De kwestie kwam woensdagavond naar buiten door een uitzending van het tv-programma EenVandaag. Daarin ging het over een onderzoek van de onderwijsinspectie naar de onderwijstijd in het mbo. Bij een eerste controle bleek een op de vijf mbo-opleidingen te weinig les te geven. Vervolgens gaf de inspectie de gelegenheid dit te verbeteren. Na deze herstelperiode haalde uiteindelijk 13 procent van de opleidingen niet de vereiste norm van 850 lesuren per jaar.

Dat ligt volgens de onderwijsinspectie aan een aantal factoren. Sommige scholen rekenen vakantie- en feestdagen mee in hun onderwijstijd. Andere scholen scharen bepaalde onderwijsactiviteiten onder lestijd, terwijl die niet aan de vereisten voldoen. Ook worden er instructeurs of onderwijsassistenten ingezet die niet bevoegd zijn, waardoor die lessen niet zouden mogen meetellen.

Verantwoordelijk minister Van Bijsterveldt dreigt met maatregelen. „Mbo-instellingen die hun studenten onvoldoende uren lesgeven of onvoldoende kwaliteit leveren, worden daar door de onderwijsinspectie op aangesproken. Indien deze situatie te lang duurt, volgt een financiële sanctie of verliezen opleidingen hun licentie.”

De MBO Raad, de landelijke koepel van mbo-scholen, is het niet eens met de kritiek. Voorzitter Jan van Zijl: „De urentelling is door de onderwijsinspectie te streng toegepast. Bovendien is het niet in alle gevallen zo dat de lessen echt niet zijn gegeven. Soms is er sprake van administratieve fouten bij de programmering van onderwijstijd. Ik schat dat in werkelijkheid 8 procent van de opleidingen daadwerkelijk onvoldoende lesuren geeft. Dat is overigens nog steeds te veel. Deze opleidingen moeten stevig worden aangepakt. Zij bezorgen het mbo een verkeerd imago.”