Zwarte stern gedijt in de sloot van Stolwijk
BODEGRAVEN – Het vijftig jaar oude Europees landbouwbeleid gaat de komende jaren drastisch op de schop. Subsidies worden verlaagd en de landbouw moet verder ‘vergroenen’. Melkveehouder Melvin Stolwijk in Bodegraven is er klaar voor.
Tientallen vogels maken een stevig kabaal als een groepje mensen over het kavelpad loopt. „Dat is onze kolonie zwarte sterns. Die willen hun kroost beschermen”, zegt de boer tegen zijn bezoek. In een van de sloten liggen vlotjes, waarop de vogels hun nesten hebben. De jonge dieren moeten ergens in het hoge gras langs de slootkant scharrelen.
De Zuid-Hollandse veehouder doet aan weidevogelbeheer. Langs de pakweg 5 kilometer sloten die zijn kavel doorkruisen, is een strook gras van 2 meter breed eind juni nog steeds niet gemaaid. Niet alleen de vogels hebben er baat bij, ook de variatie aan planten neemt toe.
De boer krijgt voor de maatregelen een vergoeding van de provincie. Natuurbeheer is in zijn geval goed voor ongeveer 10 procent van het bedrijfsinkomen. Ook de Europese Unie doet een duit in het zakje, want het Groene Hart wordt in landbouwkundig opzicht als een probleemgebied beschouwd. De veengrond brengt beperkingen mee en bovendien heeft het gebied een beschermde status: de eeuwenoude verkaveling –voor boeren lastig– moet behouden blijven.
De koeien van Stolwijk, natuurlijk lopen ze in de wei, kijken dromerig toe. De bonte samenstelling van de kudde –tussen de zwartbonte Holsteins lopen ook wat roodbonten en zelfs een paar zeldzame blaarkoppen, geen koeien die bekendstaan om hun hoge melkproductie– onderstreept de filosofie van de boer. „Wij hebben een extensief bedrijf, en ik voel me er goed bij. Mijn buurman melkt 400 koeien, dat zou ik niet kunnen. Maar samen doen we dus wel aan vergroening. Ik vind dat Europa dat moet blijven belonen.”
Zo’n honderd ambtenaren, politici en vertegenwoordigers van belangenorganisaties bogen zich gisteren in Bodegraven over de toekomst van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU (GLB). Bedrijfsbezoeken aan Stolwijk en enkele collega-boeren waren onderdeel van het programma. Het GLB moet er in 2020 heel anders uitzien dan nu. De politieke discussie over de vernieuwing is nog in volle gang. Volgens de voorstellen van de Europese Commissie krijgt Nederland 8 procent minder subsidie. Boeren krijgen straks geen inkomenssteun meer op basis van prestaties uit het verleden, maar een vast bedrag per hectare. Bovendien moeten ze een deel van hun grond ‘vergroenen’.
Sommige boeren, onder wie veel melkveehouders, dreigen er fors op achteruit te gaan. Stolwijk bijvoorbeeld ontvangt op dit moment ongeveer 600 euro per hectare uit het GLB. Straks zal dat nog maar 400 euro zijn. Om dat wat op te vangen, wil hij zijn sloten en slootkanten mee laten tellen voor de vergroening. Of dat gaat lukken, moet de toekomst uitwijzen.
Voorzitter Albert Jan Maat van boerenorganisatie LTO Nederland verwijst het idee dat Nederlandse boeren subsidievreters zouden zijn, naar het rijk der fabelen. „De land- en tuinbouw is, inclusief verwerking, goed voor 65 miljard euro omzet. Vanuit Brussel krijgen we zo’n 900 miljoen euro, dat is nog geen 2 procent van wat we bijdragen aan de Nederlandse economie.”
Maat wil dat de politiek zich inzet voor behoud van het volgens hem zeer succesvolle GLB, dat ertoe heeft geleid dat burgers in Europa voldoende voedsel hebben voor een redelijke prijs, en dat bij een manier van boeren die internationaal gezien ongekend hoog scoort op het gebied van milieu en dierenwelzijn.