Dat stellen de journalisten Lara Zizic en David Turner in de vorige week verschenen documentaire ”Mission Congo”.

In de nasleep van de Rwandese genocide in 1994, waarbij zo’n 800.000 mensen om het leven kwamen, vluchtten ongeveer 1 miljoen Rwandezen naar het naburige Zaïre, de huidige Democratische Republiek Congo. Robinsons hulporganisatie Operation Blessing International (OBI) trok destijds naar een vluchtelingenkamp in Goma.

Volgens andere hulpverleningsorganisaties die destijds aanwezig waren, bood het team van Robinson weliswaar Bijbels aan, maar ondernam het niets om de honger en de medische problemen in het kamp te bestrijden.

Een piloot van een door de organisatie van Robinson aangeschafte Boeing 727 vertelt dat hij in plaats van medicijnen, zware machines moest vervoeren. Een voormalige manager van OBI vertelt dat de organisatie na enkele weken stopte met het zenden van medische teams naar Goma. De met giften aangeschafte vliegtuigen werden daarentegen gebruikt door een mijnbouwbedrijf waarvan Robertson de eigenaar was.

Uit videobeelden uit 1994 zou bovendien blijken dat de televisiedominee goede vrienden was met de Zaïrese dictator Mobutu en kolonel Bagosora, die door het Rwandatribunaal tot levenslang is veroordeeld voor zijn aandeel in de genocide van 1994.

De documentaire stelt daarnaast dat Robertson in Zaïre een boerderij opzette om geld wit te wassen dat verdiend werd met het illegaal handelen in diamanten. Naar buiten toe stelde de predikant dat er juist voedsel werd geproduceerd.

Robertson stelt dat OBI veel medische hulp heeft gegeven aan de bevolking van de Democratische Republiek Congo. Zijn contacten met de toenmalige machthebbers waren volgens hem nodig om de hulpverlening aan de bevolking te kunnen coördineren.