De afwaardering is volgens hem „een onderstreping van het feit dat we door moeten op de ingeslagen weg” met het kabinetsbeleid om de overheidsfinanciën op orde brengen en de economie structureel te hervormen.

Rutte verwacht geen grote gevolgen voor de rente. De afwaardering is „vaak al ingeprijsd” in de rente. Ook de economische groei, die op de helft ligt van de groei van de jaren tachtig-negentig, is ingeprijsd en al zichtbaar in de huidige rentestand.

Die is de laatste tijd iets gestegen en in de buurt gekomen van de rente die Oostenrijk betaalt, duidelijk hoger dan de Duitse rente. Rutte wees er op dat Nederland met een percentage van iets boven de 2 procent op leningen van 10 jaar desondanks nog steeds een „historisch” en „extreem lage” rente betaalt.

Hij zei dat de cijfers van S&P laten zien „dat we er nog niet zijn”. S&P stelde onder meer de groeiverwachting voor de Nederlandse economie voor volgend jaar naar beneden bij. Rutte wees er op dat de twee andere grote kredietbureaus de triple-A-status voor Nederland recent hebben herbevestigd.