Dat blijkt uit een onderzoek waarop Hanneke de Graaf van de Universiteit Utrecht volgende week promoveert. De Graaf, onderzoekster bij het kenniscentrum voor seksualiteit Rutgers Nisso Groep, ontdekte dat driekwart van de jongeren volgens een vast patroon seksuele ervaring opdoet: eerst komt tongzoenen, daarna strelen over en onder de kleren, vervolgens naakt vrijen en tenslotte gemeenschap.

De groep die meteen tot de daad komt is, volgens haar minder goed in staat om zijn eigen gevoel te benoemen. Ook durven ze mogelijk vormen van seks waaraan ze nog niet toe zijn, niet te weigeren.

Volgens De Graaf hebben ouders invloed op een ‘gezonde seksuele ontwikkeling van hun kind’. „Het blijkt dat kinderen uit hechte gezinnen minder snel aan vaste verkering beginnen en dus ook minder snel met seks bezig zijn. Met name meisjes die een slechte band met hun ouders hebben, beginnen eerder te experimenteren met seks”, aldus de onderzoekster. Voor jongens geldt dat minder, zegt zij.

De Graaf is al bezig met vervolgonderzoek. Zo wil zij weten waarom sommige jongeren veel sneller dan anderen van zoenen tot gemeenschap komen. Ook de verschillen in seksuele ontwikkeling tussen jongens en meisjes en tussen jongeren van verschillende achtergronden worden nader uitgezocht.