Het raadselachtige bewustzijn
In een recent interview in NRC Handelsblad met neuroloog Antonio Damasio stelde de interviewer de volgende vraag: „Als het (bewustzijn, JHvB) zo nuttig is, waarom kregen in de evolutie dan alleen mensen een dergelijk uitgebreid bewustzijn?” Een prikkelende vraag! Het gesprek vond plaats naar aanleiding van Damasio’s nieuwste boek: ”Het zelf wordt zich bewust”. Damasio gaf een onbevredigend antwoord door te stellen dat dit afhangt van „veel toevalligheden.”
Ook ik heb in discussies met doorgewinterde evolutionisten soms hetzelfde opgeworpen: waarom heeft de evolutie te midden van die vele miljoenen levensvormen niet vaker een intelligent en bewust wezen doen ontstaan als de mens? Vaak wordt het begrip emergentie opgevoerd om te verklaren dat iets gecompliceerds evolutionair verschillende keren ontstond, zoals het oog bij de vlieg, de octopus en de mens. Waarom dan geen emergentie bij het ontstaan van het brein en het bewustzijn?
Damasio meent dat het bewustzijn geleidelijk is ontstaan en dat zelfs insecten al een primitief bewustzijn en een ‘geest’ hebben. Ook hij constateert dat alleen de mens het meest complexe bewustzijn heeft, waardoor alleen hij over zichzelf kan nadenken. Damasio baseert zijn beweringen op waarnemingen bij patiënten die soms zeer grote hersenafwijkingen vertoonden.
Computer
De discussie over het bewustzijn is bepaald niet nieuw. Het is nog maar enkele jaren geleden dat het geruchtmakende boek van cardioloog Pim van Lommel verscheen, ”Eindeloos bewustzijn”, zijn studie over bijna-doodervaringen. Van Lommel probeert te verklaren dat sommige mensen die op de grens van leven en dood verkeren hun omgeving kunnen blijven waarnemen. Hij meent dat het menselijk bewustzijn deel is van een soort kosmisch bewustzijn dat onafhankelijk bestaat van het lichaam.
Veel ouder is de visie van Descartes –bekend als dualisme– die meende dat lichaam en geest aparte eenheden zijn, een idee dat teruggaat op Plato. In onze tijd is binnen de wijsbegeerte –en ook binnen de tak van de informatica die kunstmatige intelligentie heet– diep nagedacht over het bewustzijn. Mensen als Marvin Minsky en Daniel Dennett veronderstellen dat er niet zoiets als een ”persoon” of een ”zelf” in ons brein schuilgaat. De meeste neurowetenschappers zijn het hiermee eens. Zij denken dat het bewustzijn geheel te verklaren is vanuit biochemische processen. Raymond Kurzweil fantaseert zelfs dat als bewustzijn ontstaat door interacties tussen biomoleculen, op den duur ook een computer ‘vanzelf’ bewustzijn zal krijgen door interacties tussen chips.
Onopgelost
Zulke ideeën zijn naar mijn overtuiging puur sciencefiction en stoelen op zeer discutabele vooronderstellingen. Het materialisme gaat immers uit van het geloof dat alles in de werkelijkheid kan worden verklaard vanuit de materie. Er bestaat niet zoiets als bewustzijn; het is een menselijk bedenksel. Dat een computer op den duur alle functies zal gaan bezitten die eigen zijn aan het menselijk brein vergt een geloof dat het mijne ver overstijgt.
Wetenschappelijk is hiervoor niet ook maar de geringste aanwijzing voorhanden. Integendeel, juist de voorbije decennia laten zien dat de biochemische processen, inherent aan alle leven, veel complexer zijn dan men in de tijd van Darwin, Mendel, of zelfs Watson en Crick heeft kunnen vermoeden. Wat denken, herinneren, intelligentie, laat staan bewustzijn, inhouden is een groot geheim. Je kunt zelfs de vraag stellen of het brein ooit in staat zal zijn zichzelf te bevatten.
De centrale vragen blijven geheel onopgelost: wat ís bewustzijn, wat ís leven? Niemand begrijpt hoe materie ‘vanzelf’ informatie zou kunnen voortbrengen in de vorm van DNA, of een structuur zou kunnen ‘bedenken’ zoals we die aantreffen in de levende cel, laat staan een orgaan zou kunnen laten groeien waardoor ons hele organisme wordt bestuurd, het menselijk brein.
Drassig moeras
Wetenschappelijk kunnen wij gevoeglijk vaststellen dat de mens uniek is te midden van vele miljoenen soorten. De mens is het enige wezen dat in staat is om over zichzelf en de wereld na te denken, heeft weet van verleden, heden en toekomst. Hij is begiftigd met verstandelijke vermogens en heeft een hoge mate van bewustzijn. Ik geloof dat de mens zo door God is bedoeld. Hij wordt opgeroepen om met al die bijzondere eigenschappen de naaste en God van harte lief te hebben en zorg te dragen voor de wereld.
Dit alles is radicaal verschillend van genoemd speculatief denken over bewustzijn – al is dat nóg zo boeiend voor wijsgeren en wetenschappers, mijzelf inbegrepen. Het moge duidelijk zijn dat ik mij totaal niet kan vinden in deze speculaties over aard en oorsprong van het menselijk bewustzijn. De meningen daarover blijken trouwens hopeloos onderling verdeeld en de grondslagen daarvan drijven op een drassig moeras.
Dankbaar ben ik dat er een antwoord is op de vraag naar de bron van het menselijk bewustzijn. Dit antwoord overstijgt de wetenschap: God schiep de mens met zijn brein en bewustzijn naar Zijn beeld. Naar mijn stellige overtuiging is dit de reden dat te midden van die miljoenen levensvormen alleen de mens over een ”uitgebreid bewustzijn” beschikt.
De auteur is emeritus hoogleraar medische informatica en oud-rector magnificus van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl