Rubriek dr. Selderhuis: Twaalfde eeuw onbekend, maar fascinerend
Zeker in protestantse kringen is de kennis van de kerkgeschiedenis nogal springerig. Ik bedoel dat het lijkt alsof Luther slechts enkele weken na het overlijden van Augustinus is geboren. Daartussenin zitten dan die enkele weken van de donkere middeleeuwen.
Het gaat echter om een periode van meer dan duizend jaar en daar zit ook de 12e eeuw in, een eeuw die veelal onbekend is en waarover toch veel geschreven wordt. In zijn voor het onderwijs zeer geschikte overzicht van de middeleeuwse kerkgeschiedenis beschrijft Volker Leppin hoe fascinerend de 12e eeuw was en wat er allemaal gebeurde.
Het is de tijd waarin steden zich tot centra van handel, politiek en wetenschap ontwikkelen, maar ook de tijd waarin de kloof tussen Oost en West ontstaat. De 12e eeuw is de eeuw van de belangrijkste kruistochten en van de enorme expansie van het christendom. Het is de eeuw van de opkomst en vervolging van de waldenzen, die ook wel als de protestanten van de middeleeuwen bekend zijn. Kortom, een eeuw waarin ontzettend veel gebeurt dat Europa en de wereld blijvend zal stempelen.
Daarom zijn titel en ondertitel van de studies die Thomas Noble en John van Engen hebben uitgegeven ook zo treffend. De titel is ”European Transformations” en de ondertitel spreekt over een lange 12e eeuw. Het boek beschrijft in achttien hoofdstukken zo ongeveer alle aspecten van die eeuw en presenteert hem daarmee als de meest Europese en als de meest theologische eeuw van alle. Dat maakt deze periode zo interessant dat je zou willen meer tijd te hebben om er eens grondig studie van te maken. Voor een deel kan dat heel goed met dit boek en met de andere die hier besproken worden.
Theologen
De 12e eeuw was ook die van de grote theologen. Daarbij wordt meestal de naam van Anselmus genoemd, de man die zo diepzinnig nadacht over de vraag waarom God in Christus mens werd. Echter, er is een scala van andere godgeleerden die ons vandaag nog kunnen dienen met hun denkkracht. Petrus Abelardus (1079-1142) heeft zijn bekendheid voor een deel te danken aan zijn liefdesrelatie met Heloïse, hoofd van een klooster in Frankrijk. De brieven tussen beiden bevatten echter te veel theologie om ze alleen als liefdesbrieven af te doen.
Regina Heyder schreef haar dissertatie over Abelardus’ Schriftuitleg en zijn visie op theologie en neemt daarvoor deze brieven als een belangrijke bron. Abelardus schrijft namelijk dat Bijbelstudie werk is. Deze opmerking is bedoeld voor de nonnen in het klooster van Heloïse om hun duidelijk te maken hoe essentieel studie van de Schrift is. Bijbelstudie komt niet na gedane arbeid, maar is de arbeid zelf. In het boek van Heyder wordt uitvoerig beschreven hoe de Bijbel volgens Abelardus bestudeerd en uitgelegd moest worden, waarbij hij het noodzakelijk acht goed kennis te nemen van de Joodse Bijbeluitleg en van de stand van zaken in theologie en filosofie.
Thomas Pitour publiceerde een studie over Willem van Auvergne, die aan het eind van de 12e eeuw werd geboren. Auvergne heeft zich veel beziggehouden met de vraag naar de ziel. Wat betekent het dat de mens naar het beeld van God geschapen is? Is de ziel daarmee onsterfelijk? En wat is de ziel eigenlijk? Waar komt die vandaan en wat gebeurt er in de ziel? Het zijn vragen waar Auvergne over nadenkt en zijn antwoorden maken duidelijk dat hij evenzeer psycholoog als theoloog is. Het boek van Pitour laat zien hoe actueel en stimulerend de vragen en antwoorden van deze ten onrechte weinig bekende voorganger zijn.
Schepping
In dit jubileumjaar van de Heidelbergse Catechismus is al vaker gezegd dat er in een nieuwe of bijgewerkte versie een zondag over de schepping moet komen, omdat dit een thema van vandaag is. Dat dit ook een onderwerp van vroeger en zelfs al van ver voor de Heidelberger was, blijkt uit twee boeken over de 12e eeuw. Het ene is van Boyd Taylor Coolman en gaat over Hugo van St. Victor (ong. 1096-1141), in Duitsland geboren maar werkzaam in Parijs. Het werk van Hugo was in zijn tijd zeer verspreid en invloedrijk. Vooral zijn boek over de sacramenten en zijn inleiding tot de christelijke leer werden door velen bestudeerd.
Het boek van Coolman geeft een overzicht van Hugo’s theologie en daarbij valt op hoeveel deze schrijft over de schepping en dat hij zijn theologie ziet als een middel om de mens zo veel mogelijk terug te brengen in de oorspronkelijk verhouding tot God en het geschapene. Hugo stelt dat de schoonheid van God zichtbaar wordt in de schoonheid van de natuur, maar ook dat de mens als kroon op de schepping van God scheppende kracht en de opdracht tot schepping heeft gekregen. Alleen uit deze zinnen blijkt al hoeveel waardevols Hugo’s gedachten voor de huidige bezinning op christelijke omgang met de schepping bevatten.
Die bezinning was er overigens in de 12e eeuw ook al en kwam toen in feite tot ontwikkeling. In een nieuw deel van de reeks die hij over religieuze opvattingen in de middeleeuwen publiceert, noemt Hans-Werner Goetz de 12e eeuw als de tijd waarin men de schepping niet alleen meer ziet als door God gegeven, maar men ook op zoek gaat naar de wetmatigheden en de orde in de schepping. Door het zien van de orde en van de wetten die God in de natuur heeft gelegd, verloor voor de middeleeuwer de natuur langzamerhand ook de status van onvoorspelbare en soms dreigende macht en wordt zij voorwerp van onderzoek. Hier wees de theologie de natuurwetenschappen de weg en dat is een situatie die in onze tijd veelal omgekeerd lijkt te zijn.
”Geschichte des mittelalterlichen Christentums”, Volker Leppin; uitg. Mohr Siebeck, Tübingen; ISBN 978 31 6150 677 2; 460 blz.; € 39,-; ”European Transformations. The long twelfth century”, Thomas F. X. Noble en John van Engen (red.); uitg. Notre Dame Press, Notre Dame; ISBN 978 02 6803 610 2; 562 blz.; $ 65,-; ”Auctoritas scripturae. Schriftauslegung und Theologieverständnis Peter Abaelards”, Regina Heyder; uitg. Aschendorff, Münster; ISBN 978 34 0210 283 1; 712 blz.; € 78,-; ”Wilhelm von Auvergnes Psychologie”, Thomas Pitour; uitg. Schöningh, Paderborn; ISBN 978 35 0677 038 7; 442 blz.; € 59,-; ”The Theology of Hugh of St. Victor. An Interpretation”, Boyd Taylor Coolman; uitg. Cambridge Press, Cambridge; ISBN 978 05 2188 625 3; 258 blz.; £ 56,-; ”Gott und die Welt. Religiöse Vorstellungen des frühen und hohen Mittelalters”, Hans-Werner Goetz; uitg. Akademie Verlag, Berlijn; ISBN 978 30 5005 684 5; 320 blz.; € 99,80.