Buitenland

„Sergio! Sergio! Niet in slaap vallen!”

Sergeant William von Zehle verheft zijn stem. De man wiens leven hij de afgelopen drie uur heeft geprobeerd te redden, lijkt het op te geven. De man zit ondersteboven klem onder 9 meter puin en bevindt zich op een armlengte afstand van Von Zehle.

AP
27 August 2003 10:56Gewijzigd op 14 November 2020 00:31

„Sergio. Sergio! Blijf bij me! Niet in slaap vallen! Het gaat prima!”, roept Von Zehle. Sergio heet de man, en hij is gewond - dat is alles wat de sergeant weet. Von Zehle, een oud-brandweerman uit Ridgefield, Connecticut, heeft geen idee wie de man is. Het maakt hem ook niet uit. De man zit klem, heeft botbreuken en vermoedelijk inwendige bloedingen. Von Zehle heeft genoeg ervaring om te weten dat hij hem aan de praat moet houden.

Intussen probeert Von Zehle de man te bevrijden. Steen voor steen verwijdert hij het puin waaronder hij bedolven ligt. Hij hijst het naar boven in een damestas aan een gordijnkoord. De man vertelt Von Zehle in zijn laatste uren over zijn vrouw, zijn kinderen, zijn huis in Brazilië, maar rept met geen woord over wie hij zelf is: Sergio Vieira de Mello was topdiplomaat van de Verenigde Naties en de hoogste VN-man in Irak.

Von Zehle heeft wel in de gaten dat het niet de schoonmaker is die onder het puin ligt. „Hoe gaat het met iedereen? Hoeveel mensen zijn er gewond? Weet je wat er is gebeurd?” Dat soort vragen bleef Vieira de Mello stellen, vertelt Von Zehle. „Ik dacht: hij lijdt pijn en hij denkt alleen maar aan andere mensen.”

Von Zehle is een van de eerste Amerikaanse soldaten die bij het VN-hoofdkwartier in Bagdad arriveert nadat een zelfmoordterrorist daar een vrachtwagen vol explosieven heeft laten ontploffen. Von Zehles eenheid, het 411e Bataljon civiele zaken, is in een gebouw op zo’n honderd meter afstand gestationeerd.

Von Zehle staat voor het raam en heeft net zijn kogelvrije vest aangetrokken om naar een vergadering te gaan als hij een oranje flits ziet en hij dwars door de kamer wordt geworpen. Voordat hij de deur uitgaat, trekt hij eerst een glasscherf uit zijn rechterdij en verbindt hij een paar snijwonden op zijn rechterarm.

Kort nadat hij op de plaats van de aanslag is aangekomen en via de radio om bijstand heeft gevraagd, werkt hij zijn 1,85 meter lange lichaam een 60 centimeter breed gat in dat begint op de tweede verdieping. Von Zehle klimt door een schacht naar beneden. Hij passeert drie doden. Zijn zaklamp glijdt tussen zijn tanden vandaan en valt naar beneden. Dan komt hij bij Vieira de Mello en een andere man, een zekere Gil, over wiens identiteit Von Zehle verder nog steeds niets weet.

Een collega komt hem bijstaan. Die concentreert zich op Gil, die iets boven Vieira de Mello ligt. Von Zehle probeert vast te stellen hoe het met Vieira de Mello ging en geeft hem morfine. Dan begint het puinruimen. Dat gaat moeizaam: hoe meer soldaten elders in de ruïne beginnen met puinruimen, des te meer stenen er in de schacht van Von Zehle naar beneden komen vallen. „Het werd er daar niet veiliger op. We hadden de tijd tegen ons.” Hij is bang dat de hele schacht ieder moment kan instorten.

Vieira de Mello lijkt te versuffen. Zijn antwoorden worden trager en minder coherent. Precies als Von Zehle en zijn collega de man boven hem uit het puin bevrijden, valt Vieira de Mello helemaal stil. Von Zehle controleert zijn hartslag: die is er nog, maar Vieira de Mello is buiten bewustzijn. Niet veel later overlijdt hij. Gil wordt levend naar buiten getakeld.

Von Zehle komt naar buiten, moe en kwaad. Hij weet zeker dat ook Vieira de Mello levend naar buiten zou zijn gekomen als hij en zijn collega’s de beschikking hadden gehad over de basisuitrusting van iedere Amerikaanse brandweer. Walkietalkies en zelfs doodgewone emmers - Von Zehle en zijn collega’s hadden ze niet.

„Ik doe dit werk al 31 jaar en dit raakt me meer dan alle eerdere keren. Gewoon door de frustratie dat we niet de spullen hadden om dit werk goed te kunnen doen.” Von Zehle zegt het Amerikaanse leger desondanks niets te verwijten. „Dit is de taak van het leger niet.”

In zijn woede wil Von Zehle terug het puin in om verder te gaan met zijn werk. Zijn superieuren houden hem tegen. Von Zehle wordt terug naar de basis gestuurd. Pas uren later hoort hij daar wie de Sergio was die hij niet heeft kunnen redden. „Toen voelde ik me nog beroerder.”

Von Zehle besluit VN-secretaris-generaal Annan een brief te schrijven. In één ruk typt hij een pagina vol. „Ik dacht: Misschien willen de familie en de secretaris-generaal weten hoe hij tot het einde toe een heer bleef.” Wat Vieira de Mello’s laatste wensen waren, wil Von Zehle niet kwijt aan een journalist. Door dat te vertellen zou hij het vertrouwen beschamen, zegt hij.

Annan verwees naar Von Zehles brief in een toespraak die hij hield tijdens een rouwdienst voor Vieira de Mello in diens geboorteland Brazilië. De laatste wens van de diplomaat was dat de VN in Irak actief zouden blijven, zei Annan. „Laten wij dat respecteren. Laat Sergio een waardig gedenkteken krijgen in de vorm van een vrij en soeverein Irak. Voor dat doel heeft hij zijn leven gegeven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer