Vreemde planten veroveren Afrika
Milieudeskundigen trekken aan de alarmbel: vreemde gewassen hebben in de Afrikaanse bodem wortel geschoten en concurreren met inheemse planten om lucht en licht. Het ziet ernaar uit dat de vreemdelingen het winnen van de inboorlingen.
Het is een wet van de jungle: planten vechten om dominantie en sterkere uitheemse planten winnen het van zwakkere inheemse. Ze groeien sneller, planten zich efficiënter voort en vernietigen soms daadwerkelijk kleinere planten. Zowel landbouwgrond en weiden als tuinen en wildparken worden bedreigd door plantensoorten die door kolonisten zijn geïmporteerd, bijvoorbeeld om hun tuin te verfraaien of om als haag dienst te doen. Australische acaciabomen bijvoorbeeld dringen dieper met hun wortels in de bodem en beroven op die manier de inheemse bomen in de buurt van voedsel. Het is maar één voorbeeld, maar duizenden hectaren grond in de Zuid-Afrikaanse landen zijn in de loop van de tijd door de veroveraars overwoekerd.
Het Zuid-Afrikaanse project Working for Water, dat al sinds 1996 iets aan het probleem wil doen, krijgt nu eindelijk wat internationale steun omdat Nelson Mandela er het boegbeeld van geworden is. Woordvoerder Guy Preston zegt dat de tijd dringt. De invasie verloopt immers heel snel en „als je de veroveraars niet te grazen neemt, nemen zij jou te grazen”, zegt hij. Een ecosysteem kun je immers niet ongestraft verstoren en gevolgen zijn er niet alleen voor andere planten maar ook voor mens en dier. De waterhyacint in Lake Victoria, geïntroduceerd omdat ze zo mooi is, maakt het bijvoorbeeld onmogelijk om vanaf de kust te vissen omdat de vislijnen verstrikt raken in de dichte begroeiing net onder het wateroppervlak. Zelfs bootjes kunnen zich op sommige plaatsen geen weg meer banen tussen de hyacinten door.
Een belangrijke oorzaak is dat kolonisten enthousiast een plantje verhuisden van hun thuisland naar Afrika, maar de natuurlijke vijanden van die planten thuisliet. Zonder die vijanden, vaak insecten, leeft zo’n plantje plotseling in de ideale omgeving en kan het het gemakkelijk winnen van de inheemse planten. Een en ander leidt tot een kettingreactie: als een plant zeldzaam wordt of uitsterft, gaan ook de insecten die van die plant afhankelijk zijn dood. Vervolgens leggen de vogels en de kleine zoogdieren die van die insecten afhankelijk zijn het loodje.
Het verlies van biodiversiteit in bepaalde regio’s is een ramp voor het hele ecosysteem. Deskundigen voorspellen dat ongeveer een kwart van de planten- en diersoorten in Zuidelijk Afrika zal uitsterven als de veroveraars hun gang kunnen blijven gaan.
Op een continent waar meer dan 13 miljoen mensen elk jaar voedselhulp nodig hebben om te overleven, is elke bedreiging van landbouwgrond extra dramatisch. Het bestaande ecosysteem staat volkomen machteloos tegenover de buitenlandse gewassen die landbouwgronden veroveren. In de winter verwelken die vreemde gewassen tot een droge, heel licht ontvlambare massa. Bij een brand loopt de temperatuur in die droge massa zo hoog op dat de zaden van de inheemse planten bezwijken. Meteen is de landbouwgrond vrij voor de zaden van de vreemdelingen, die de brand wel hebben overleefd. De grond wordt geheel geconsumeerd door waardeloze gewassen, die dan ook nog eens 7 procent van de watervoorraad van de regio opslokken. Dure infrastructurele werken om de bevolking aan water te helpen zijn het rechtstreekse gevolg.
De toeristische industrie in Zuidelijk Afrika maakt zich ook zorgen over de zaak. Toeristen komen immers massaal voor het landschap, de planten en de dieren. Ze willen de inheemse soorten die ze in hun fauna- en flora-gidsen vinden, zien. De directeur van de wildparken in Swaziland roeit de vreemde planten systematisch uit en plant inheemse soorten in hun plaats.
Zelfs de medicijnmannen maken zich zorgen omdat ze steeds harder moeten zoeken naar de traditionele planten die ze in hun medicijnen verwerken.
De conclusie is duidelijk. De uitheemse planten zijn enkel lastig en ze moeten weg. Het probleem is reëel en neemt grootse afmetingen aan. Toch kan het tij nog worden gekeerd, zegt Guy Preston. „Het zal een lange, ingewikkelde strijd worden omdat ecosystemen geen nationale grenzen respecteren. En de wind neemt zaden heel ver met zich mee.” Swaziland, Mozambique en Namibië werken aan wetten die de import van uitheemse planten moet verbieden en Zuid-Afrika scherpt de bestaande wetten aan.