Vietnamese bootvluchteling maakte „barre reis”
Met gevaar voor eigen leven ontvlucht hij in 1978 per boot communistisch Vietnam. Na een barre zeereis belandt Tanh Nguyen (54) uiteindelijk in Nederland.
Kippenvel krijgt hij weer, ruim 32 jaar later, vertellend over de hachelijke vlucht met een boot. „Het was een reis vol angst”, zegt de Vietnamees Nguyen in de woonkamer van zijn villa in Zwolle, vlak bij de IJssel.
In de jaren zeventig zuchten Tanh Nguyen en zijn familie onder het communistische bewind, dat na de bloedige Vietnamoorlog (1957-1975) aan de macht komt. „Ik studeerde in 1975 geneeskunde aan de universiteit. Maar die werd gesloten. Onze wereld stortte in. Iedereen moest praten en vergaderen over het communisme. Onze vrijheid was weg. Er was zo veel angst. Mijn moeder had waspoeder in huis. Ze spoelde dat door de wc, omdat ze bang was dat de communisten de voorraad zouden ontdekken en zouden beslissen dat ze te veel eigendommen had.”
Zelf zit Tanh Nguyen in die tijd in militaire dienst. Omdat hij goed kan basketballen, slijt hij een aanzienlijk deel van zijn diensttijd in een sportteam van het leger. Als de Vietnamees hoort dat hij onder de wapenen moet in de oorlog met buurland Cambodja, weigert hij dat.
Net als talloze landgenoten besluit Nguyen zijn land per boot te ontvluchten. Samen met een broer en een zus en haar man. In september 1978 verlaat Nguyen, dan 22 jaar, de miljoenenstad Ho Chi Minhstad, waar zijn familie woont. „Ik vertrok om vijf uur in de ochtend. Mijn ouders waren kapot. Ik zie mijn moeder nog in een stoel zitten. Wat gaat er met onze kinderen gebeuren? Een buurjongen vroeg: „Wat doe jij zo vroeg op straat?” Ik zei: „Ik moet naar een afspraak.””
Met de bus reist hij naar het 100 kilometer verder gelegen Vinh Long, om vandaar per boot een poging te wagen de vrije wereld te bereiken. „We zouden meevaren met een familie die de vlucht had georganiseerd. Via een kleine zijrivier en een grotere rivier voeren we naar de monding van de Zuid-Chinese Zee. Wij vieren gingen, samen met nog een jongen, in een sloep voorop, in een soort verkenningsvaartuig. Daarachter kwam een 13 meter lang vissersschip met vluchtelingen. Onder hen waren de organiserende familie en twee schippers, die verstand hadden van varen en kaartlezen. In die sloep stond ik doodsangsten uit. Wat zou er gebeuren als de politie ons zou oppakken? Vluchtelingen werden in de gevangenis gezet. Omdat ik was gedeserteerd, zou ik misschien wel worden doodgeslagen. We hielden ons zo stil mogelijk.”
Op volle zee, met 26 vluchtelingen op het vissersschip, breken zware dagen aan. „Er waren zo veel onzekerheden. We zouden richting Maleisië varen, om van daaruit in een kamp in een vrij land terecht te komen. Grote golven kwamen ons tegemoet. Velen werden zeeziek, ik ook. Ik dacht: Kon ik maar terug.”
Tot overmaat van ramp slaat na zo’n dertig uur varen de motor af. Twee dagen lang dobberen de vluchtelingen rond op zee. „Iemand had per ongeluk de toevoer van diesel afgesloten. Dat ontdekten we pas later. Intussen probeerden de twee schippers de motor te starten. Daardoor raakte de accu leeg. De boot dreef daar maar. We vreesden te sterven. Overal was water. Tot overmaat van ramp ging een van de drie cilinders ook nog kapot.
Om de motor weer aan de praat te krijgen, moesten we aan een vliegwiel draaien. Er was op het schip eigenlijk slechts plek voor één persoon om dat wiel te bedienen. Het lukte maar niet, we hadden nauwelijks nog kracht. Toen gingen we toch maar met twee mensen tegelijk draaien. Uiteindelijk sloeg de motor aan. We huilden van geluk.”
Maar al snel dient zich een nieuwe tegenvaller aan. De vluchtelingen ontdekken dat hun schip is afgedreven richting Vietnam. „De wind stuwde onze boot weer naar de Vietnamese kust. We zagen een vuurtoren en schrokken toen we een patrouillevaartuig ontdekten. We deden alle lichten op de boot uit en zijn zo snel mogelijk weer richting Maleisië gevaren.”
Na een enkele dag gloort er hoop. „We zagen een aantal schepen dichtbij langsvaren en beseften dat we bij een scheepsroute waren. Er werden foto’s van ons gemaakt. We waren duidelijk herkenbaar als Vietnamese bootvluchtelingen, die toen erg in het nieuws waren. De eerste zeven schepen voeren door. Het achtste, een Nederlands schip, de Antilla Bay van Nedlloyd, ging stilliggen. Wel een uur lang, op zo’n 30 meter afstand. Later begrepen we dat in die tijd de bemanning de Nederlandse autoriteiten toestemming vroeg ons op te pikken.”
Tot hun vreugde krijgen de bootvluchtelingen vanaf het Nederlandse schip een touwladder toegeworpen. „Ik krijg nog kippenvel als ik daaraan denk. Ik voelde me als herboren. Een oma op onze boot werd in een net omhooggehesen. Ze was te oud om zelf naar boven te klimmen. Twee Nederlanders gingen naar onze boot om te inspecteren of daar nog vluchtelingen waren. Uiteindelijk hebben ze onze boot laten zinken. Op het Nederlandse schip konden we ons douchen. We kregen rijst met sardientjes, cola, een sigaretje. Het was heerlijk.”
Na een verblijf van enkele maanden in Singapore belandt Nguyen op 14 december 1978 in Nederland. „Ik kende het land alleen van voetballer Johan Cruijff. In Nederland zag ik sneeuw. Zo veel sneeuw had ik nog nooit gezien.”
Via Havelte komt de Vietnamees in Zwolle terecht. Daar kan hij aan de slag bij de AMRO-bank, later ABN AMRO. Nguyen werkt er nog altijd; hij adviseert grote ondernemingen over pensioenregelingen. In de IJsselstad leert hij zijn Vietnamese vrouw kennen, ook een bootvluchteling. Hun drie dochters studeren.
In 1998 keert Nguyen voor het eerst terug naar zijn vaderland, zijn beide ouders leven dan nog. „Dat was heel emotioneel. Bij de paspoortcontrole was ik best nerveus. Het land is erg veranderd. Overal is gebouwd.”
Keren Nguyen en zijn vrouw ooit definitief terug naar Vietnam? „We hebben daar wel over gesproken. Toch is dat niet waarschijnlijk. Wij en onze kinderen hebben hier ons bestaan opgebouwd. Mijn vrouw wil graag later op haar kleinkinderen passen. Wel willen we in de toekomst voor langere perioden naar Vietnam, bijvoorbeeld in de winters. Mijn 86-jarige moeder leeft nog. We zijn heel dankbaar dat we in Nederland zijn opgevangen. Zelf hebben we ook ons best gedaan om ons aan te passen. Maar diep in ons hart blijven we Vietnamezen.”
In vaak gammele vaartuigen gaan ze de zee op, gedreven door de hoop op een beter bestaan. Sinds jaar en dag ontvluchten tienduizenden mensen per boot hun land. Menigeen overleeft die reis niet.
Drie weken geleden redde de bemanning van het Nederlandse vrachtschip Momentum Scan bij het Griekse eiland Corfu 241 bootvluchtelingen, bij elkaar gepropt op een zinkend vissersscheepje. Mensensmokkelaars probeerden de Afghaanse en de Pakistaanse vluchtelingen van waarschijnlijk Turkije naar Italië te vervoeren.
Via netten konden de benarde vluchtelingen aan boord van de Momentum Scan klimmen. De bemanning van het Nederlandse vrachtschip redde eerst kinderen en vrouwen. Ruim twintig vluchtelingen belandden in de paniek tussen de Momentum Scan en hun boot en kwamen om. Drie minuten nadat de laatste man het vluchtelingenschip had verlaten, brak het vaartuig in tweeën en zonk het.
Het Maritiem Museum Rotterdam heeft momenteel een expositie over bootvluchtelingen. De tentoonstelling belicht twee groepen: de Vietnamese politieke vluchtelingen uit de jaren 1975-1980 en de Afrikaanse economische vluchtelingen in de periode 2006-2008.
Op de expositie zijn onder meer foto’s, brieven en kaarten van oud-medewerkers van Nedlloyd te zien. Schepen van die rederij pikten in de jaren zeventig van de vorige eeuw meer dan eens Vietnamese bootvluchtelingen op. De Vietnamezen voeren in scheepjes langs de vaarroute tussen Hongkong en Singapore, in de hoop te worden meegenomen door Europese vrachtschepen. In 1980 kreeg een Vietnamese boreling de naam Nedlloyd. Als eerbetoon aan de rederij.
Vanavond heeft er in het museum een debat plaats over bootvluchtelingen. Daar spreken onder anderen PvdA-Kamerlid Albayrak en iemand van het Nederlandse schip Momentum Scan, dat onlangs de 241 vluchtelingen redde. Ook de Vietnamese bootvluchteling Tanh Nguyen zal het woord voeren. Op deze pagina een interview met de Vietnamees, die sinds meer dan dertig jaar in Zwolle woont.