Opinie

Geloof in God goede verklaring voor bestaan van leven

Is er geest in een wereld van stof?

Ds. G. A. van den Brink
15 April 2013 07:32Gewijzigd op 15 November 2020 03:03
Ds. G. A. van den Brink. Foto RD
Ds. G. A. van den Brink. Foto RD

Veel wetenschappers en filosofen houden zich aan een eenvoudig schema. Dat schema zegt dat er twee soorten vragen bestaan. Er zijn vragen waarop we het antwoord al wel weten, en vragen waarop we het antwoord nog niet weten. In de eerste groep zijn de vragen uit de natuurwetenschappen rijk vertegenwoordigd. We weten immers ontzettend veel over het ontstaan van het heelal, over fysische en chemische processen, over de ontwikkeling van het leven door natuurlijke selectie enzovoorts. Erg veel vragen zijn dus al beantwoord. In de tweede groepen zitten nog een paar lastige probleempjes. Zoals: waarom is er leven ontstaan? Wat is de relatie tussen geest en stof? Hoe zit het met de wisselwerking tussen hersenen en denkactiviteit? Enzovoorts. Maar komt tijd, komt raad. In ieder geval hebben we alvast de antwoorden uit groep één. We weten wel ongeveer hoe de wereld in elkaar steekt.

In Amerika is er een belangrijke filosoof die hier grondig afstand van neemt: Thomas Nagel (geb. 1937). Hij stelt dat de onbeantwoorde vragen over geest en materie veel belangrijker zijn dan velen denken. Ze doorboren de waterscheiding van het eenvoudige schema. De onbeantwoorde vragen gooien de antwoorden uit de eerste groep omver. We moeten opnieuw de vraag stellen wat eigenlijk de natuur van alles is. Weten we wel hoe de wereld in elkaar steekt?

De eerstgenoemde visie is het wetenschappelijk naturalisme. Dat stelt dat er feitelijk alleen maar materie is en geen geest. Er zijn weliswaar niet-materiële zaken zoals leven, bewustzijn, denken, normen en waarden. Maar dat zijn slechts onbedoelde bijproducten (epifenomenen) van natuurkundige processen.

Nagel vindt het wetenschappelijk naturalisme echter een heilige koe, een academisch bijgeloof. Dat het leven is ontstaan door natuurkundige processen is volgens hem nooit bewezen, maar wordt klakkeloos aanvaard. Ook de basisbewering van het darwinisme dat, toen er eenmaal leven was, de verdere ontwikkeling plaatsvond door natuurlijke selectie, vindt hij uitermate onwaarschijnlijk. De niet-materiële aspecten in deze werkelijkheid zijn naar zijn overtuiging zo wezenlijk dat we ze niet als bijproducten mogen beschouwen. Ze moeten worden verdisconteerd in onze zoektocht naar hoe de wereld in elkaar steekt. Daarom schreef Nagel een boek over ”mind” (geest) en ”cosmos”, met als ondertitel: Waarom de materialistische neodarwinistische opvatting van natuur bijna zeker onjuist is.

Atheïst

Kritiek op het materialisme en de evolutietheorie is niet nieuw. Het boeiende aan dit boek is echter dat de auteur atheïst is. Thomas Nagel geldt als een invloedrijk analytisch denker die beroemd is om zijn bijdragen aan de filosofie. Dat juist hij zich zo kritisch uitspreekt is dus, op zijn minst, interessant.

Nagel ziet momenteel twee antwoorden op de vraag naar de verhouding van ”mind” en ”cosmos”: het materialisme en het theïsme. Op het eerste gezicht zou het theïsme overblijven, als het materialisme afvalt. En inderdaad is het geloof in God een plausibele verklaring van het bestaan van leven, bewustzijn en denkactiviteit. Want als God Zelf zuiver leven en zuiver denken is, dan is het niet verbazingwekkend als deze niet-materiële kenmerken ook in Zijn schepselen teruggevonden worden.

Nagel wijst in zijn boek echter ook het theïsme af. Hij is en blijft atheïst. Een derde mogelijkheid heeft hij nog niet gevonden en hij geeft dat ook toe. Maar hij is daarnaar wel op zoek. Volgens hem moeten we zoeken in de richting van het panpsychisme. Het panpsychisme zegt dat de tweedeling van materie en geest een onterechte tegenstelling is en dat (op de een of andere wijze) de geest onlosmakelijk in alle materie aanwezig is. Zelfs atomen hebben al een basaal mentaal vermogen. De eigenschap van ”mentaliteit” zorgt er trouwens ook voor dat er een doelgerichte ontwikkeling in de wereld aanwezig is, aldus Nagel.

Het gedeelte in Nagels boek waarin hij deze derde optie aftast, is niet het sterkste deel. Toch is het, om twee redenen, wel belangrijk om ook dit facet van zijn publicatie te noemen. Theïsten kunnen ten eerste niet triomfantelijk met Nagels boek zwaaien en zeggen dat hij aan hun zijde staat. Want dat is niet waar. Wie tegenover Nagel toch het theïsme bepleit, zal op zijn argumenten moeten ingaan. En dat is een goede zaak, want een christelijke wereldbeschouwing vraagt om intellectuele denkkracht.

Maar er is nog een tweede punt. De befaamde Amerikaanse christenfilosoof Alvin Plantinga wijst erop dat Nagels echte bezwaar tegen het theïstische antwoord niet intellectueel van aard is. Ruim vijftien jaar geleden heeft Nagel gezegd: „Ik heb het over iets veel diepers – namelijk de angst voor religie zelf. Ik spreek uit ervaring, want ik ondervind deze angst sterk in mijzelf. Ik wil dat het atheïsme waar is, en ik word ongemakkelijk van het feit dat sommige van de meest intelligente en goedgeïnformeerde mensen die ik ken, gelovigen zijn. Het is niet simpelweg dat ik niet geloof dat God er is en dat ik hoop dat ik gelijk heb in mijn overtuiging. Het is dat ik hoop dat er geen God is! Ik wil niet dat er een God is; ik wil niet dat er zo’n heelal is.”

Eerlijk

Deze eerlijke ontboezeming van Nagel is veelzeggend. Het laat zien dat het geloof in Gods bestaan, intellectueel gezien, heel goed te verdedigen valt. Maar het laat ook zien wat de eigenlijke pointe voor christenen moet zijn. Niet dat je in scherpzinnigheid de ander de loef afsteekt – en dat is het dan. Nagel laat zien dat sommige mensen zich verzetten tegen de aanwijzingen voor Gods bestaan, omdat zij niet willen dat Hij er is. Liever hebben zij een leeg heelal. Ja, er mag materie zijn – atomen, moleculen en chromosomen. Maar geen God en geen geest.

De filosofische eerlijkheid van Nagel maakt duidelijk waar de kern van een christelijke wereldbeschouwing ligt. Als God bestaat, leven wij in een universum waarin het zindert van leven, doelgerichtheid, bewustzijn en morele verantwoordelijkheid. Een christen die wel in het bestaan van God zegt te geloven maar dit niet verdisconteert in zijn levenspraktijk, is feitelijk zelf ook een atheïst. Een praktisch atheïst. Er is dan wel ten minste één verschil met Nagel. Nagel is een eerlijke atheïst.

Ds. G. A. van den Brink, hersteld hervormd predikant te Kralingseveer. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl


Verder lezen over dit onderwerp:

Thomas Nagel, Mind and Cosmos: Why the Materialist Neo-Darwinian Conception of Nature Is Almost Certainly False (Oxford University Press, 2012).

Alvin Plantinga, boekbespreking van Nagel’s boek: “Why Darwinist Materialism is Wrong”.

Meer over
Weerwoord

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer