Coalitie krijgt waarschijnlijk flinke dreun bij verkiezingen gemeenteraad
De combinatie van een wispelturig electoraat en weinig geprofileerde regeringspartijen maakt dat de PvdA en de VVD alle reden hebben om te vrezen voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2014, betoogt Peter van der Heiden.
De wekelijkse opiniepeilingen moeten bijna nachtmerries zijn voor het kabinet en de regeringspartijen. In ongekend tempo neemt de electorale steun voor VVD en PvdA af. Het vertrouwen in het kabinet is negen maanden na zijn aantreden sterk gedaald. Slechts een op de drie Nederlanders hoopt dat het kabinet-Rutte II de eindstreep haalt, en slechts een op de vier verwacht dat dit gebeurt. Twee derde van de bevolking zou dus het liefst zo snel mogelijk naar de stembus gaan. De peilingen van de laatste twee weken onderstrepen dit: de coalitiepartijen, nu nog met 79 zetels vertegenwoordigd in de Tweede Kamer, zouden er bij verkiezingen maar 37 overhouden.
Nu is het vrij gebruikelijk dat de populariteit van een kabinet gedurende de rit daalt, maar de snelheid waarmee het electorale verval nu plaatsvindt is uniek, evenals de diepte van de val. Gelukkig voor PvdA en VVD zijn er, als zich geen kabinetscrisis voordoet, voorlopig geen Kamerverkiezingen. Maar dat betekent niet dat er voor deze partijen geen vuiltje aan de lucht is. Kamerverkiezingen zijn dan voorlopig niet voorzien, maar volgend jaar kan het electoraat wel twee keer naar de stembus: in maart voor de gemeenteraden en in mei voor het Europees Parlement. Met name de gemeenteraadsverkiezingen kunnen voor veel instabiliteit zorgen in een politieke constellatie die toch al onder druk staat.
De eerste mogelijkheid tot een afrekening met het kabinetsbeleid krijgt het electoraat in maart 2014, wanneer er voor de gemeenten een nieuwe volksvertegenwoordiging gekozen moet worden. Natuurlijk gaan die verkiezingen niet over het kabinetsbeleid – althans niet voor de regeringspartijen. Voor de oppositie is het echter een uitgelezen moment om de onvrede te mobiliseren en een lokale tegenmacht te creëren.
De klap bij die verkiezingen zal waarschijnlijk vooral door de PvdA gevoeld worden. De grootste electorale concurrent van de VVD, de PVV, doet namelijk vrijwel nergens mee aan de gemeenteraadsverkiezingen, terwijl de concurrent van de PvdA, de SP, bijna overal vertegenwoordigd is. In de peilingen voor de Tweede kamer staan PVV en SP respectievelijk op 29 en 24 zetels, tegen 21 en 16 voor VVD en PvdA. Het ziet ernaar uit dat de PvdA een gevoelige klap te verwerken zal krijgen.
Juist de PvdA is erg gevoelig voor dit soort ontwikkelingen, zo laat de parlementaire geschiedenis zien. Kabinetten met de PvdA kwamen ten val in 1958, 1966, 1981 en 2010 – niet toevallig kort na (en één keer kort voor) dramatische uitslagen voor verkiezingen voor lagere organen. Dergelijke verkiezingen zijn allang geen zuiver lokale verkiezingen, maar worden in toenemende mate gebruikt door de landelijke politiek als graadmeter van eigen populariteit.
Het is historisch gezien dus bepaald niet uitgesloten dat de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 leiden tot een voortijdig einde van het kabinet-Rutte II.
Mocht dat gebeuren, dan ziet het er, met een blik op de peilingen, naar uit dat Nederland vrijwel onbestuurbaar wordt. Volgens het laatste opinieonderzoek behalen zeven partijen dan een zetelaantal tussen de tien en de dertig; een versplintering van ongekende omvang. Geen enkele coalitie van minder dan vijf partijen zou dan op een meerderheid kunnen rekenen – en hoe meer partijen in een kabinet, hoe groter de kans op politieke ongelukken.
Die voorspelde versplintering heeft alles te maken met het gebrek aan capaciteit van de regeringspartijen om de kiezer vast te houden – en daarmee met het kabinetsbeleid. Het grote uitruilen van Samsom en Rutte heeft geresulteerd in kabinetsbeleid waarin vrijwel niemand zich herkent: voor rechts is het niet rechts genoeg, voor links niet links genoeg. En de kiezer heeft, in tegenstelling tot wat langer terug, niet het geduld om af te wachten of de coalitie nog gaat leveren wat hij ervan hoopt. Deze kiezer is allang vertrokken naar het nabijgelegen alternatief, en het is maar zeer de vraag of VVD en PvdA de komende tijd –die nog steeds in het teken van de economische crisis zal staan– in staat zullen zijn hem weer terug te halen.
Deze combinatie van een wispelturig electoraat en weinig geprofileerde regeringspartijen is dodelijk voor de politieke stabiliteit die nodig is om de crisis op een doortastende wijze het hoofd te bieden. En ze houden elkaar ook nog eens gevangen in een neerwaartse spiraal: hoe minder geprofileerd de partijen, hoe gemakkelijker het is voor de kiezer om zijn heil elders te zoeken. De coalitie zal bibberend afwachten hoe hard de klap in maart 2014 zal zijn en of zij de lokaal uitgedeelde dreun overleeft.
De auteur is politicoloog aan de Radboud Universiteit Nijmegen.