Commentaar: Gemeente moet bij koopzondag recht doen aan alle belangen
Als de schijn niet bedriegt, presenteren VVD en PvdA nog dit jaar een regeerakkoord waarin in ieder geval staat opgenomen dat de wetgeving rond koopzondagen wordt verruimd. Bestaat er nu nog enigszins een rem op het aantal koopzondagen dat gemeenten kunnen toestaan –maximaal twaalf per jaar, met uitzondering van toeristische gemeenten–, straks mogen ze dit helemaal zelf bepalen.
Gezien de vele procedures tegen gemeenten die er, onder het mom van toerisme, extra zondagsopening doordrukten, ligt het voor de hand dat de koopzondag verder zal oprukken. Juist de dag waarop het van de kansel klinkt om te kopen zonder geld bij de Bron van levend water, verwordt zo tot een platte commerciële koopdag.
In het NOS Journaal stelde de presentatrice deze week dat straks „niet langer de overheid, maar de gemeente” over de koopzondag gaat. Het is echter van belang om vast te stellen dat óók gemeenten vallen onder diezelfde overheid. Ook op hen rust straks de taak om bij besluiten over zondagsopening recht te doen aan álle belangen die er binnen hun grenzen leven, juist ook aan de belangen die in de huidige praktijk maar weinig ruimte krijgen, zoals die van kleinere winkeliers, personeel én zondagsrust.
Veel onderzoek onder winkeliers naar hun mening over de koopzondag is er niet gedaan. De onderzoeken die er waren, zoals vorig jaar door brancheorganisatie CBW-Mitex, bevestigen echter het beeld dat het vooral het grootwinkelbedrijf is dat (door zijn schaalgrootte) de extra koopzondagen met een brede glimlach tegemoetziet. Van de winkeliers met minder dan tien filialen bleek dat slechts een uiterst kleine minderheid van 8 procent op zondag vaker open wil dan nu.
Met die gegevens in de hand is het haast bizar dat de directeur van CBW-Mitex deze week jubelend reageerde op het nieuws over de koopzondag. Ook MKB-Nederland, dat het genoemde onderzoek eerder „representatief” noemde voor haar achterban, reageerde opgetogen, waarmee de vraag prangt of deze organisatie op dit punt nog wel ‘feeling’ heeft met de groep voor wie zij zegt op te komen. De komende weken zal blijken of beide organisaties een punt maken van hun in deze krant uitgesproken wens om gemeenten te verplichten bij koopzondagbesluiten eerst een bindend draagvlakonderzoek te laten houden onder plaatselijke winkeliers.
Toegegeven: de huidige Winkeltijdenwet is een rommeltje, ook na de aanscherping onder Balkenende IV. Als slagers die hun eigen vlees keuren, kunnen gemeenten nog altijd zelf een oordeel vellen over de vraag of zij toeristisch zijn en supermarkten heten op zondagmiddag plots ”avondwinkels”.
Toch leek met name de wetsaanpassing dat voortaan in alle gevallen de rechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven beslist over koopzondagkwesties, zijn vruchten af te werpen. In de eerste uitspraak sinds de aanscherping is ingegaan, bleek juist deze week (Harenkarspel) dat de rechter de uitzondering in de wet voor toeristische gemeenten zéér strikt interpreteert, waarmee zich langzaam maar zeker jurisprudentie –en dus de nodige duidelijkheid– ontwikkelde.
Dat alles lijkt nu voor niets te zijn geweest.