„Motie van wantrouwen dreigt bot te worden”
DEN HAAG (ANP). „Met moties van wantrouwen moet je met gepaste terughoudendheid omgaan. Ze zijn het allerzwaarste wapen dat de Tweede Kamer heeft. Als je het te vaak gebruikt, wordt het bot.”
Fractieleider Arie Slob van de ChristenUnie blikt terug op het debat over de toeslagenfraude door Bulgaarse bendes van dinsdagavond. Niet minder dan zeven oppositiepartijen dienden een motie van wantrouwen in tegen staatssecretaris Frans Weekers van Financiën. De VVD-bewindsman redde het alleen dankzij steun van de coalitiefracties VVD en PvdA en van ChristenUnie en SGP.
Slob: „Wij hebben de motie tegen Weekers niet gesteund omdat hij kon duidelijk maken dat hij de Kamer niet verkeerd heeft geïnformeerd en geen informatie heeft achtergehouden. Ook heeft zijn departement bij het aanpakken van de fraude geopereerd zoals je mocht verwachten. Wat dan overblijft is een soms onhandige communicatie en wat twijfels over de relatie van Weekers met zijn ambtenaren. Dat vinden wij te dun om een bewindsman naar huis te sturen.”
Enkele weken terug ondertekende de ChristenUnie wel een brede oppositiemotie tegen staatssecretaris Fred Teeven (Veiligheid en Justitie) naar aanleiding van het overlijden van een Russische asielzoeker. „Dat was nodig omdat er overduidelijk een signaal moest komen dat we dit niet konden accepteren”, zegt Slob. „Maar je kunt vaststellen dat de laatste jaren steeds sneller moties van wantrouwen worden ingediend. Terwijl ze nooit worden aangenomen. Ik heb dat in al die jaren dat ik hier rondloop althans nog nooit meegemaakt. Bovendien hebben we nu al twee keer in korte tijd gezien dat bewindslieden gewoon bleven zitten terwijl de motie van wantrouwen tegen hen minimaal was verworpen. Het effect wordt blijkbaar minder.”
Slob wil overigens niet pleiten voor een Kamerbrede bezinning over het fenomeen motie van wantrouwen. „Dat moet elke fractie zelf bepalen. Dat kun je niet collectief doen. Wat ons betreft moet uiterste zorgvuldigheid prioriteit zijn. Je hebt het tenslotte over personen.”