Analyse: Dood Dolmatov zet Nederland even op zijn plaats
DEN HAAG. De dood van Aleksandr Dolmatov brengt pijnlijk aan het licht dat de mensenrechten in de Nederlandse asielprocedure niet optimaal zijn geborgd.
Waar ter wereld kan een suïcidale asielzoeker die nog in beroep is tegen zijn uitzetting in vreemdelingenbewaring belanden en niet alleen verstoken blijven van basale juridische rechtsbijstand, maar ook van medische zorg?
Misschien wel in Rusland. De Tweede Kamerleden die twee weken geleden wilden dat premier Rutte de Russische president Poetin vooral sober zou ontvangen, zeiden dat niet hardop. Wel droegen ze Rutte op hun zorgen over te brengen over het toenemende aantal schendingen van de mensenrechten in het voormalige communistische land.
Het inspectierapport over de dood van Dolmatov was toen nog net niet openbaar. Achteraf kan dat misschien nog het beste als een geluk bij een ongeluk getypeerd worden. Had de inhoud ervan al op straat gelegen, dan had Rutte, die de zorg over de mensenrechten moest overbrengen, beslist met de mond vol tanden gestaan. Want om naar de beginvraag terug te keren: onrechtmatig in de cel belanden en daar als suïcidale asielzoeker wreed aan je lot worden overgelaten, kan in elk geval in Nederland, zo laat de affaire-Dolmatov zien.
Wat er voorafgaand aan de dood van de Russische asielzoeker misging in de asielketen, is inmiddels bekend. Er werd niet geregistreerd dat zijn advocaat een bezwaarschrift had ingediend tegen zijn uitzetting. Een medewerker van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) dacht dat het elektronisch registratiesysteem door het aanvinken van het hokje ”wel/geen bezwaarschrift” op hol zou slaan. Het geval-Dolmatov kleurde vervolgens automatisch rood.
Omdat Dolmatov suïcidaal gedrag ging vertonen in het asielzoekerscentrum in ’s-Gravendeel zette de politie hem uit voorzorg een nachtje in een cel in Dordrecht. Daar ging de vreemdelingenpolitie zich met hem bemoeien. Dolmatov is uitzetbaar, gaf het door haar geraadpleegde IND-systeem immers aan. Een haastig opgetrommelde piketadvocaat schoof niet aan bij het gesprek, voorafgaand aan Dolmatovs overplaatsing naar het Detentiecentrum Rotterdam. De hulpofficier van justitie kruiste op het proces-verbaal ten onrechte aan dat aan Dolmatov was gevraagd of hij contact wilde hebben met zijn vaste advocaat.
Op het overdrachtsformulier dat van Dordrecht meeging naar Rotterdam, werd op een uiterst warrige manier aangegeven dat Dolmatov wegens suïcidegevaar de nacht had doorgebracht in een observatiecel. Bij de intake in Rotterdam werd niet duidelijk dat dit actuele informatie betrof. Verpleegkundigen aldaar vonden het inschakelen van een arts niet meer nodig. Dolmatov belandde in een cel zonder toezicht en verhing zich nog diezelfde nacht in de doucheruimte. Met het koord van de waszak die elke asielzoeker bij binnenkomst in detentie krijgt, suïcidaal of niet.
Allemaal menselijke uitvoeringsfouten, verzuchtte staatssecretaris Teeven donderdag. Hij ziet de zaak-Dolmatov als incident.
Fracties die donderdag verschillend oordeelden over zijn politieke verantwoordelijkheid, kwamen, elk in hun eigen bewoordingen, tegen die typering in het geweer. Het verst gingen SP, GroenLinks, D66, CDA en uiteindelijk ook de PvdA. Zij betoogden dat de zaak-Dolmatov „het kantelpunt” in het asielbeleid moet worden: minder streng, meer humaan. De SGP sprak uit dat de dood van Dolmatov „een zweepslag” moet zijn voor de uitvoeringsorganisaties in de asielpraktijk.
De grootste gemene deler in deze reacties is dat Dolmatovs dood meer was dan een incident. In een asielketen waar overheidsfunctionarissen zo achteloos fout op fout stapelen, ontbreekt het besef dat rond bureaucratische protocollen de grootste zorgvuldigheid moet worden betracht.
Of Teeven had moeten aftreden, is voer voor staatsrechtjuristen. Dat de affaire-Dolmatov Nederland inzake de naleving van mensenrechten even met beide benen op de grond zet, staat vast.