Te lui om Paulus’ brief te lezen
Stel: de apostel Paulus zou vandaag leven en heel persoonlijk een brief aan uw eigen kerkelijke gemeente schrijven zoals hij deed aan de gemeente van Rome. Komende zondag zou uw predikant de brief integraal voorlezen vanaf de kansel. Bij welk hoofdstuk zou u afhaken? Te vrezen valt dat meer dan de helft van de gemeenteleden al voor het eind van het eerste hoofdstuk met zijn gedachten elders zit.
Wie houdt het vandaag de dag nog vol om een uitgebreid, vrij leerstellig getoonzette inleiding met aandacht te beluisteren? Dat lijkt bijna onmogelijk. Ambtsdragers die geroepen worden een preek te lezen, moeten vaak constateren dat al halverwege het eerste punt een groot deel van de gemeente is afgehaakt. Die groep zit zichtbaar met zijn gedachten niet bij de preek. En dat is dan vaak nog minder doorwrochte stof dan wat de apostel Paulus behandelde in zijn brief aan de gemeente van Rome.
Er is dus wel wat veranderd. Reken maar dat toen de voorganger van de gemeente in Rome bekendmaakte dat er een hoogstpersoonlijk schrijven van de apostel Paulus was binnengekomen, de leden er echt voor gingen zitten om naar het voorlezen daarvan te luisteren. Met aandacht hoorden zij het machtig betoog dat de heidenapostel in zijn uitgebreide brief gaf aan. Geen woord wilden deze eerste christenen missen. De verdediging van de leer van de genade door het geloof in Jezus Christus was hun eten en drinken. En er werd nadien nog dagen onder elkaar over gepraat.
Te ingewikkeld
Luisteren naar en nadenken over de preek of een leerstellige verhandeling lijkt vandaag de dag bijna onmogelijk. De preek moet kort zijn en het goede boek mag de omvang van een boekje nauwelijks te boven gaan. Ingewikkelde betogen moeten vooral worden gepopulariseerd. Het denkvermogen van het kerkvolk verdraagt immers geen zware kost meer.
Helemaal nieuw is dat niet, het is het koesteren van een stuk valse romantiek om te stellen dat het vroeger zonder meer veel beter was. Niet voor niets zei ds. Bernardus Smijtegelt (1665-1739) geregeld tegen zijn hoorders: „Span u een weinig in.” Ook in de tijd van de Nadere Reformatie dreigde de aandacht van gemeenteleden dus wel eens te verslappen.
Toch lijkt het gebrek aan concentratievermogen vandaag de dag epidemische trekken te hebben. Onbeschaamde slapers zitten er weliswaar maar betrekkelijk weinig in de kerk. Alleen op de achterste rijen van de galerij lijkt de harde kerkbanklegger voor Bijbels en psalmboeken een comfortabel kussen te zijn. Maar de groep mensen met afdwalende gedachten is groot. En wie daar aanmerkingen op maakt, kan al snel horen dat de preek te moeilijk, te dogmatisch is.
Evenzo is de laatste decennia het aantal lezers van zware kost fors afgenomen. Een brief van Paulus aan de gemeente van ... (vult u de naam van uw eigen gemeente maar in) zou vandaag weinig aandacht krijgen. Te ingewikkeld, niet te volgen.
Luiheid
De Amerikaanse christelijke geleerde Os Guinness noemt in zijn nieuwste boek ”The Last Christian” de geestelijke luiheid van christenen de eerste oorzaak van de ondergang van het christendom. In een interview naar aanleiding van deze publicatie zegt hij met het nodige cynisme: „Christenen hebben soms een bibliotheek aan goede, orthodoxe boeken. De banden sieren hun kast. Maar geen enkel boek lezen ze. Hooguit snuffelen ze eraan. Dat is al heel wat. Maar de lectuur doorworstelen, zich het Bijbels gedachtegoed eigen maken? Nee, daar komen ze niet aan toe. Na een of twee alinea’s gelezen te hebben, zappen ze al weer naar een ander onderwerp. Je mag als auteur van een diepgravend werk al blij zijn als mensen een oneliner van je boek onthouden. Christenen zijn te lui om te studeren en willen dus verleid worden. Vijanden van het christelijk geloof hebben aan christenen meestal een gemakkelijke prooi.”
Goud delven
Graven in de Bijbel. Dat is allereerst de taak van predikanten. Zij hebben de taak om uit de schat van Gods Woord oude en nieuwe dingen voort te brengen. Dat vergt studie. Maar dat graven is ook de taak van iedere belijder van Christus’ naam. Gouddelven uit de Bijbel en de boeken die daarop zijn gebaseerd.
Regelmatig wordt geconstateerd dat veel kerkmensen nog wel frequent in de Bijbel lezen, maar dat het vaak niet meer is dan een ritueel, een goed gebruik dat verder niets nalaat.
Zondag aan zondag kan worden vastgesteld dat de orthodoxe kerken vol zitten. Maar zijn het ingespannen luisteraars of gemakzuchtige sluimeraars?
Goede boeken worden nog wel gekocht, maar is de aanschaf tot versiering of tot verslinding?
Nog een keer Os Guinness: „Willen christenen hun goede gevoel koesteren, dan kunnen ze bij veel aanbieders van religieus gedachtegoed terecht. Je kunt geestelijk high worden zonder iets van het geloof in Christus te kennen. Maar de kater nadien is ongekend. Van het eten van vaste spijs krijgt niemand een kater. Dat geeft verzadiging. Preken moeten pastoraal getoonzet zijn. Maar als ze alleen maar pastorale noties hebben en de dogmatiek ontbreek, mist de preek ruggengraat. Wil het christendom toekomst hebben, dan moeten de Bijbel en de Bijbels gefundeerde boeken open. Daar moet in gestudeerd worden.”
Aanstaande zondag wacht er een brief aan uw gemeente. Niet van Paulus, maar van zijn Zender Zelf. Heel persoonlijk aan uw thuisgemeente en vooral aan u. Het gaat er dan om te luisteren en te lezen.
Reageren op de scribent kan hier