Er werd er woensdag wel telefonisch vergaderd. Er staat nu een nieuwe bijeenkomst van euroministers gepland op maandag. Was de vergadering woensdag doorgegaan, dan hadden Duitsland, Finland en Nederland „niet anders kunnen doen dan nee zeggen”, zei De Jager.

Als alles goed gaat, zei De Jager, kunnen de euroministers maandag een voorlopig akkoord sluiten, met een parlementair voorbehoud voor Nederland, Duitsland en Finland. In de dagen daarna wordt het akkoord technisch uitgewerkt waarna de Tweede Kamer er in de week van 27 februari over kan spreken. „Hoogstwaarschijnlijk is dat voldoende tijdig voor het definitief maken van het akkoord.” Bij een voorlopig akkoord kan Griekenland de benodigde ruil van staatsobligaties inzetten, aldus De Jager.

Rampscenario’s

Nederland denkt met een paar andere eurolanden na over rampscenario’s en noodplannen voor Griekenland „mocht het onverhoopt misgaan.” Niet dat die landen er op aansturen, maar er wordt wel „intensief en vertrouwelijk” gesproken over scenario’s waarin Griekenland niet meer aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen, zei minister Jan Kees de Jager donderdag in de Tweede Kamer.

Volgens hem is er een groot verschil tussen een situatie waarin Griekenland op een wanordelijke manier financieel in gebreke zou blijven of een ordentelijke manier. Zo’n laatste scenario is nu „behapbaarder” dan anderhalf jaar geleden „en nog altijd veel minder ernstig dan een wanordelijke default of een exit uit de euro.”

In beide gevallen is Griekenland overigens niet failliet. Weliswaar kunnen de private schuldeisers „fluiten naar hun centen uit obligaties”, maar de Griekse schulden aan andere landen verdwijnen niet. Daarover moet worden onderhandeld in de zogeheten Club van Parijs.

Het slechtste scenario doet zich volgens De Jager voor als Griekenland uit de eurozone stapt. Dat heeft grote gevolgen voor de Griekse samenleving en brengt ook het risico met zich mee dat andere eurolanden besmet raken door de Griekse problemen.