Geschiedenis

Damme is mooier dan Brugge

Brugge heeft een buurgemeente: Damme. Brugge is bekend, Damme niet. Maar „Damme is mooier dan Brugge”, riep een Amerikaanse toerist vertwijfeld uit.

Marius Bremmer
25 July 2012 20:55Gewijzigd op 14 November 2020 22:20
De Onze-Lieve-Vrouwekerk: alsof de watergeuzen ’m nog maar net gesmeerd zijn. Foto Marius Bremmer
De Onze-Lieve-Vrouwekerk: alsof de watergeuzen ’m nog maar net gesmeerd zijn. Foto Marius Bremmer

Voor wie haast heeft –en dat hebben Amerikaanse toeristen– klopt dat: Brugge is te veel voor maar een paar uur. Wie Damme de duimschroeven aandraait is er sneller klaar, maar ook niet in een halve dag. Damme is West-Vlaanderen ten voeten uit: historie, cultuur, natuur…

Diverse wandelende stelletjes in de schaduw van het middeleeuwse gotische stadhuis laten zien dat Damme al ontdekt is. Niet zo gek, want weinig petieterige stadjes hebben zo veel pontificale monumenten. Dammes dreven brachten helden voort die je op straat tegenkomt. Zelfs de geschiedenis van het buitengebied –tegen het decor van de Tachtigjarige Oorlog– spreekt tot de verbeelding. Er is daar volop voer voor vogelaars, plantenminnaars en andere uitwaaiers, wandelend of op de fiets. De EU investeerde hier in ecotoerisme en dat alles op een steenworp afstand van grote broer Brugge, de Belgische kust en Zeeuws-Vlaanderen.

In de twaalfde eeuw werd een dam in het Zwin opgeworpen, de geboorte van Damme was een feit. Brugge en Damme profiteerden van de open verbinding met zee, maar helaas: het Zwin verzandde. Brugge bleef nog even booming, maar Damme dutte in. De Spanjaarden legerden er later een garnizoen in de strijd tegen de oprukkende Reformatie. Watergeuzen uit het noorden plunderden in 1578 de stad en de monumentale Onze-Lieve-Vrouwekerk. Die staat er vandaag de dag bij alsof de geuzen ’m nog maar net gesmeerd zijn: de toren zonder spits, het middenschip half weggeslagen.

„Niet ik zal er liggen, maar mijn lijk”, zei Jacob van Maerlandt over zijn graf in een zijbeuk van deze kerk. Damme eert de man met trots, midden op de markt, in steen, ernstig kijkend. Hij is, zegt men, „de stamvader aller dichters in het Nederlands.” Jacob –in het buitengebied van Brugge geboren– doet zijn achternaam op als koster in Maerlandt, een plaatsje bij Brielle. In opdracht van Hollandse edelen schrijft hij of zijn leven ervan afhangt: niet alleen ridderromans –soms wel 14.000 verzen lang– maar ook werken over Alexander de Grote, de stad Troje en de heilige graal. Beroemd is zijn Rijmbijbel, die geen Bijbel op rijm is, maar wel op kunstzinnige wijze Bijbelse geschiedenis in de volkstaal ontsluit.

Dertig jaren woont van Maerlandt in Damme. Daar schrijft hij de eerste natuurencyclopedie in de volkstaal: ”Der naturen bloeme”. Die zou je er zo bij willen pakken als je in het moerasbos van de buitengracht wandelt, water dat deel uitmaakte van de Spaanse verdedigingswerken. Daar groeien nu de pluimzegge en de zeldzame moerasvaren en tussen het alom aanwezige riet tiert een inheems vleesetend plantje welig, het blaasjeskruid, belust op waterinsecten en amfibieën.

In de verderop gelegen hooilanden duikt de dotterkoekoeksbloem op. Je vindt er zeldzame vogels zoals de karekiet, de rietgors en de waterral. In de winter pleisteren er kolganzen en kleine rietganzen, de ”vriezeganzen” uit het gelijknamige gedicht van de Dammer stadsdichter Frederic Lucien de Laere, waarvan alle tien coupletten op panelen her en der in Damme zijn aangebracht.

Ze zijn er, de band met de polder is sterk:

in het zwerk zien we ze dalen in honderdtallen

neerstrijkend in de winterstal:

het vlakke land geijkt in het geheugen.

De vlucht naar Vlaanderen vindt hier een einde,

Een zaliger einder, een uitgelezen bestemming

Het land van melk en honing.
Damme profileert zich met negen boekwinkels als boekenstad, niet alleen vanwege van Maerlandt, want „te Damme, in Vlaanderen, toen de meimaand de bloesems aan de hagedoorns opende, werd Uilenspiegel, de zoon van Klaas geboren.”

Zo begint Charles de Coster in 1867 zijn meesterlijke legende van Tijl Uilenspiegel, het symbool van de Vlaamse volksziel, een fratsenmaker die samen met Nele en Lamme Goedzak door Vlaamse velden en beemden zwerft... Je ervaart het hier, staand in de polders, de Tachtigjarige Oorlog zichtbaar tegen het stadssilhouet. Een stad met maar 1100 inwoners.

Voor wie verder geen haast heeft: doe de Maerlandt Fietsroute en de Erfgoed Wandelroute. Bezichtig de kerk en beklim in het zomerseizoen de toren en geniet van het uitzicht. Bekijk het bezoekerscentrum en het bezoek het Uilenspiegelmuseum. Maak een ommetje over de Haringmarkt en verslind tot slot een Vlaamse pannenkoek in restaurant De Lamme Goedzak of een van de vele andere smulkroegen…

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer