Opinie

Vaker ja zeggen vraagt lef van leidinggevende, maar verbetert bedrijfscultuur

Ja is accepteren, aansluiten, meegaan. Nee is verwerpen, afwijzen, scheiden. Ja is voor, nee is tegen. Ja is positief, nee negatief. Ja is een kans. Nee is een domper. Ja is groei. Nee het deksel op de pot. Toch zeggen leidinggevenden vaak nee. Waarom? Als ja zo veel energie kan opleveren, waarom ligt dat woordje nee dan op het puntje van de tong?

S. D. Post
4 April 2011 08:12Gewijzigd op 14 November 2020 14:22Leestijd 5 minuten

Natuurlijk zeggen leidinggevenden ook regelmatig ja. Ja, zolang het binnen de kaders, de regels en de protocollen past. Maar als het daarbuiten valt, zeggen ze vaak nee, of: „Nemen we mee. We vergaderen erover.” Er vallen woorden als precedentwerking, regels zijn er niet voor niets, wettelijke voorschriften, beleid is beleid. Het antwoord is nee, of op zijn best: „Nee, tenzij.”

De neecultuur. De speelruimte voor professionals is ingekaderd door de beleidsdocumenten, protocollen, gezamenlijke afspraken, cao, arbo, regels van de inspectie en door traditie. En de leidinggevende staat op wacht. Zijn nee is het prikkeldraad rondom dit speelveld.

Eigenlijk klinkt dat allemaal ook wel logisch en aanvaardbaar, hoewel dat woord prikkeldraad wat stekelig is. Maar zolang het speelveld niet te klein wordt, is dit toch een goede manier van leidinggeven. Met nee is niets mis.

Positieve invloed

Toch daag ik leidinggevenden uit om te gaan voor de jacultuur. In principe ja te zeggen tegen nieuwe ideeën, uitzonderingen, wensen die buiten de kaders vallen. De jacultuur is geïntroduceerd door dr. Hans Marcel Bekkers. Hij zegt: „De jacultuur is een constructieve en op verandering gerichte manier van bedrijfsvoeren en kan worden geplaatst tegenover een traditionele beheerscultuur, die met name is gericht op continuïteit en afweer van ongeplande invloeden van binnenuit en buitenaf.”

In zijn proefschrift ”Levenskunst op leeftijd” (2004) onderbouwt hij met cijfers dat de invoering van de jacultuur op allerlei terreinen een positieve invloed heeft op zijn organisatie voor ouderenzorg Humanitas. Uiteraard is de basis voor de verbetering het welbevinden van mensen en het benutten van kansen.

Begin met ja te zeggen tegen een verzoek, wens of plan. Dat levert in een professionele cultuur veel op. Met ja creëer je een wij-gevoel. De medewerkers zullen zich meer gerespecteerd voelen. Ze doen ertoe. Minder ziekteverzuim. Het levert creativiteit op in een organisatie. Een jacultuur bevordert loyaliteit. Mensen zullen positief zijn over de organisatie en dat ook naar buiten uitdragen. Goede verhalen over de organisatie op verjaardagen. Dit lijstje is moeiteloos aan te vullen.

Grenzen bewaken

Maar… Wie dit leest, zal ergens een maar in zijn hoofd krijgen. Er komen vragen op als: raak je zo de grip op de organisatie niet kwijt? Want nee is grenzen bewaken. Nee is overigens ook wel een beetje het eigen gezag onderstrepen, de eigen positie markeren. Niets menselijks is leidinggevenden vreemd. De jacultuur lijkt gevaarlijk. Want stel je voor dat iedereen dat wil. Stel je voor dat het fout loopt. Stel, stel. Wie dit weggetje afloopt, komt inderdaad in een no-goarea terecht.

Maar zomaar alles toelaten kan toch ook niet? Er zijn toch ook andere belangen? Het is toch reëel dat uitzonderingen een precedentwerking kunnen hebben? En afspraken zijn toch niet voor niets gemaakt? Inderdaad. Er is lef nodig voor een jacultuur. Voor wie dat kan opbrengen, is er veel te beleven en valt er veel te genieten.

Win-winsituaties

In een jacultuur springt de leidinggevende over de gesloten vraag „Kan het?” heen en richt hij zich op: „Hoe kan het?” Die vraag is open. De twee partijen kunnen dan samen opties verkennen. Met het ja verbindt de een zich aan de ander. Samen kunnen ze vervolgens alle belangen op een rijtje zetten en het beste antwoord zoeken op de vraag: „Hoe kan het?” Er is een gezamenlijk probleem. Ja is niet vermijden of toegeven, maar samenwerken. De belangen en wensen van beide partijen doen ertoe.

Een willekeurig voorbeeld. Een leerkracht van groep 8 vraagt een dag vrij voor een pianoconcours. In de neecultuur zegt zijn leidinggevende nee. Terecht: hij heeft de cao aan zijn zijde en vervanging voor groep 8 is lastig. In een jacultuur zegt hij van harte ja. Dat is veel leuker.

Vervolgens stelt hij de volgende vraag: „Hoe gaan we dat regelen? Stel je voor dat er volgende week een andere leerkracht komt met iets soortgelijks, wat moet ik dan tegen hem zeggen? Ik ben wel aan de regels van de cao gebonden. Hoe gaan we de vervanging regelen?”

Ja is dan een uitgangspositie voor onderhandelen, waarbij ook de belangen van de leidinggevende op tafel komen. Samen zijn er dan heel wat opties te bedenken. Een andere dag extra komen werken, onbetaald verlof, zelf voor vervanging zorgen, zelf inbrengen in het team et cetera. Niet zelden leidt dit tot win-winsituaties. Maar soms komen beiden tot de conclusie dat geen optie passend is. Dan wordt het alsnog: nee. Maar wel een gezamenlijk en geaccepteerd nee.

De moeite van het overwegen waard. De jacultuur. Als je lef hebt, ga je ervoor. Zeg geen nee tegen ja! Yes!

Reageren aan scribent? welbeschouwd@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer