De rij voor de paspoortcontrole op de luchthaven van Newark is eindeloos. Honderden passagiers schuifelen richting de rij balies waar streng ogende agenten de reizigers een voor een naar voren roepen. Tien vingerafdrukken, een digitale foto en een handvol stempels vormen de toegang tot het land van de ongekende mogelijkheden.

Een van die ongekende mogelijkheden zal ongetwijfeld de uitkomst van de verkiezingen van aanstaande dinsdag zijn. Werd president Barack Obama twee jaar geleden nog tot messiaanse proporties verheven en genoot zijn Democratische Partij een comfortabele meerderheid in Senaat en Huis van Afgevaardigden, na dinsdag zal het politieke landschap er beduidend anders uitzien.

Althans, dat laten de peilingen en de uitkomsten van de voorverkiezingen aan alle kanten zien. Amerika gaat waarschijnlijk een forse ruk naar rechts maken, met een voorspelde zetelwinst voor de Republikeinen van 55 zetels in het Huis.

Nu al staat de campagne voor deze tussentijdse verkiezingen te boek als de duurste ooit. Dat is ook geen wonder. Televisie, radio, kranten en andere media laten geen mogelijkheid onbetuigd om de Amerikaanse kiezer de laatste stand van zaken in de verkiezingsstrijd door te geven. En zendtijd is geld.

”Three Days to Election Day”, toetert een enorm scherm in de lobby van een hotel op Staten Island, New York. Opgefokte politici leggen voor de zoveelste keer uit dat zij het land van de ondergang zullen redden. Receptioniste Debbie schudt haar hoofd. „Ik ken de kandidaten in Kentucky nu al beter dan mijn eigen familie. Ondertussen moet ik wel elke maand mijn rekeningen betalen en mijn gezin draaiend houden. Ik heb nog geen politicus gezien die daar oog voor heeft.”