minder efficiënt en duurder dan vandaag? De NTVG-lezing 2013, afgedrukt in het gelijknamige Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, van dr. M. J. Trappenburg over ”De kern van solidariteit”, levert enkele aanvullende overwegingen op.
Allereerst is de zorg geen markt waarin het primair draait om efficiëntie. Het gaat om de zorgvrager, de patiënt, en niet om de ‘klant’. De zorgvrager gaat vanwege zijn of haar omstandigheden een zorgrelatie aan met een bij de vraag passende deskundige. Die relatie is een werk van barmhartigheid. Als zorg wordt vermarkt, sneuvelt die barmhartigheid echter. Zorgverlening moet zeker efficiënt worden verleend, maar de relatie, mededogen en barmhartigheid moeten voorop blijven staan.
Verder zou volgens critici de verzorgingsstaat hebben afgedaan, omdat die onbegrensd is. Maar volgens Trappenburg kan grenzen stellen weer lukken. Recente ontwikkelingen stemmen in ieder geval hoopgevend. Er is volgens haar onvoldoende reden om de verzorgingsstaat te vervangen door een participatiesamenleving. De verzorgingsstaat heeft te maken met universele naastenliefde en is een prachtige uitvinding, vergelijkbaar met de democratie en de rechtsstaat. Die zijn ook niet perfect en daar moeten we ook aan blijven werken. Maar die schaffen we ook niet af bij het eerste beetje tegenwind.
Mensen met de minste middelen hebben doorgaans de meeste behoefte aan gezondheidszorg. In een door de markt gestuurd systeem zouden zij buiten de boot vallen. Vermarkting veroorzaakt namelijk concurrentie om de meest koopkrachtige –minst behoeftige – patiënten aan te trekken. Gelijke toegang tot de zorg vereist echter solidariteit, het beste medicijn voor de gezondheidszorg. Dit temeer omdat kerkverlating afbreuk doet aan de sociale samenhang.
Voor de cultuur van de zorg is het dus noodzakelijk dat solidariteit en liefde domineren. Marktwerking is hier vervreemdend. Alleen waar sprake is van menslievende zorg, ontstaan gevoelens van veiligheid en vertrouwen. Daardoor komen er op den duur ook minder vragen om ondersteuning. Zo krijgen deskundigen die op de zorgrelatie gericht zijn en tegelijk hun werk goed organiseren, meer tijd.
We moeten niet ont-zorgen, maar beter zorgen (vergelijk Buurtzorg). De kop koffie van de wijkverpleegkundige is een teken van solidariteit. Te duur? Doe dan maar thee!
De auteur is directeur van de Nederlandse Patiënten Vereniging.