Opinie

Religieuze zuiverheid

Sociologie (jaargang 6 nr. 2) bracht een themanummer uit over authenticiteit. Zo behandelt een aantal Rotterdamse sociologen het zoeken naar zuivere, authentieke religiositeit onder jonge aanhangers van new age, evangelischen en moslims. Deze processen van religieuze revitalisering botsen zowel met de seculariseringsthese van Berger als met de privatiseringsthese van Luckmann.

24 November 2010 07:03Gewijzigd op 14 November 2020 12:38Leestijd 4 minuten

New age beklemtoont dat ieder zijn eigen pad moet volgen. Men moet luisteren naar zijn gevoel en daarnaar leven. Dat leidt tot religieuze bricolage. Al die vormen, inclusief de inauthentieke en daarmee vervreemdende tradities die men in de kerk aantreft, beschouwt men echter als vertolkingen van de eeuwige spirituele wijsheid.

Het evangelicalisme verzet zich tegen de starheid van het kerkelijk instituut en het keurslijf van de religieuze traditie. Het gaat om de persoonlijke relatie met God. Je moet je eigen weg met God gaan. Authentieke persoonlijke gevoelens en ervaringen zijn daarbij leidend.

Moslimjongeren gaan op zoek naar de zuivere islam, die anders zou zijn dan de traditionele Marokkaanse of Turkse islam. Meestal komt men uit bij het salafisme. Volgens deze stroming is de zuivere islam te vinden bij de eerste generaties moslims.

In alle drie de gevallen gaat het dus om een terugkeer naar het oorspronkelijke. Men zoekt naar een diepere waarheid dan men aantreft in de afgevlakte instituties en tradities. Deze religieuze revitalisering werkt door in heel hun leven. Van een privatisering van de religie is geen sprake. Zo zijn zij erg actief in virtuele gemeenschappen.

Acta Politica (volume 45, number 4) bevat een bijdrage over het grote verschil qua politieke participatie en politieke opvattingen tussen lager en hoger opgeleiden in Nederland. Volgens de auteurs is er te weinig aandacht voor de consequenties daarvan.

Lager opgeleiden blijven vaker weg bij de stembus, zijn minder vaak lid van een politieke partij en ontplooien minder vaak activiteiten om het politieke proces te beïnvloeden. De politieke elite is voor het overgrote deel academisch gevormd. Lager opgeleiden komt men daar tegenwoordig nauwelijks nog tegen.

Dat zou allemaal nog niet zo’n probleem zijn, als er niet een forse kloof in opvattingen bestond tussen hoger en lager opgeleiden. Lager opgeleiden zien misdaad en allochtonen vaker als een groot probleem dan anderen. Maar ook ten aanzien van deze punten ontplooien zij weinig politieke activiteiten.

Het minste vertrouwen in de politiek hebben lager opgeleiden, die onkerkelijk zijn en behoren tot de lagere klassen. Zij hebben geen vertrouwen in het parlement en menen dat ministers en parlementariërs geen rekening houden met de opvattingen van ”mensen zoals wij”.

De opkomst van populistische partijen moet dan ook tegen deze achtergrond verklaard worden. Er is de laatste jaren een nieuwe conflictdimensie opgekomen: kosmopolieten tegenover nationalisten. Met hun verzet tegen de Europese grondwet en de multiculturele samenleving appelleren populistische partijen aan de nationalistische sentimenten van de lager opgeleiden. De standpunten van deze groepering worden daarmee in de politiek zichtbaarder dan voorheen het geval was.

In Wapenveld (jaargang 60 nr. 5) analyseert Johan Snel (CHE) het publieke debat over de vrijheid van meningsuiting. Volgens hem wordt de vrijheid van meningsuiting juist bedreigd door hen die zich er het hardst op beroepen. Voor velen is deze vrijheid nauw verbonden met het autonome individu dat zich van de kluisters van het religieuze verleden heeft bevrijd.

Alle vormen van religie moeten daarom uit het publieke leven verbannen worden. Die moeten volgens Cliteur en anderen vervangen worden door seculiere waarden. Daarbij hebben ze het voorbeeld van de Franse laïcité voor ogen.

Dit secularisme betekent geen neutrale publieke sfeer met gelijke rechten voor verschillende overtuigingen, maar staat voor atheïsme of in ieder geval religieloosheid. Met religie, zo meent men, is er geen vrijheid mogelijk, geen individualisme, geen emancipatie en geen tolerantie.

Volgens de Britse filosoof John Gray zijn alle uit de verlichting afkomstige stromingen moderne vormen van religie. Zij leggen zelfs een sterkere claim op mensen dan de meeste traditionele vormen van religie.

Een echte rechtsstaat geeft echter ruimte aan wat heilig is voor een ander. Niet de vrijheid van meningsuiting, maar de vrijheid van geweten is de meest fundamentele vrijheid. Het geweten is immers onaantastbaar.

Dr. C. S. L. Janse, oud-hoofdredacteur Reformatorisch Dagblad. Reageren aan scribent? focus@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer