Opinie

Huidige depressiebehandeling weggegooid geld

De manier waarop depressies in het huidige zorg­systeem worden behandeld, is vergeefse moeite, zegt dr. Claudi Bockting. Er wordt niet gekeken naar de langere termijn. Hierdoor verspilt de maatschappij miljoenen euro’s.

5 October 2010 10:11Gewijzigd op 14 November 2020 12:01
Foto RD, Henk Visscher
Foto RD, Henk Visscher

De manier waarop depressies in het huidige zorgsysteem worden behandeld, is weggegooid geld. De huidige financiering werkt in de hand dat cliënten een te korte behandeling krijgen, met een depressieve terugval als resultaat. Er wordt alleen geïnvesteerd in het nu, zonder dat er wordt gekeken naar de langere termijn. Daarmee verspilt de maatschappij miljoenen euro’s.

Depressie genereert in Nederland jaarlijks meer dan 660 miljoen euro aan zorgkosten. Een op de vier vrouwen en een op de acht mannen krijgt te maken met depressie. Dit brengt veel persoonlijk leed met zich mee en leidt tot werkverzuim, verlies van werk en hoge gezondheidszorgkosten. Zo zorgt depressie jaarlijks ook nog eens voor ruim 950 miljoen euro aan productieverlies.

Bij de behandeling van een depressie is het belangrijk dat mensen niet alleen beter worden, maar ook beter blijven. Veel mensen vallen terug na een depressie. Het risico hierop wordt kleiner als de behandeling langer wordt voortgezet. Ook zijn er kortdurende behandelingen beschikbaar die beschermen tegen terugval na herstel.

Doorgaans krijgen behandelaars echter niet genoeg ruimte om door te behandelen. Wachtlijsten en de marktwerking in de gezondheidszorg leggen druk op ggz-instellingen om een behandeling snel af te ronden

Bovendien is sinds de invoering van de diagnose-behandelcombinatie (dbc) de financiering van de zorg gewijzigd. Zorgverleners worden pas betaald nadat de behandeling is afgesloten. Hierdoor worden ze gestimuleerd de behandeling vroeg te beëindigen.

Dit brengt niet alleen maatschappelijke kosten met zich mee; het doet ook geen recht aan de wetenschappelijke ontwikkelingen die er inmiddels zijn. Als er na het herstel gestart wordt met een specifieke kortdurende psychologische interventiemethode, vermindert de kans op terugval aanzienlijk. Deze behandelingen zijn kostenbesparend. Toch worden ze maar mondjesmaat toegepast.

Het kost ggz-instellingen veel moeite om voldoende zorg te bieden aan iedereen die zich aanmeldt. Er is een grote druk om de enorme wachtlijst weg te werken. De welwillendheid om in de behandeling te werken aan het voorkomen van een terugval bestaat beslist, maar het huidige financiële systeem stimuleert dat niet. Als mensen weer enigszins zijn opgelapt, wordt de behandeling stopgezet.

Dit probleem is niet alleen op te lossen via de directeuren van ggz-instellingen of behandelaars. Zij moeten veelal kiezen tussen twee kwaden: of nieuwe patiënten met veelal ernstige klachten langer laten wachten, of patiënten zorg bieden met garantie tot de voordeur. Daarom zou het goed zijn als er aparte budgetten zouden komen voor een psychologisch interventietraject na herstel. Zo zorg je er niet alleen voor dat het nu beter gaat met iemand, maar dat dit ook zo blijft.

De auteur is universitair hoofddocent klinische psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en werkzaam als klinisch psycholoog bij de Symforagroep.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer