Turkse Koerden betogen voor vrede
Zo’n 15.000 Koerden hebben maandag in Diyarbakir in het zuidoosten van Turkije deelgenomen aan een vredesdemonstratie. De Koerden willen dat de Turkse regering vrede sluit met de Koerdische rebellen.
De demonstranten riepen om vrede en droegen ballonnen mee in de kleuren van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK): rood, groen en geel. Sommigen riepen ”president Öcalan”. Dat laatste is in Turkije strafbaar. Het wemelde op straat van de pantserwagens van de politie, maar die greep niet in.
De rebellen zegden maandag het staakt-het-vuren op dat zij in 1999 eenzijdig afkondigden omdat Turkije blijft weigeren een akkoord met hen te sluiten. Turkije is hooguit bereid beperkte amnestie te verlenen aan rebellen die de wapens neerleggen, maar die vinden dat te mager. „Het is aan de Turkse regering om de keuze voor vrede of oorlog te maken”, liet de in Turkije verboden PKK weten aan een in Duitsland gevestigd persbureau.
PKK-leider Abdullah Öcalan, die in Turkije gevangen zit, zei tegen een in Duitsland verschijnende pro-Koerdische krant dat hij niet zal proberen in te grijpen als de rebellen besluiten de oorlog te hervatten. „Van nu af doen ze wat hun goeddunkt.”
Sinds 1985 heeft het geweld zeker 32.000 mensen, het merendeel Koerden, het leven gekost. Sinds het staakt-het-vuren van 1999 is het aantal slachtoffers gedaald, maar zijn er geregeld incidenten geweest. Dat zich de afgelopen dagen drie vuurgevechten hebben voorgedaan kan toeval zijn, maar hangt mogelijk samen met het beëindigen van het staakt-het-vuren. Donderdag raakten bij twee aanvallen door gewapende mannen zes Turkse politieagenten gewond. Zondag kwamen bij een dergelijke aanval een politieagent en een rebel om het leven.