Geen interesse voor dochter die zwanger is
Voor het eerst oma worden, is bijzonder. Toch zijn er moeders die geen enkele belangstelling tonen voor de zwangerschap van hun dochter. Farida Dhonre (41) maakt het af en toe mee. Ze werkt op de woonafdeling voor jongere mensen met een dementie in het Haagse verpleeghuis Mariahoeve. „Het is schrijnend. Ik weet zelf hoe fijn het is om een zwangerschap met je moeder te delen. Daarom spreek ik een dochter van een dementerende ouder aan en probeer het pijnlijke gemis aan belangstelling wat op te vangen.”
De woonafdeling telt veertig plaatsen verspreid over vijf kleinschalige wooneenheden. De bewoners verkeren in een vergevorderd stadium van hun ziekte. Thuis wonen is niet meer mogelijk. Alleen in het verpleeghuis kan de noodzakelijke zorg worden geboden. „De jongste is momenteel 51. Maar ik heb ook meegemaakt dat iemand van begin veertig binnenstapte en na enkele jaren overleed”, aldus Dhonre.
Uiterlijk verschilt de woonafdeling niet van een doorsneeafdeling in een verpleeghuis. De wijnrode wanden en houten vloeren moeten de bewoners een huiselijk gevoel geven. In een van de ruimtes staat een mand met knuffels. In de rookruimte hangen –heel toepasselijk– foto’s van sigaren. Glaswerk en kleine spulletjes slingeren nergens rond, omdat dit gevaarlijk is voor de mensen. Enkele bewoners lopen heen en weer door de lange gangen. Anderen wachten rustig op hun middagmaaltijd.
Dhonre werkte voor haar komst naar de afdeling tien jaar met dementerende ouderen. Ze ziet verschillen. „Jongeren zijn veelal mobieler, verdrietiger, onrustiger, meer ontremd en sneller geprikkeld. Sommigen ontkennen hun ziekte, willen weg en hebben er veel moeite mee om van verzorgenden afhankelijk te zijn. Het valt ook niet mee als een ander zegt welke blouse je aan moet trekken.”
Mariahoeve gaat bij opname met de cliënt en zijn naasten na hoe leefgewoonten op de afdeling kunnen worden voortgezet. Familie is altijd welkom en wordt bij de zorg betrokken. „Het is belangrijk dat zij meedenkt en meebeslist. Minstens één keer per maand plan ik een gesprek met de partner van een bewoner. Dat levert vaak goede ideeën op. Ik ben ook benieuwd hoe het met iemand is, hoe het thuis gaat en hoe hij de samenwerking ervaart.”
Dhonre spreekt de familie regelmatig. „We krijgen hier pubers over de vloer. Het is moeilijk voor hen om bij een boze of onrustige vader of moeder te zitten. Laat staan dat zij niet meer herkend worden door de ouder. Jongeren gaan hier nooit de deur uit voordat we een praatje met hen hebben gemaakt.”
De bewoners krijgen op de afdeling verschillende activiteiten aangeboden. „Iemand kan puzzelen, schilderen of muziek luisteren. Ook snoezelen of een blousje kopen op de markt is mogelijk. Regelmatig klamp ik een bewoner aan die over de gang loopt. Door een gesprek probeer ik wat rust te bieden.”
Dit is het zesde artikel in een serie over jonge mensen met dementie. Volgende week deel 7.