Opinie

Oud-minister Donner: Secularisatie stelt christenen voor uitdaging

Christenen staan voor de uitdaging om de Boodschap van de Bijbel aansprekend en relevant te maken voor zelfgenoegzame mensen, betoogt 
dr. J. P. H. Donner.

21 May 2013 11:14Gewijzigd op 15 November 2020 03:40
Foto RD
Foto RD

Secularisering en ontkerkelijking bepalen tegenwoordig het beeld. Er lijkt steeds minder vraag naar geloof te bestaan. Alles, de mens, de aarde, het al, wordt verklaard uit zichzelf, als natuurwetmatigheid, als biologisch en genetisch proces of als sociologische dynamiek, zonder dat beroep gedaan hoeft te worden op God of metafysische oorzaken en processen.

Protestanten hebben zelf aan de wieg gestaan van deze ontwikkeling. De Reformatie is katalysator geweest van de houding waarbij het leergezag en de overgeleverde waarheid van de kerk overboord werden gezet, om nog alleen het geloof, de Bijbel en verstandelijk begrip daarvan, als geloofsrealiteit over te houden. Die houding stopt echter niet voor Bijbel en geloof. Uiteindelijk wordt alle zekerheid in twijfel getrokken, op die ene zekerheid na: ik denk, dus ik ben.

Moeten we dat laten gebeuren en ons daaraan aanpassen? Gaat het vooral om het eigen geloof om dat te behouden en verder te wachten op de loop der dingen? Of is onze taak meer dan het geloof te behouden; gaat het er ook om Europa en in ieder geval Nederland voor het christelijk geloof te behouden?

Niets wijst erop dat Europa niet open zou staan voor het Evangelie. Het hele leven hier berust op waarden die ontleend zijn aan het christendom; en men hecht eraan. Uit onderzoek blijkt dat de zorg om de naaste nog onverminderd groot is, ondanks de secularisering. Dus moet het aan de prediking liggen of aan de gebrekkige vruchtbaarheid van ons geloof.

Vanaf de jaren zestig veranderde het klimaat in Europa radicaal en dat werd versneld door de val van de Muur. Iedere waarheid was onbetrouwbaar gebleken. Alleen onzekerheid, individuele overtuiging en waarheid, anonieme massa’s en wantrouwen in overheden en gezag, leken nog zekerheid te bieden.

De belofte van de verlichting, de belofte van vooruitgang, meer begrip, groeiende verdraagzaamheid, blijkt loos. Steeds meer mensen leven met een beeld dat alles moet kunnen en dat de zin van het leven is gelegen in geluk en welzijn. We hebben recht op geluk, voorspoed, gezondheid en veiligheid en de overheid heeft daar maar voor te zorgen. De overheid is de nieuwe voorzienigheid, maar die faalt nog sneller dan de oude. En dan is er geen ander antwoord dan dat men zich bij de feiten moet neerleggen; dat we natuurwetmatig, genetisch en sociaal gedetermineerd zijn.

Dat leidt tot vertwijfeling. Wie niet gelukkig is, heeft gefaald. Het seculiere denken geeft mensen niet meer vrijheid en maakt ze niet toleranter. Integendeel; bij alle maatschappelijke en geestelijke veranderingen worden mensen zo steeds meer op zichzelf teruggeworpen. Ieder kan meer, is minder afhankelijk van anderen; maar betrouwbaarheid, cohesie en solidariteit nemen ook af. Dan verwordt wat vrijheid heet tot afhankelijkheid van onzekerheid; en dat is de meest naargeestige afhankelijkheid die er is.

Daar ligt de toekomst van het protestantisme. Niet door te preken, maar door naast mensen te gaan staan in hun verwarring, hen duidelijk te maken waar hun vragen zitten, om hen dan te wijzen op mogelijke antwoorden en waar ze die kunnen vinden.

Vraag is hoe we in onze tijd de boodschap meer aansprekend en relevant kunnen maken. Hoe verwoorden we die in een wereld die er niet op zit te wachten? We hebben de Bijbel in alle talen vertaald, maar het lukt niet om zelfgenoegzame mensen de boodschap te vertellen in hen aansprekende taal, die aansluit bij hun existentiële vragen. Dat is opdracht. In essentie gaat het erom duidelijk te maken dat ook verstand geloof behoeft – intelectus quaerit fidem. Dat het seculiere weten ook op geloof berust en dat je dan maar beter een vastere bodem kunt zoeken.

Het protestantisme is tot dusver tekortgeschoten in de doelstelling die het zich heeft gesteld: het realiseren van een samenleving die God waardig is, door dienstbaarheid aan de ander. Dat impliceert ook zelfrespect – de ander liefhebben als u zelf. Daarom moeten we niet vast blijven zitten in besef en veroordeling van zonde, schuld en tekortkoming, maar het heden met alle tekortkomingen zien als belofte, als mogelijkheid. Niet somberen over het heden, maar het in dank aanvaarden om te doen wat ons te doen staat.

Het zal voorwaar niet eenvoudig zijn. Maar herhalen we niet iedere zondag: „Onze hulp is in de naam des Heeren (…) die niet laat varen het werk dat Zijn aan ons hand begon.” We staan er niet alleen voor en het hangt uiteindelijk ook niet van ons af. „Zie, ik ben met u, al de dagen tot aan de voleinding der wereld.”

De auteur is vicepresident van de Raad van State. Dit artikel is een bewerking van de lezing die hij zaterdag hield tijdens de jaarvergadering van Protestants Nederland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer