Opinie

Leer kinderen al op jonge leeftijd mondig te zijn

Een bepaalde visie op opvoeden wordt door dr. S. D. Post (RD 12-10) ten onrechte als humanistisch en on-Bijbels weggezet, reageert drs. Aline Hoo­genboom-Versluis.

17 October 2012 20:31Gewijzigd op 14 November 2020 23:47
„Aansluiten bij de eigenheid van het kind heeft alles te maken met het erkennen en waarderen van de verscheidenheid die God in Zijn schepping heeft gelegd.” Foto RD, Anton Dommerholt
„Aansluiten bij de eigenheid van het kind heeft alles te maken met het erkennen en waarderen van de verscheidenheid die God in Zijn schepping heeft gelegd.” Foto RD, Anton Dommerholt

In de krant stond onlangs een uitvoerig interview met dr. S. D. Post. In het interview komen een paar stevige uitspraken langs over opvoeding. Zo stelt Post over de opvoeding van tegenwoordig: „We stellen het kind centraal; we gaan uit van wat er in het kind zit. Daar is de Bijbel duidelijk over. Wat in het kind, in de mens zit, is fundamenteel aangetast door de zonde.”

Dat we meer dan voorheen het kind centraal stellen, ben ik met Post eens. Maar de conclusie die hij daaraan verbindt, vind ik niet terecht. Het kind centraal stellen betekent niet dat we van mening zijn dat de wil van het kind goed is. Dat heb ik nog nooit een reformatorische opvoeder horen beweren.

Het betekent evenmin dat we de wil van het kind moeten volgen. Het kind centraal stellen, betekent dat we aansluiten bij zijn of haar eigenheid. Als we het kind iets willen leren, kijken we eerst naar wie het kind is en van daaruit gaan we naar het doel. Het punt waar we naartoe gaan is niet dat wat het kind wil, maar dat wat goed is voor het kind.

Wat goed is voor dit kind, kan best iets anders zijn dan wat het kind zelf wil. Aansluiten bij de eigenheid van het kind heeft alles te maken met het erkennen en waarderen van de verscheidenheid die God in Zijn schepping heeft gelegd. Aansluiten bij het kind is nodig om zijn hart te kunnen bereiken.

Naar wat ik er van zie, wordt ”het kind centraal stellen” over het algemeen op deze manier wordt ingevuld door reformatorische christenen.

Gehoorzaam

Post stelt verder dat „de Bijbel (…) niet geluk, maar gehoorzaamheid centraal stelt bij de opvoeding.” Gehoorzaamheid is inderdaad een Bijbels kernwoord als het over opvoeden gaat. Kinderen worden opgeroepen om hun ouders gehoorzaam te zijn (bijv. Ef. 6:1). Ook de Heere Jezus was Jozef en Maria gehoorzaam (Luk. 2:51).

Dat gehoorzaamheid een belangrijke plaats heeft in het Bijbelse spreken over opvoeding wil echter niet zeggen dat gehoorzaamheid daarmee het centrale doel van de christelijke opvoeding is, zoals Post eerder stelde (RD 13-2).

Ik denk dat voor gehoorzaamheid hetzelfde geldt als wat Post zegt over regels: ze zijn belangrijk, maar geen doel in zichzelf. Wat wil je als opvoeder bereikt hebben als je kind 18 jaar is; dat het gehoorzaam is? Dat lijkt me niet voldoende om te kunnen functioneren in gezin, kerk en maatschappij.

Als het gaat over doelen van de opvoeding is het mogelijk beter om te kijken naar hoe de Bijbel een christen beschrijft. Bijvoorbeeld in 1 Timotheüs 3 (vereisten voor ambtsdragers) of Galaten 5 (vruchten van de Geest). Zó wil je dat het kind wordt. Gehoorzaamheid is daar één aspect van.

Maatschappij

Daarbij kun je niet voorbijgaan aan de maatschappij waarin het kind een plaats krijgt. Of we het er nu mee eens zijn of niet, de maatschappij vraagt burgers die keuzes kunnen maken en hun zegje kunnen doen. Burgers die iemand zíjn. Dít is de maatschappij waarin we mogen laten zien wat het christelijk geloof inhoudt.

Christen-zijn in Nederland is niet meer meelopen met de grote massa, maar juist een eenling zijn die iets uit te leggen heeft. Daarvoor hebben kinderen nodig dat ze iemand worden die mondig is, iemand die er staat.

Wanneer de nadruk in de opvoeding enkel ligt op gehoorzaamheid, wordt het moeilijker om eigen keuzes te maken, zich een eigen mening te vormen en die op een goede manier onder woorden te brengen. Daarom denk ik dat het goed is dat de ouders van nu hun kinderen al jong leren om te kiezen en hun zegje te doen.

Thuis en op school kunnen ze in een veilige omgeving oefenen met het geven van hun mening en het omgaan met reacties die daarop kunnen komen. Ze kunnen oefenen én bijgestuurd worden. Behalve dat er ruimte is voor een eigen mening, leert het kind dan ook wanneer een eigen mening brutaal of kwetsend wordt. En leert het dat er grenzen zijn en waarom.

Geluk

Ten slotte, Post vindt geluk geen Bijbels opvoedingsdoel. Het lijkt mij echter niet on-Bijbels om te zoeken naar geluk. Als dat maar niet gaat om geld of status, maar om het échte geluk. Echt geluk vind je in het mens-zijn zoals God het heeft bedoeld. Daarbij hoort ook gehoorzaamheid, achter Christus aan gaan.

Dat geluk kun je niet aan je kinderen geven. Maar je kunt je kinderen wel laten zien wat dit geluk inhoudt en waar het te krijgen is. Dat bereik je niet door enkel gehoorzaam te doen wat de generaties voor je ook al deden. Dat kan alleen als het iets van jezelf is geworden.

De auteur is moeder en orthopedagoog.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer