Daarin beloven de partijen dat ze een einde maken aan het ethnische conflict en de veiligheid van burgers in acht te zullen nemen.

De onderhandelingen in Yangon met de bevrijdingsorganisatie van de Karen (KNU) zijn de tweede stap in een driefasenplan van de een jaar oude burgerregering om tot een „eeuwigdurende vrede” met alle rebellengroepen in het land te komen. De eerste fase was een staakt-het-vuren, dat in januari met de KNU werd gesloten.

De KNU vecht al meer dan 60 jaar tegen de centrale regering voor autonomie. De Karen wonen in het oosten en zuidoosten van Myanmar (het vroegere Birma). Nadat Birma in 1948 onafhankelijk was geworden, raakten veel Karen in conflict met de nieuwe leiders. Tienduizenden mensen sloegen op de vlucht voor het geweld. Zij wonen nu in onder meer Thailand en Laos, waar ze in kampen zijn ondergebracht. Er zijn ongeveer 3,5 miljoen Karen in Myanmar. Dat is 7 procent van de bevolking.

De onderhandelingen met de Karen worden namens de regering geleid door minister van Transport Aung Min, een gematigd lid van de voormalige junta, die het vertrouwen heeft gewonnen van veel minderheidsgroepen. Na bijna een halve eeuw door een militaire junta te zijn geregeerd, kreeg Myanmar vorig jaar een burgerregering die hervormingen doorvoert. Oud-militairen bezetten in de regering nog wel de belangrijkste posities, maar er is sprake van politieke verschuivingen.

Zo won oppositieleidster Aung San Suu Kyi afgelopen zondag bijna alle van de 45 te verdelen zetels bij tussentijdse verkiezingen. Het was voor het eerst sinds 1990 dat haar partij Nationale Liga voor Democratie (NLD) meedeed aan verkiezingen. De KNU-delegatie brengt zondag een bezoek aan Suu Kyi, die ook populair is bij de minderheden.