Zorgen boer over koers zorgboerderij
Het beheren van een zorgboerderij is razend populair in Nederland. De zorgboerderijen schieten als paddenstoelen uit de grond.
Voor de meest uiteenlopende doelgroepen is er wel opvang op het platteland. Er komen ook steeds meer mbo-opleidingen voor hulpverleners op de zorgboerderij. En daar maken de oorspronkelijke zorgboeren zich zorgen over: blijft de echte zorgboerderij wel bestaan of is er straks sprake van „kleinschalige hulpverlening op plattelandsadressen”?
„Die vraag leeft enorm onder de zorgboeren”, zegt Louise van Huet, projectleidster van de Dag voor de Zorglandbouw die onlangs werd gehouden. De dag, voor het eerst georganiseerd in 2009, is een initiatief van de Stichting Verenigde Zorgboeren samen met Reed Business.
Van Huet: „De zorgboerderij is ruim tien jaar geleden ontstaan doordat sommige agrariërs plaats over hadden op hun bedrijf en een extra bron van inkomsten zochten. Het bleek dat dementerende plattelandsouderen heel gelukkig werden van rondscharrelen en meehelpen op zo’n bedrijf. Er is een financiële regeling gekomen en twee jaar geleden ook een keurmerk, en nu zijn er al ruim duizend erkende zorgboerderijen. Desondanks is er bij een behoorlijk aantal adressen een wachtlijst.”
De laatste drie jaar is het aanbod met 300 procent toegenomen. De verwachting is dat dit percentage de komende jaren opnieuw zal worden gehaald.
De zorgboerderij is er allang niet meer alleen voor dementerende ouderen en jongeren met het syndroom van Down. Er zijn adressen voor gehandicapten, voor ex-verslaafden, voor overspannen werknemers, voor jongeren met autisme en voor ex-delinquenten.
Voor al die groepen geldt dat zij structuur in hun leven kunnen aanbrengen door te werken, terwijl daarnaast het gemoedelijke tempo en het contact met de natuur moet zorgen voor innerlijke rust en hernieuwd zelfvertrouwen.
„Maar voor een aantal doelgroepen is meer nodig”, aldus Van Huet. „Die kun je niet meer alleen begeleiden met veel goede wil, wat bijscholing en veel ruimte. Daarvoor heb je gekwalificeerde hulpverleners nodig die weten wat ze moeten doen als iemand flipt of ontspoort.”
Daarom heeft de Stichting Verenigde Zorgboeren besloten alleen zorgboerderijen op te nemen die in bezit zijn van hun kwaliteitskeurmerk. Ook komt er onderscheid tussen zorgboerderijen die nog wel of die niet meer gericht zijn op agrarische productie.
Op sommige plekken werken inmiddels al erkende hulpverleners naast de boer. „Waar de zorgboeren wel bang voor zijn, is dat straks alleen nog mensen met een opleiding in de hulpverlening een zorgboerderij mogen opzetten. Dat zou de betrokken boeren economisch gezien hard raken. Maar wat ze nog erger vinden, is dat er nu al bedrijven zijn waar het boeren nauwelijks meer aan bod komt. Je moet de agrarische bedrijfsvoering wel kennen om boer te kunnen zijn. Het is toch iets anders dan een moestuin bijhouden”, aldus Van Huet.