Commentaar: Ludieke actie Partij voor de Dieren bij inhuldiging over de top
De Partij voor de Dieren (PvdD) is een actie gestart waardoor burgers aan de nieuwe koning wensen en ideeën kenbaar kunnen maken die hem aansporen om tijdens zijn regering het dierenwelzijn te bevorderen. Degene die de beste voorstellen doet, kan een Bertha 38 krijgen – van pluche welteverstaan.
De keus voor de naam van deze cadeaukoe is ingegeven doordat de toekomstige koning vorige week zei er bewust voor gekozen te hebben zich niet koning Willem IV te laten noemen, omdat die naam te vergelijken zou zijn met Bertha 38. Die associatie wil hij niet. De PvdD buit die opmerking nu uit.
Dat de PvdD bij de inhuldiging aandacht vraagt voor dierenwelzijn is wel wat vergezocht. Stel dat alle andere politieke partijen of belangengroepen dat deden, dan zou de plechtigheid het karakter krijgen van een lobbyfeest voor allerlei organisaties.
Dat de partij wijst op het belang van het welzijn van beesten is bepaald niet verkeerd. Er worden dieren mishandeld. Er zijn voorbeelden dat ze gebruikt worden voor dingen waarvoor ze niet zijn bedoeld. Terecht dat ook daarover in politiek Den Haag gesproken wordt.
Tegelijk kan de vraag worden gesteld of het nodig is ten behoeve van de dieren een speciale politieke partij op te richten. Alsof de verdediging van het welzijn van de dieren zo ongeveer het belangrijkste probleem is in onze samenleving. Leg eens aan een buitenlander uit dat er in Nederland een partij voor de dieren bestaat. Het roept verbazing of lachlust op. De vraag ligt dan voor de hand: Mogen bij jullie de dieren ook al stemmen? Maar pas op. Leg die laatste vraag niet voor aan een lid van de PvdD. Het risico is groot dat de vragensteller dan de hele beestenboel over zich heen kan krijgen.
De Bijbel, die ook voor PvdD-leidster Thieme van grote betekenis is, leert dat mensen goed voor hun dieren moeten zorgen. Spreuken zegt: „De rechtvaardige kent het leven van zijn beesten.” Dat betekent: Weet wat ze nodig hebben. Een dier is geen oud vuil dat na gebruik weggeworpen kan worden. Nee, het beest heeft op grond van de scheppingsorde recht op bescherming en verzorging.
Maar de Bijbel stelt dieren niet op één lijn met mensen. De mens is naar het beeld van God geschapen; het dier bepaald niet. En nergens wordt in de Bijbel verboden het dier te gebruiken tot voedsel van de mens.
Dat onderscheid betekent ook dat er een rangorde is in de schepping. Dat verliest de PvdD in ieder geval in de praktijk uit het oog. In haar optreden, ook nu rond de troonswisseling, lijkt het erop dat de belangen van dieren op één lijn staan met die van de mensen.
Er is in het verleden meer dan eens gesteld dat de manier waarop mensen omgaan met hun dieren de mate van beschaving typeert. Wie wreed is voor dieren, is dat vaak ook voor mensen. Dat zal waar zijn. Maar wie dieren op één lijn stelt met mensen verliest ook een stuk beschaving. Bertha 38 is echt een andersoortig schepsel dan Willem I, II of III.