Geen milde recessie, maar diepe depressie ligt op de loer
Voor Nederland dreigt geen milde recessie, maar een diepe recessie met mogelijk zelfs kenmerken van een economische depressie, betogen prof. dr. René Tissen, Erik Verbrugh en Ap Hamerpagt.
Dat Nederland in 2012 een zwaar financieel-economisch jaar gaat krijgen en nu al tegen een extra pakket aan bezuinigingen van ten minste 7 miljard euro aankijkt, kan voor niemand een verrassing zijn. Het kabinet-Rutte is vanaf Prinsjesdag 2011 open geweest over de slechte staat waarin de Nederlandse overheidsfinanciën zich bevinden. Die deplorabele toestand is zowel een gevolg van de Europese schuldencrisis (en alle financiële toezeggingen daaromtrent), als een gevolg van de achterblijvende economische groei.
Inmiddels is wel duidelijk dat Nederland voor het eerst in lange tijd met economische krimp te maken zal gaan krijgen, ook al wordt beweerd dat het hooguit een milde recessie zal zijn. Aan krimp zijn we niet gewend.
Verlies aan vertrouwen
Er zijn drie redenen waarom wij denken dat Nederland dit jaar in een diepe in plaats van milde recessie terecht zal komen, misschien zelfs een recessie met de kenmerken van een depressie. Deze redenen hebben één gemeenschappelijk kenmerk, namelijk het dreigende verlies van vertrouwen van mensen in de waarde van geld en het daarmee samenhangend probleemoplossend vermogen van geld.
Het mag zelfs niet worden uitgesloten dat ons geld op enig moment geheel waardeloos wordt als centrale banken zouden besluiten om de schuldencrisis via een gericht beleid van inflatiebevordering –en misschien zelfs hyperinflatie– te bestrijden en vervolgens moeten vaststellen dat de operatie geslaagd is, maar de patiënt (de economie) overleden is.
De politieke druk op de Europese Centrale Bank (ECB) om in navolging van de Verenigde Staten tot geldverruiming over te gaan, wordt steeds meer opgevoerd. Maar vrijwel niemand lijkt zich te realiseren dat de ECB al tijden méér aan kwantitatieve verruiming (een duur woord voor het aanzetten van de geldpersen) gedaan heeft dan de Verenigde Staten. In beide continenten met weinig tot geen positieve effecten op de samenleving.
Inflatie en deflatie
De eerste reden voor een mogelijke depressie heeft te maken met inflatie en deflatie. Moeilijke termen, omdat er nogal mee wordt gegoocheld en getoverd, al naar gelang het economen en beleidsmakers uitkomt. Voor onze (over)grootouders waren het echter bekende begrippen. Want zij ervoeren ze aan den lijve.
In de praktijk gold voor hen dat bij inflatie de kans op een recessie groot is en bij deflatie de kans op een depressie. Sinds kort ziet Nederland een mix van (beperkte) inflatie en (hoge) deflatie (prijzen van huizen, auto’s en dergelijke). De kans dat Nederland een depressie gaat meemaken is groeiend.
We volgen dan Japan, dat al twintig jaar een economische depressie meemaakt. In de loop van de tijd is deze zelfs erger geworden als gevolg van de enorme staatschuld en het verkeerde politieke beleid van Japan met betrekking tot het daaruit gegroeide crisisdenken. Niet voor niets kent Japan slechts kortdurende regeringen.
Vergrijzing
De tweede reden die een depressie waarschijnlijk maakt, heeft te maken met het vertrouwen (of wantrouwen) van burgers in de toekomst. Door de vergrijzing, die ook Nederland treft, zijn we zowel minder energiek (fysiek) als minder geneigd om nieuwe zaken op te pakken en bestaande zaken sneller of beter te doen. Weliswaar dragen ouderen als het ware de economie, maar ouderen worden ook steeds vaker afgeschilderd als parasieten die te lang van geleende welvaart hebben geleefd. Dat stemt somber.
De derde reden heeft te maken met ons denken over de schuldencrisis en de gevolgen daarvan voor Nederland. Er is sprake van zwalkend, onduidelijk en niet doeltreffend Europees beleid waarbij keer op keer een beroep op Nederland wordt gedaan om financieel bij te springen, echter zonder dat het een oplossing voor de crisis dichterbij brengt. Kennelijk werkt het niet om schuld met schuld te vereffenen, een inzicht dat heel normaal is voor burgers maar niet voor de politiek.
In februari is een nieuwe ronde van bezuinigingen gaande. Als deze tot opluchting leidt, krijgen we een recessie. Leid deze tot ongeloof en zelfs afwijzing, dan krijgen we een depressie. De vooruitzichten zijn momenteel niet goed.
René Tissen is hoogleraar bedrijfskunde aan Nyenrode Business University. Erik Verbrugh en Ap Hamerpagt zijn extern onderzoeker aan het project Andere Economie van Nyenrode Business University.