Politiek

„Die brief van Ab bewaar ik nog even”

Bij de CDA-Kamerleden Koppejan en Ferrier ligt hij, fluistert men, in hun bovenste bureaula. Soms halen ze hem eruit. Liefst ’s avonds laat, als fractieleider Van Haersma Buma al naar huis is, en er geen risico meer bestaat dat Verhagen of Donner plotseling hun hoofd om het hoekje van de deur steken.

23 December 2011 23:06Gewijzigd op 14 November 2020 18:23
Klink. Foto ANP
Klink. Foto ANP

Dan pakken ze, zegt men, die inmiddels wat beduimelde velletjes met de zo bekende aanhef: „Beste Henk, Maxime”, en spreiden die zorgvuldig uit.

Ach ja, die brief van Klink. Zin voor zin herlezen de CDA-Kamerleden het epistel van september 2010. En bij elke alinea knikken ze instemmend. Ja, zó zag Ab het. En zó ging het.

Een gedoogcoalitie met de PVV was voor het CDA „een onbegaanbare weg”, schreef de oud-onderhandelaar. Nauw samenwerken met een partij met zulke andere motieven, zou ertoe leiden dat „de eenheid van het beleid permanent in het geding zou zijn”, vreesde hij. Wilders zou „vol op het orgel” gaan. En het CDA zou daardoor „al snel in een verdedigende houding komen te staan.”

Geen woord te veel, peinzen Koppejan en Ferrier als zij met een weemoedige zucht het schrijfsel weer opbergen. Maar helaas, nu is het te laat...

Het moet op een van dit soort avonden geweest zijn dat –zo zegt men– ook op het ministerie van ELI nog een lichtje brandde. Toen de laatste ambtenaar al lang huiswaarts was, ijsbeerde op de ministeriële werkkamer vicepremier Verhagen nog driftig heen en weer. En ook hij dacht... aan de brief van Klink.

Zou hij hem pakken? Dat verfrommelde vodje, onder in die kast, linksachter? Nee, toch maar niet. Hij wist immers wat erin stond: grotendeels onzin.

Waarom zou je als coalitie- of gedoogpartners per se dezelfde motieven moeten hebben bij het afgesproken beleid? Als je maar staat voor je handtekening en het overeengekomen programma loyaal uitvoert, vond Verhagen nog altijd. Kijk eens wat dit kabinet in korte tijd heeft bereikt! Tal van punten uit het CDA-verkiezingsprogramma worden in hoog tempo uitgevoerd. Prachtig, toch?

Toch knaagde er iets, ook bij hem. Waarom kreeg hij, Maxime Verhagen, waarom kreeg het CDA voor die geweldige inspanning niet de beloning die het verdient? Dát kon de vicepremier, die avond door zijn werkkamer ijsberend, niet begrijpen.

Hij had het, samen met kompaan Bleker, toch zo mooi uitgedacht. Maak Wilders verantwoordelijk voor het beleid, laat hem z’n tanden stukbijten op de dagelijkse bestuursrealiteit, en hij zal zijn toon matigen, zo luidde de theorie. Inkapselen, dat was de tactiek.

Zodra Wilders’ kiezers zien dat de PVV in de harde praktijk van het landsbestuur niets klaarmaakt, rennen ze vol afschuw bij hem weg, was de verwachting. Zo ging het immers destijds ook met de LPF? Na deelname aan Balkenende I bleef van die partij weinig over.

Toch is het zó niet gegaan, peinsde en piekerde Verhagen die avond. Integendeel. Het CDA staat zwaar op verlies; de PVV op lichte winst. Wát ging er mis? Hebben zij soms gelijk die al vanaf het begin zeiden dat ook de PVV ministers moest leveren? En zou het misschien een grote, domme fout zijn geweest om Wilders tegelijkertijd wel en niet mee te laten doen, waardoor hij de ruimte kreeg om vanaf de zijlijn te blijven roeptoeteren?

Verhagen fronste. Deze mogelijkheid sloot hij niet uit. Maar was dit het enige? Of is er meer misgegaan? Een verschil met 2002 is, zo bedacht hij opeens, dat het CDA toen nog de grootste was en de premier leverde. Toen de LPF-bewindslieden Heinsbroek en Bomhoff elkaar knock-out sloegen, kon Balkenende zich als vredestichter profileren en even later de premierbonus opstrijken. Een positie die nu, helaas, is weggelegd voor VVD-leider Rutte.

Voor Verhagen het licht in zijn kamer uitdraaide, sloeg hij zich voor het hoofd. Er was nog een aspect! Was zijn denkfout niet dat hij Wilders beschouwde als een politicus als alle andere, die door zijn kiezers vanzelf afgestraft zou worden als hij niets concreets bereikte? En zou het misschien zo kunnen zijn dat de PVV-aanhang niets tastbaars van zijn leider verwacht, dan alleen dat hij af en toe luidruchtig de elite afranselt? Als dat zo is, zou de hele inkapseltheorie regelrecht de prullenbak in moeten.

Toen Verhagen die avond het ministerie verliet, hoorde een voorbijganger hem mompelen: „Toch jammer, van dat inkapselen. Morgen eens met Henk bespreken. En die brief van Ab bewaar ik nog even.”

Meer over
Wandelgangen

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer