Mede door het proces tegen de prowesterse politica ontbrandde dit jaar een politieke strijd rond het Europees Kampioenschap voetbal. Eurocommissarissen en buitenlandse leiders lieten wedstrijden in Oekraïne links liggen. Ook het Nederlandse kabinet dreigde weg te blijven als „de rechtsstaat in Oekraïne niet snel zou verbeteren”. „We proberen maximale druk uit te oefenen”, zei minister Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken.

In 2004 was Timosjenko (51) een van de aanvoerders van de Oranjerevolutie. Tot 2010 was ze premier van Oekraïne, maar vorig jaar werd ze veroordeeld tot 7 jaar cel wegens machtsmisbruik. Zelf vindt ze dat ze het slachtoffer is van een politieke afrekening door de huidige president, haar pro-Russische aartsrivaal Viktor Janoekovitsj.

Het vonnis werd vorig jaar internationaal scherp veroordeeld, door Europa en zelfs bondgenoot Rusland. De ophef laaide dit jaar op toen Timosjenko kort voor het EK zei dat cipiers haar in elkaar hadden geslagen.

De inmenging wekte slechts de woede van Oekraïne. De ambassadeur Olexander Horin noemde het Nederlandse voornemen tot een boycot „een ernstige fout, oneigenlijk en niet passend”. Volgens hem was de zaak tegen Timosjenko „een open proces volgens de Oekraïense wetten”.

Ook Duitsland moet het ontgelden. „We willen er niet aan denken dat de Duitse politieke leiders in staat zijn om de methoden uit de tijd van de Koude Oorlog nieuw leven in te blazen en de sport te gijzelen voor de politiek”, liet Oekraïne weten.

Brussel liet woensdag opnieuw weten,ontgoocheld’’ te zijn door de uitspraak. Volgens de Europese Commissie schakelt de Oekraïense regering de oppositie uit met rechtszaken die de internationale standaarden voor „onpartijdigheid, transparantie en onafhankelijkheid” niet respecteren. Oppositieleider en voormalig minister van Binnenlandse Zaken, Joerie Lutsenko, werd eerder ook veroordeeld in het verdeelde land.