In 2007 boden slechts 127 basisscholen het zogenoemd vroeg vreemdetalenonderwijs aan. Basisscholen die dat aanbieden geven bijvoorbeeld vanaf groep 1 per week 1 uur Engelse les aan hun leerlingen. Eind 2011 was het aantal scholen gestegen tot 658, aldus het Europees Platform. Dat is een ruime vervijfvoudiging. Het aantal basisschoolleerlingen dat daardoor de lessen kreeg, steeg van 12.000 naar 64.500.

„Die stijging is iets van de laatste jaren en komt vooral door de vraag van de ouders. Ook is het vaak zo dat als er één school in een stad vvto gaat aanbieden, andere scholen meegaan in die trend”, laat Stephan Meershoek van het Europees Platform weten. Dit schooljaar zijn 200 scholen extra het vvto gaan aanbieden, een nieuw record. Elke nieuwe school krijgt dit jaar een subsidie van 1750 euro om het vvto aan te bieden.

Eind 2011 gaven in totaal 584 scholen Engels, 34 Frans, 31 Duits en liefst 43 Spaans. „Dat Spaans zo populair is komt vermoedelijk voor een aanzienlijk deel door Leonardoscholen. Die kozen namelijk óf voor Spaans óf voor Chinees”, verklaart Meershoek de positie van Spaans als ‘tweede taal’.

Ook op het voortgezet onderwijs is er eenzelfde ontwikkeling te zien richting internationalisering. Het aantal scholen dat tweetalig onderwijs aanbiedt nam toe van 126 naar 152 afdelingen, het aantal leerlingen dat het onderwijs volgt van 16.000 naar 25.000. Het versterkt talenonderwijs binnen het voortgezet onderwijs groeide van 58 naar 79 scholen en van 5800 naar 32.000 leerlingen.

„Beide ontwikkelingen komen voort uit de drang om de Engelse taal machtig te zijn. Uiteindelijk hopen we dat elke basisschool in Nederland vroeg Engels gaat geven. Op het voortgezet tweetalig onderwijs zal eerder een plafond zitten”, aldus Meershoek.