In de Trêveszaal is vrijdag de zogenoemde kaderbrief over de financiële stand van zaken besproken. Die brief geldt als startpunt voor de voorbereiding van de voorjaarsnota (tussenstand van de lopende begroting). Volgende week begint De Jager met de bilaterale gesprekken met de vakministers. Eind mei moet de voorjaarsnota naar de Tweede Kamer. Naar verwachting beslist het kabinet eind april over aanpassingen aan de lopende begroting.

Volgens De Jager kampen verscheidene ministers met financiële tegenvallers. Op het gebied van zorg en kinderopvang (200 miljoen euro) waren die al bekend. De Jager wilde niet ingaan op de hoogte van de totale tegenvaller. Het uitgangspunt is dat iedere minister „zelf zijn broek ophoudt” en dus oplossingen levert voor financiële tegenvallers. De Jager kondigde aan dat hij er streng op zal toezien dat de totale begroting aan het einde van het jaar sluitend is. Meevallers aan de inkomstenkant mogen niet gebruikt worden om tegenvallers bij de uitgaven op te vangen.