Wandelen en zingen met Willem Sluiter

De dichter Willem Sluiter bezong al in de zeventiende eeuw het prachtige landschap van de Achterhoek en het rustige leven in Eibergen, waar hij predikant was. „Hoe soet is ’t, 
’s morgens, op het singen/ Der voog’len, uyt het bedd’ te springen!”

Enny de Bruijn

7 August 2012 09:38Gewijzigd op 14 November 2020 22:32
Herman Schepers, grondlegger van Museum De Scheper: „We hebben in Eibergen de belangrijkste collectie-Sluiter ter wereld.” Foto Sjaak Verboom
Herman Schepers, grondlegger van Museum De Scheper: „We hebben in Eibergen de belangrijkste collectie-Sluiter ter wereld.” Foto Sjaak Verboom

In Eibergen leeft de herinnering aan Willem Sluiter (1627-1673) nog volop. De christelijke gemengde zangvereniging studeert voor bijzondere gelegenheden zijn liederen in, zijn boeken staan in het museum, de basisschool is naar hem genoemd en een plaquette met zijn naam siert de muur van het kerkgebouw.

Dat is bijzonder voor een dichtende dominee die bijna vier eeuwen geleden leefde, maar het heeft waarschijnlijk alles te maken met zijn liefde voor de Achterhoek. Sluiter was trouwens zelfs de allereerste die dat woord gebruikte: „Waer yemand duysent vreugden soek/ Mijn vreugd is in dees’ achter-hoek.” Zijn vurige vaderlandse gevoel richtte zich bijna uitsluitend op Eibergen en omgeving, en dat maakt dat hij daar nog altijd verstaan wordt.

Liederen voor het volk

„Toen ons nieuwe museum­gebouw geopend werd, in 1998, zijn er liederen gezongen uit Sluiters ”Eybergsche sang-lust”, vertelt Gezien Schuur, een van de zeventig vrijwilligers van Museum De Scheper. Sluiter kreeg bij die gelegenheid een eigen kamer in het museum, waar zijn portret hangt en waar zijn boeken staan uitgestald.

Op verzoek kan zelfs de documentaire ”Eibergen” (van Ben Tragter, 1983) getoond worden, een film waarop liederen van Sluiter te horen zijn, terwijl prachtige natuurbeelden uit de omgeving aan het oog voorbijtrekken. „Willem Sluiter schreef liederen voor het gewone volk”, zegt Schuur, „en die hebben de boeren hier nog heel lang gezongen. De Eibergse zangvereniging, die al bijna honderd jaar bestaat, zingt ze soms nog in de kerk. ONO heet die. Oefening Nooit Opgeven.”

In de Sluiterkamer van het museum hangt een groot schilderij van de dichter, getrouwe kopie van een portret dat door de zeventiende-eeuwse schilder Pieter van Anraedt gemaakt werd. Wie uit het raam naar buiten kijkt, ziet precies de gedenksteen op de kerkmuur. In een hoek staat een oude kerkbank waarop twee in het zwart geklede vrouwenpoppen zitten, maar dat is volgens Schuur geen bank uit de Eibergse kerk. „Dat geldt ook voor het knielbankje dat daar staat, dat is een rooms-katholiek knielbankje.”

Jonggestorven vrouw

Omdat het museum deze zomer een tentoonstelling over oude bruidsjaponnen heeft, ”Gisteren was ik de bruid”, ziet de Sluiterkamer er een beetje anders uit dan anders. In de ene hoek knielt een bruidspop op het knielbankje, in de andere staat een bruid met het gezicht naar het raam –waarachter de kerk– en de hand op een Statenbijbel met koperen sloten.

Dat is pijnlijk opmerkelijk voor wie beseft dat Sluiter zelf zijn vrouw al heel jong verloor. Ze heette Margaretha Sibylla Hoornaerts, en ze was pas 24 jaar toen ze in 1664 in het kraambed stierf. Willem Sluiter, die toen zelf 37 was, bleef na twee jaar huwelijk achter met een pasgeboren zoontje en een dochtertje van ruim een jaar oud. Dat het verdriet groot was, blijkt wel uit zijn lange gedicht Doots-echt-scheydinge:

Myn troost, de lust en luister van myn oogen,

Myn best’ Juweel, (wie sal myn tranen droogen?)

Myn eenig Lam, dat rusted’ in myn schoot,

Wordt my ontrukt door d’ al te strenge doot.

Na het overlijden van hun moeder werden de twee kleine kinderen ondergebracht in het huis van hun grootmoeder, terwijl Sluiter zelf de daaropvolgende jaren in een eenzame pastorie doorbracht, waar alleen overdag een vrouw het nodigste werk kwam doen. In feite leefde hij een beetje als een kluizenaar, alleen met zijn boeken, terwijl hij vers na vers, boek na boek schreef.

Nieuwe verwikkelingen volgden in 1665 en 1672, toen Sluiter tot tweemaal toe uit zijn dorp en zijn huis werd verdreven: de bisschop van Münster trok in die jaren met zijn legers de Achterhoek binnen, zodat alle bewoners op de vlucht sloegen. In de tussenliggende jaren keerde Sluiter overigens terug in Eibergen, waar hij gezelschap kreeg van zijn groter wordende kinderen. Maar die vreugde duurde niet lang: Sluiter overleed al in 1673, 46 jaar oud, kort nadat hij een beroep naar Rouveen had aangenomen.

Verzamelaar

Van Sluiters leven en werk resten nu, achter de openslaande deuren van het kabinet in de Eibergse Sluiterkamer, twee planken vol oude boeken. Sommige nog in hun originele perkamenten band, andere opnieuw ingebonden. ”Eybergsche sang-lust”, ”Jeremia’s klaag-liederen”, ”Christelijke doodts-betrachting”, ”Eensaem huis- en winter-leven”, ”Vreugt- en liefde-sangen”, ”Psalmen, lof-sangen ende geestelike liedekens” enzovoort.

Samen vormen die boeken een deel van de verzameling van Herman Schepers, de man die met zijn collectie Eibergse voorwerpen de basis legde voor het museum. Dat begon klein, vlak na de oorlog, toen de jonge Herman Schepers als leerling van de Willem Sluiterschool les had van meester Wisselink, die prachtig kon vertellen over de geschiedenis van de streek.

In diezelfde periode groef Schepers samen met twee andere jongens de scherven van hun allereerste urn op. Daarmee had hij de smaak van het graven en verzamelen te pakken. Nu, bijna zeventig jaar later, toont het museum de resultaten van zijn verzamelwoede. Urnen, schelpen, potvistanden, allemaal afkomstig uit de Eibergse bodem. Gereedschappen uit allerlei ambachten, herinneringen aan de leerfabriek van de gebroeders Prakke, leesplankjes en oude naaipatronen – alles wat ook maar iets met het verleden van Eibergen en zijn inwoners te maken heeft, is in het museum terechtgekomen.

Vooral de museumgebouwen zijn de moeite waard: een herbouwde boerderij naast een negentiende-eeuws herenhuis dat ooit toebehoorde aan de tante van schrijver Menno ter Braak. Haar portret hangt in de kamer die gewijd is aan deze auteur, die óók in Eibergen geboren werd. Maar het opmerkelijkst is toch de collectie-Sluiter, volgens Schepers de belangrijkste ter wereld: „We hebben niet alleen veel oude drukken, maar ook het archiefmateriaal van C. Blokland, die een biografie van Sluiter schreef. Dat is alleen op aanvraag te zien.”

Hoe hij aan al die prachtige boeken gekomen is? „De eerste kreeg ik van de boeren uit de omgeving, die zeiden dan: „Och, nèm da’ maor met.” Later kocht ik ook zelf boeken van Sluiter, soms voor 25 euro, soms voor 700 euro – of iets daartussenin. Ik dacht: de man is toch dominee in Eibergen geweest, en hij heeft veel voor Eibergen betekend.”

Dit is het derde deel in een serie over kleine schrijversmusea. 
www.museumdescheper.nl
www.rd.nl/schrijversmusea

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer