Politiek

Koopkrachtverlies van 5 tot 10 procent voor 1 op 7 huishoudens

DEN HAAG – De maatregelen in het regeerakkoord lijken meer gevolgen te hebben voor de koopkracht van mensen dan het kabinet eerder aangaf.

Redactie digitale media
7 November 2012 13:16Gewijzigd op 15 November 2020 00:08
Foto ANP
Foto ANP

Uit de brief die minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken) woensdag naar de Tweede Kamer stuurde, blijkt dat een alleenverdiener met kinderen en een inkomen van twee keer modaal er in 4 jaar tijd 6,25 procent op achteruit zou gaan.

Een alleenstaande met een modaal inkomen (33.000 euro) gaat er 2 procent op vooruit, een alleenstaande ouder met een minimuminkomen moet het met 5,25 procent minder doen. Een alleenstaande ouder met een inkomen van 2 keer modaal, verliest 5,75 procent aan koopkracht. Bij de uitkeringsgerechtigden verliest een alleenstaande ouder in 4 jaar tijd 5,25 procent. Daarvan is 1,75 procentpunt het gevolg van maatregelen uit het nieuwe regeerakkoord, de overige 3,5 procent was al het gevolg van eerdere maatregelen die zijn opgenomen in het zogeheten ‘basispad’.

Uit berekeningen van Asschers ambtenaren blijkt dat 1 op de 7 huishoudens er de komende 4 jaar in totaal tussen de 5 en de 10 procent op achteruit gaat en dat 3 procent van de huishoudens meer dan 10 procent aan koopkracht verliest.

De cijfers lopen uit de ‘kaders’ die VVD en PvdA in het regeerakkoord hebben gesteld: de koopkracht zou zich grosso modo bewegen tussen 0,5 procent erbij voor de lagere inkomens en 4 procent eraf voor de hogere inkomens boven 100.000 euro. VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra heeft al meerdere keren gezegd dat als grote groepen meer koopkracht verliezen, daar dan naar gekeken moet worden.

Asscher benadrukt in de brief dat de cijfers slechts een indicatie zijn en dat de kabinetsplannen de komende tijd nog worden uitgewerkt en dat dit met „een open houding naar de samenleving” zal gebeuren.

Hij wijst erop dat ook deze cijfers nog altijd alleen gaan over gemiddelden, over effecten dus die zichtbaar zijn voor grote groepen huishoudens. Bovendien is het een indicatie voor 5 jaar. Een ongebruikelijk lange periode vol onzekerheden over wat er bijvoorbeeld gebeurt met de lonen en prijzen, aldus de minister.

Hij stelt verder dat aanvullende berekeningen van het Nibud niets toevoegen aan de huidige cijfers omdat ook het Nibud moet wachten op de uitwerking van de plannen.

Uitschieters

Per voorstel wordt bekeken of er onbedoelde uitschieters zijn die voorkomen moeten worden. „We gaan kijken hoe we de uitschieters en ongewenste gevolgen zo veel mogelijk kunnen beperken. Maar als dit het beeld zou zou blijven, is er nog veel werk te doen.”

Hij geeft aan dat het regeerakkoord en de maatregelen daarin niet het einde van de discussie zijn, maar het begin. De reeks voorstellen wordt de komende periode verder uitgewerkt. Asscher: „Als dit het beeld zou blijven, is er nog veel werk te doen om recht te doen aan de uitgangspunten van de onderhandelaars, waarbij de hogere inkomens binnen de afgesproken bandbreedte wat meer bijdragen, en de zorgen in de samenleving.”

Bekend

PvdA-leider Diederik Samsom is niet verbaasd over de jongste koopkrachtplaatjes van het ministerie van Sociale Zaken. Volgens hem zijn de cijfers in de kabinetsformatie aan de onderhandelingstafel met de VVD besproken.

Samsom is het eens met VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra die via de uitwerking van de plannen in wetgeving uitschieters wil voorkomen. Als voorbeeld noemt hij de bijstandsmoeder die er mogelijk 5,75 procent op achteruit gaat. Daarvoor is al 100 miljoen euro armoedebeleid vrijgemaakt. „We gaan bijstandsmoeders niet op de min zetten.”

Ook aan het koopkrachtverlies van alleenverdieners met een inkomen van twee keer modaal, die er bijna 6 procent op achteruit gaan, kan iets gedaan worden, aldus Samsom.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer