„Samen bereiken boeren meer dan alleen”
Agrarische natuurverenigingen krijgen een grotere rol in het natuurbeleid. Het project Duurzaam Bodembeheer van Vallei Horstee laat zien hoe zij kunnen bijdragen aan een beter milieu en een mooier landschap. „Met 200 boeren sla je een grote slag.”
Staatssecretaris Dijksma (Landbouw) kondigde onlangs aan dat ze geen natuursubsidies meer wil verstrekken aan individuele boeren. Financiële steun voor agrarisch natuurbeheer gaat voortaan naar regionale collectieven waarin boeren en natuurorganisaties samenwerken.
Coördinator Hans Veurink van het project Duurzaam Bodembeheer van vereniging Vallei Horstee kan zich er wel wat bij voorstellen. „Een gebiedsgerichte aanpak is efficiënter. Het bespaart veel uitvoeringskosten. Nu gaat bijna de helft van het geld op aan ambtenaren die de aanvragen van individuele boeren moeten beoordelen en controleren.”
Een collectief werkt ook beter, meent Veurink. „Je versterkt elkaar. Vallei Horstee zaait bijvoorbeeld bloemrijke akkerranden in. Vogels, vlinders, insecten en bijen vinden er voedsel en schuilgelegenheid. De insecten zorgen er ook voor dat er minder schadelijke luizen en andere plaagdieren in de landbouwgewassen voorkomen, waardoor weer minder bestrijdingsmiddelen gebruikt hoeven worden. Bovendien leveren kleurige randen een fraaier landschap op. Collectief kun je veel beter afspreken welke diersoorten je met die bloemrijke stroken wilt stimuleren. Samen bereik je meer dan wanneer iedere boer op zich een veldje inzaait.”
Vallei Horstee is onder meer actief in de gemeenten Barneveld, Woudenberg, Scherpenzeel, Renswoude en Leusden. De vereniging telt ruim 120 leden, meest boeren, maar ook burgers. Duurzaam Bodembeheer is een van de projecten. Het richt zich op uitgekiende bemesting, goed graslandbeheer, optimale benutting van mineralen en zorgvuldig gebruik van machines.
Veurink: „Boeren willen absoluut wat voor het milieu doen, ze hebben er ook wel wat geld voor over, maar ze moeten wel hun bedrijf kunnen blijven runnen. Dit project is een goed voorbeeld. Samen met adviseurs kijken boeren hoe ze zo efficiënt mogelijk kunnen produceren met zo weinig mogelijk milieubelasting. Milieuwinst gaat dan vaak ook gepaard met economische winst.”
Verder beschermt Vallei Horstee boerenerfvogels door nestkastjes te plaatsen voor steenuilen en kerkuilen.
De vereniging is betrokken bij de aanleg van wandelpaden en een paardenpad over boerenland en landgoederen. Vallei Horstee heeft ook drie graanakkers die overwinterende akkervogels aan voedsel helpen.
De koerswijziging van de staatssecretaris hoeft volgens Veurink niet te betekenen dat bereikte natuurresultaten van individuele boeren verloren gaan. „Het zou inderdaad jammer zijn als een bloemrijke weide met een steeds waardevollere vegetatie die de afgelopen jaren is opgebouwd, nu wordt omgeploegd omdat de subsidiekraan om hem te onderhouden plotseling dichtgaat. Zo’n gemotiveerde boer kan straks meedoen in het gebiedscontract dat voor de streek wordt opgesteld: 30 kilometer bloemranden, 10 hectare bloemrijke weiden, 12 hectare graanakkers voor wintervogels enzovoorts. Er moet niet zomaar een streep worden gehaald door behaalde successen.”
Natuurvereniging Lingestreek, werkzaam in de Betuwe van Doornenburg tot het Amsterdam-Rijnkanaal, telt 320 leden, agrariërs, particulieren en instellingen. Ze plant hoogstamfruit aan, werkt achterstallig onderhoud bij knotwilgen en hagen weg, beplant erven, vangt overwinterende ganzen op, legt wandel- en fietspaden aan en bekommert zich om broedende weidevogels.
„We hebben in de tien jaar dat we bestaan bereikt dat boeren weer trots naar hun eigen landschap kijken”, zegt voorzitter Roelf de Boer. „In uiterwaarden hoeven geen Schotse hooglanders te lopen, maar gewone koeien, net als vroeger. De oude tegenstelling dat natuurorganisaties voor het landschap zorgen en dat boeren maar wat aanrommelen is op z’n minst achterhaald.”
Agrariërs geven ook om de natuur en fruittelers in de Betuwe kunnen dat volgens De Boer nog beter benutten in hun public relations. „Op melkpakken staan niet voor niets koeien in de wei afgebeeld. Met een mooi landschap kun je collectief onderstrepen dat fruittelers staan voor gezonde producten en een gezonde omgeving.”
„Eén plus één is drie” is volgens De Boer de kern van een agrarische natuurvereniging. „Meer samenhang vergroot de ecologische kwaliteit. Hoe meer boeren er meedoen aan weidevogelbeheer, hoe meer weidevogels. Zoiets geldt ook voor de bijenranden langs fruitpercelen en akkers. Er ontstaat een structuur van landschappelijke elementen die beter is voor de bijenstand en andere insecten. Eén deelnemer levert geen wandelpad op, vijf ook niet. Een compleet pad vraagt maatwerk met overleg met alle boeren.”