Draaglast niet minder, draagkracht wel hoger
Vroeger hadden we lastige kinderen, vreemde kinderen, aparte kinderen, drukke kinderen en ongehoorzame kinderen. Die tijd is voorbij. Al onze lastige, vreemde, aparte, drukke en ongehoorzame kinderen hebben tegenwoordig een diagnose: klassiek autisme, PDD-NOS, asperger, ADHD, ADD, ODD en vele andere soorten.
Sommige mensen noemen zo’n diagnose een etiket en zijn bang dat een kind daarmee in een hokje wordt geplaatst. Deze mensen vergeten echter dat een etiket tegelijkertijd een ”gebruiksaanwijzing” is. Natuurlijk wil dit niet zeggen dat daarmee alle gedragsproblemen zijn op te lossen, maar het kan ouders wel helpen hun kind beter te begrijpen en de benadering van hun kind aan te passen aan die gebruiksaanwijzing. Een etiket wil niet zeggen dat het kind daarmee een soort eenheidsworst is geworden; elk kind blijft uniek!
Voordat er sprake is van een diagnose is er vaak een lange weg afgelegd. Een weg van onzekerheid en eindeloos zoeken naar mogelijkheden. Een weg van veel onderzoeken, wachten op uitslagen en het incasseren van teleurstellingen. Een weg van zorg, pijn en verdriet en vooral van onbegrip.
Maar ook na al die onderzoeken is er vaak nog veel onbegrip bij de omstanders. Want ondanks het etiket, de gebruiksaanwijzing, zijn er in de directe omgeving van ouders, en hun gediagnosticeerde kind, nogal wat mensen die graag adviezen geven en kritiek leveren. Dat zijn de deskundigen die precies weten hoe je lastige, vreemde, aparte, drukke en ongehoorzame kinderen moet opvoeden. Soms vinden dergelijke raadgevers zelfs fysiek of verbaal geweld de aangewezen methode om zo’n kind in het rechte spoor te trappen.
Voor ouders zijn de adviezen van dergelijke deskundigen vaak pijnlijker dan de problemen die ze met hun kind ervaren. De kritiek en de –vaak wel goedbedoelde– adviezen confronteren ouders steeds meer met het onbegrip van hun omgeving; buren, vrienden en vaak ook familie. Daarbij komt ook nog het onbegrip dat ze soms ondervinden van leerkrachten, catecheten en anderen die tot taak hebben hun kind te onderwijzen.
Wat zou het mooi zijn als al die deskundigen eens heel gewoon zouden proberen om naast deze ouders te staan. Náást hen, zonder kritiek en zonder allerlei goedbedoelde adviezen. Dát is waar ouders behoefte aan hebben, in hun vaak eenzame positie. Hun problemen, zorgen en verdriet worden niet opgelost door mensen die het beter weten. En weliswaar ook niet door mensen die naast hen staan, want die kunnen evenmin de draaglast verkleinen, maar zulke mensen helpen wél de draagkracht te verhogen.
Wat zou het fijn zijn als die deskundigen zouden proberen zich in te denken hoe het is om een kind te hebben dat er gewoon uitziet maar wel anders is. Dan wil je naast hen staan. Dan wéét je niet beter, maar dan dóé je beter.
En dat is precies wat deze ouders nodig hebben.